AchtergrondGender
Kritiek na genderdiscussie in programma Kat Kerhofs: ‘Het echte probleem is niet die ene uitspraak van Herman Brusselmans’
Enkele kwetsende opmerkingen over transpersonen en non-binaire voornaamwoorden in het tv-programma Kat zonder grenzen doen heel wat stof opwaaien. ‘Het echte probleem is niet die ene uitspraak van Herman Brusselmans, wel dat er bij de productie nul expertise is ingezet.’
In de derde aflevering van Kat zonder grenzen, die woensdagavond op Play 4 is uitgezonden, zoomde presentatrice Kat Kerkhofs in op het verhaal van enkele transgender personen. Tussen de getuigenissen door mocht een panel bekende Vlamingen, onder wie Herman Brusselmans en Stefaan Degand, aanschuiven voor een gesprek over het thema dat met moeite het niveau van de gemiddelde Vlaamse feestdis oversteeg.
Lees ook: Waarom klampen zovelen zich halsstarrig vast aan de hokjes van man en vrouw?
Dat het allemaal “heel ingewikkeld” en misschien “wat overdreven” is dat sommige mensen het non-binaire voornaamwoord ‘die’ verkiezen boven ‘hij’ of ‘zij’, klonk het. “Wordt dat kwalijk genomen?”, vroeg Stefaan Degand, die er grappend aan toevoegde: “Der, die, das komt binnen.” Verderop in de aflevering stelt Herman Brusselmans voorzichtig de vraag of transpersonen niet “een soort modeverschijnsel” zijn.
Doorheen het weekend zorgden de passages voor heel wat ophef, nadat Anuna De Wever, die zelf non-binair is, de spottende ondertoon op Twitter aan de kaak gesteld had. Tegelijk haalde Felix Coens, zoon van CD&V-voorzitter Joachim, op dezelfde plek aan dat zulke gesprekken “100% zeker ook aan veel keukentafels plaatsvinden”.
Het lijkt een spanningsveld waar mediamakers wel vaker op botsen bij het thema gender: hoe verhef je onbegrip tot begrip? Denk maar aan De slimste mens ter wereld, waarin niemand kandidate Catherine Van Eylen aansprak op het feit dat ze verkeerdelijk verwees naar Sam Bettens als ‘zij’ en de ‘deadname’ van de zanger gebruikte.
Tegengewicht
“We hebben drie mooie reportages getoond en daarna is daarover met de BV’s een gesprek geweest. Op dat moment is het dan ook aan de kijker om zijn eigen mening te vormen”, reageerde producent Jan Segers bij Het Laatste Nieuws. Volgens Joz Motmans, professor genderstudies (UGent) en coördinator van Transgender Infopunt, gonst het echter van de reacties van mensen die zich diep gekwetst voelden door de uitzending.
“Ik wil geen afbreuk doen aan de getuigenissen, maar ze stonden in schril contrast met de teneur van het panelgesprek”, zegt Motmans. “Die meningen leven, dat besef ik heel goed, en ze mogen zeker en vast luidop uitgesproken worden. Maar binnen zo’n formule moet er ook een expert zijn die op een onderbouwde manier tegengewicht biedt.”
Nu kwam het tegengewicht van actrice Lize Feryn en seksuologe Lotte Vanwezemael. Die laatste benadrukte overigens in het programma dat ze geen transgenderexpert is, wat enkele malen ook leidde tot foute informatie. “Dan lever je dus desinformatie aan kijkers die met heel veel vragen en onwetendheid zitten”, zegt Senne Misplon, woordvoerder van Wel Jong Niet Hetero. “Terwijl dit net een unieke kans was om te informeren.”
Net als Anuna De Wever en Joz Motmans vindt Misplon het een cruciale fout dat “enkele cisgender BV’s” de toon mochten zetten over het onderwerp. “Het echte probleem is niet die ene uitspraak van Herman Brusselmans, wel dat er bij de productie nul expertise is ingezet”, zegt Misplon, die erop wijst dat Kerkhofs nadien via Instagram stelde dat alle feedback welkom was. “Die feedback zou je voor uitzending al kunnen vragen.” Dat lijkt niet gebeurd. Ook Motmans stelt dat programmamakers makkelijk een expert kunnen raadplegen, ook als die uiteindelijk niet aan tafel zit.
Was dat wel gebeurd, dan was er wellicht een ferm antwoord gekomen op die ene vraag van Degand: “Wordt dat kwalijk genomen?” Volgens Motmans toont onderzoek dat correcte aansprekingen sterk gekoppeld zijn aan een verminderd risico op depressie bij trans- en non-binaire personen. Of zoals Misplon zegt: “Een fout is snel gebeurd, maar met taal erken je de identiteit van een ander. Je kan die inspanning proberen te leveren of net niet. En dat laatste kan ongelofelijk veel zeer doen.”