Kroonprinses Elisabeth begint militaire opleiding met vier weken kamp in september

Kroonprinses Elisabeth (18) gaat vanaf september een opleiding volgen aan de Koninklijke Militaire School (KMS). Ze krijgt les over ethiek en kritisch denken, maar leert op kamp in de Oostkantons ook met wapens omgaan, schieten en overleven. De prinses is zich fysiek grondig aan het voorbereiden op de zware opleiding. Hoogtepunt wordt het defilé op de nationale feestdag, voor de ogen van de koning.

Op 23 mei zou prinses Elisabeth na haar tweejarige studie aan het Atlantic College in Wales haar diploma moeten krijgen, maar door de coronacrisis is de uitreiking uitgesteld naar het najaar. De leerlingen zijn op 18 maart naar huis gestuurd en kregen net zoals de jongeren in de Belgische scholen opdrachten en bijkomende lessen. Er worden geen eindexamens afgenomen. De studenten komen uit alle hoeken van de wereld en het is praktisch onmogelijk om examens te organiseren. Ze zullen worden beoordeeld op hun prestaties van de voorbije twee jaar. Aangezien Elisabeth steeds prima resultaten haalde, zal ze zeker haar internationaal baccalaureaat ontvangen en kan ze verder studeren.

Die studies vinden in eerste instantie aan de Koninklijke Militaire School (KMS) in Brussel plaats. De traditie wil dat de troonopvolger, die later ook opperbevelhebber van de strijdkrachten wordt, een militaire opleiding volgt. Koning Filip, zijn vader Albert II en hun voorgangers studeerden aan de KMS, alleen koning Boudewijn kon dat door de oorlog niet. Normaal start de opleiding op 19 augustus maar ook hier heeft corona de plannen doen wijzigen. Elisabeth gaat op 31 augustus onder de wapens.

De kroonprinses kiest voor de richting Sociale en Militaire wetenschappen, een masteropleiding die normaal vier jaar duurt. Omdat het vooral de bedoeling is kennis te maken met de militaire wereld, zal Elisabeth in principe na een jaar stoppen, maar ze kan ook beslissen om de opleiding nog verder te zetten en af te werken. Op de lagere en middelbare school kreeg ze onderwijs in het Nederlands, daarom wordt ze aan de KMS ook ingedeeld in de Nederlandstalige groep. Ze deelt wel haar kamer in het internaat met een Franstalige studiegenote. Honderd studenten vatten de opleiding aan.

Kamp Waes

De opleiding begint met een intensief initiatiekamp van vier weken in Elsenborn. Dat is niet zo zwaar als de beproevingen in Kamp Waes, maar zal toch heel wat doorzettingsvermogen en een goede fysieke conditie vergen. De prinses zal er ook leren kaart lezen, omgaan met wapens en schieten maar krijgt ook lessen burgerzin en respect voor het milieu.

Omdat ze – zoals dat heet – ex officio, of ambtshalve, toetreedt tot de KMS, hoeft Elisabeth geen toelatingsexamen af te leggen. “Dat betekent dat ze de opleiding volgt omdat ze het toekomstige staatshoofd is en opperbevelhebber van de strijdkrachten wordt. Ze kan daarom het toelatingsexamen schrappen”, zegt kolonel Thierry Pirenne, die benadrukt dat de troonopvolgster onmogelijk een voorkeursbehandeling zal krijgen in de opleiding. “Ze maakt deel uit van een groep en dat groepsgevoel is heel belangrijk. Onze studenten zitten nu ook thuis en we krijgen vaak echo’s dat ze de groep missen. Het is een heel interessante opleiding, die zwaarder is dan aan een burgeruniversiteit en de leerling-officieren bijbrengt hoe ze leiding moeten geven.” Een wedde zoals de andere officieren in opleiding zal de kroonprinses niet krijgen.

Professor hedendaagse geschiedenis Mark Van den Wijngaert verwacht geen problemen voor de prinses. “Ik twijfel er niet aan dat ze de groep zal kunnen volgen, ook bij de fysieke opdrachten. Haar vader is sportief en hij heeft altijd geprobeerd die ingesteldheid aan zijn kinderen mee te geven. In Wales had Elisabeth ook veel mogelijkheden om haar conditie in stand te houden.”

Van den Wijngaert, die pas het boek Koning Filip 60, Mensen verbinden in een verdeelde staat publiceerde, wijst erop dat de opleiding aan de KMS verschilt met die uit Filips tijd. “Het is nu eerder een kennismaking met het militaire beroep. Het militaristische van vroeger is niet meer zo prominent in de opleiding aanwezig. Dat is logisch want onze militairen worden nu vooral uitgestuurd voor vredesmissies”, zegt Van den Wijngaert.

Hij acht de kans dat Elisabeth na de KMS aan een Belgische universiteit verder studeert, klein. “Net zoals haar vader, die in Oxford en Stanford studeerde, zal ze wellicht in het buitenland verder gaan. De keuze voor eigen land is altijd moeilijk want dan moet je kiezen tussen een katholieke of een vrijzinnige, tussen een Vlaamse, Waalse of Brusselse. Het buitenland is dan de veiligste keuze. En ze heeft na Wales de smaak van een internationale opleiding wel te pakken.”