De aanbieders
Kotstudente getuigt: "Ik wil het echte leven nog wat uitstellen"
In De Aanbieders gaat Stef Selfslagh op bezoek in het leven van iemand die een zoekertje plaatste op 2dehands.be. Vandaag: wie is de KU Leuven-studente die een stapel jeugdboeken verkoopt?
Steffie Geysens (21) wacht me op aan de ingang van Camilo Torres: een grauw studentencomplex aan de rand van de Leuvense binnenstad. De groene struiken tussen de gebouwen kunnen de aandacht niet afleiden van de deprimerende hoeveelheid beton waaruit het complex in de jaren 60 werd opgetrokken.
Vandaag zitten hier bijna vierhonderd studenten op kot. Het is maandagochtend, de rust is compleet. Nadat Steffie me een korte rondleiding in haar gebouw heeft gegeven - "Vanbuiten ziet het er niet uit, maar binnen is het best gezellig" - neemt ze me mee naar haar kot op de tweede verdieping: haar eigen twaalf vierkante meter vrijheid.
Op het bureau tegenover haar bed ligt het stapeltje jeugdboeken dat ze op 2dehands.be te koop aanbiedt. De boeken doen onvermijdelijk denken aan de duffe literatuurlijsten waarmee middelbare scholen hun leerlingen aan het geeuwen brengen. Johanna de waanzinnige van Joris Tulkens en De gestolen prinses van Brigitte Raskin: het zijn niet meteen titels die een 14-jarige grommend van plezier aan het lezen zetten. "Ik heb eigenlijk maar twee van de boeken gelezen", geeft Steffie toe. "Maar dat is goed nieuws voor de potentiële kopers: mijn boeken verkeren in een uitzonderlijk goede staat." (lacht)
Carrière-advies van Rik Torfs
Steffie won de boeken door als scholier deel te nemen aan de Junior Journalist-wedstrijd van het Davidsfonds. Jaar na jaar stuurden haar leerkrachten Nederlands haar opstellen naar de jury, jaar na jaar werd ze uitgeroepen tot een van de laureaten.
Aangemoedigd door de complimenten over haar schrijfkunsten, koos ze ervoor om taal- en letterkunde te studeren, met de doorstroomoptie communicatiewetenschappen. Een prima keuze, vindt ze nog altijd. Al komt er van schrijven de laatste jaren weinig in huis. "Ik schrijf wel papers, maar dat is niet echt een genre waarin je je stilistisch kunt uitleven."
Tijdens de opening van het academiejaar van de Kulak, de Kortrijkse afdeling van de KU Leuven, kreeg Steffie een gastrol als presentatrice. Ze verwelkomde de gasten en zorgde voor de bindteksten tussen de toespraken. Na afloop drukte KU Leuven-rector Rik Torfs haar op het nog nabonzende hart dat ze later "zeker iets in de media moest gaan doen".
Een raad die ze wel vaker krijgt. "Veel mensen vinden dat ik journaliste moet worden. Maar ik ga eerlijk met je zijn: volgens mij is de journalistiek een hondenstiel. Keihard werken, voortdurend tegen zotte deadlines aankijken, slecht betaald worden, vrezen dat je je job gaat verliezen omdat de oplages dalen: het schrikt mij af.
"Een job als woordvoerder zou mij beter liggen. Ik hou wel van de meer persuasieve vormen van communicatie. Als woordvoerder moet je mensen van een bepaald gedachtegoed overtuigen. Als journalist doe je vaak niet veel meer dan andermans ideeën herkauwen."
De hometown van Steffie heet Diksmuide. Te midden van flinke lappen ongerept graasland hebben haar ouders er een melkveehouderij. Aangezien de landbouwsector niet echt floreert, heeft het gezin Geysens op financieel gebied niet veel marge. Dat zowel Steffie als haar jongere zus Paulien verder studeert en op kot woont, is een investering van formaat.
Gelukkig zijn de huurprijzen in het gesubsidieerde Camilo Torres een stuk lager. En weet Steffie ondertussen precies wat ze moet doen om rond te komen met een budget van vijftig euro per week: naar de Aldi gaan, wat vaker kraantjeswater drinken in plaats van frisdrank en regelmatig zelf koken.
De ouders van Steffie hebben geen hogere studie gedaan. Toch heeft ze thuis geen revolutie moeten ontketenen om naar de universiteit te mogen gaan. "Mijn ouders zijn misschien niet zo belezen, maar het zijn lieve, open mensen die mijn zus en ik alle kansen geven. Al heb ik soms wel het gevoel dat ik thuis moeilijk uitgelegd krijg waarmee ik mee bezig ben. Als je ouders zelf ook naar de universiteit zijn gegaan, lukt het allicht beter om je belevenissen en bezorgdheden met hen te delen."
Dikke nek of boerentrien?
Steffie pendelt elke vrijdagavond van Leuven naar Diksmuide. Van de bruisende studentenstad naar het rustige platteland. Van de universitaire elite naar de West-Vlaamse landbouwgilde.
Of ze inmiddels een beetje gewend is geraakt aan die wekelijkse cultuurschok, vraag ik. Ze lacht en zegt: "In Leuven hoef ik mijn kot maar uit te komen en ik zie overal winkels, restaurants en cafés. In Diksmuide moet ik zes kilometer fietsen voor ik in de buurt kom van een winkel. Het valt niet altijd mee om die switch te maken. Ook het feit dat ik in het weekend niet zelf kan bepalen wat en wanneer ik eet, ervaar ik als een ernstige beperking van mijn vrijheid." (lacht)
Het cliché wil dat mensen die heen en weer geslingerd worden tussen twee verschillende milieus, het gevoel hebben dat ze nergens meer bijhoren. Steffie beaamt het voorzichtig. "In Diksmuide denken ze wel eens dat ik een dikke nek heb omdat ik aan de universiteit studeer. En in Leuven denken ze soms dat ik een boerentrien ben omdat ik geen dure merkkleren draag. Een identiteitscrisis hou ik er niet aan over, maar het zegt iets over het hokjesdenken van mensen."
Studenten met een burn-out
We raken aan de praat over het studentenprotest aan de universiteit van Amsterdam. Ik vraag Steffie wat het studentenvolkje in Leuven zoal bezighoudt. Ze denkt even na en zegt: "Wat ik zelf niet oké vind, is de enorme werkdruk die de universiteit ons oplegt. Het volstaat niet langer dat we goed studeren, we moeten ook nog eens netwerken en naar allerlei workshops en seminaries gaan. Omdat dat goed is voor onze latere carrière. Maar sommige studenten krijgen al een burn-out nog voor ze beginnen te werken."
Ook de concurrentie tussen de studenten onderling neemt volgens Steffie ongezonde proporties aan. "De meeste studenten delen hun notities alleen nog met hun beste vrienden, de rest kan de pot op. En waarom? Omdat er continu op gehamerd wordt dat er veel studenten zijn voor weinig jobs. Dat we er alles aan moeten doen om ons te onderscheiden van onze medestudenten. Zo creëer je concurrentie, natuurlijk.
"Als de studenten van vandaag politiek in slaap gevallen zijn, komt dat ook omdat de universiteit ons bijna dwingt om zo intensief met onszelf bezig te zijn."
Ik heb mijn dictafoon al afgezet wanneer Steffie me vertelt dat ze haar studententijd ervaart als de gelukkigste periode van haar leven. Ze geniet volop van Leuven, haar vrijheid, haar vrienden en haar lief Tom.
"Ik wil het echte leven nog wat uitstellen", zegt ze bijna fluisterend. "Ik denk dat het niet veel beter wordt dan dit."
undefined