Kortzichtige sanering
Het verhaal komt uit goede bron: toen de prachtige en architecturaal vooruitstrevende Gentse sociale woonwijk in de Hollain-kazerne werd ingehuldigd, werden er wat pissige opmerkingen bij de champagnedrinkende notabelen genoteerd: "Zo schoon, was dat niet wat overdreven voor al die sociale gevallen?" En "Zouden ze dat wel in ere houden?" De anekdote schiet me te binnen nu bekend wordt dat de druk op de Antwerpse OCMW-voorzitster Monica De Coninck toeneemt om de gebouwen waarin de Antwerpse kunstgalerij De Zwarte Panter huist, te verkopen om zo een schamele 30 à 40 miljoen bij te dragen aan de sanering van de Antwerpse schuldenberg. Hoewel, sanering: de opbrengst van zo'n verkoop mag je niet eens inbrengen op je gewone begroting, waar het OCMW zijn activiteiten mee financiert.
Het voornemen tekent een mentaliteit: een openbaar bestuur, laat staan een OCMW, heeft geen recht op schoonheid en cultuur, op het bezit van een monument, nee, het OCMW is er alleen voor de hoogstnoodzakelijke liefdadigheid voor die mensen die we eigenlijk liever kwijt dan rijk zijn, en die vooral niet te veel voor onze voeten moeten lopen.
De geschiedenis van de Zwarte Panter is nochtans niet elitair en wereldvreemd te noemen. Adriaan Raemdonck, de liefste en meest idealistische galerijhouder van het land, heeft het beste deel van zijn leven gegeven om het voormalige verkrotte gebouw om te bouwen tot een publieke ruimte, een oase van vriendelijke stedelijkheid in een van de drukste winkelwandelstraten van Antwerpen. Om het ter beschikking te stellen van literaire en andere evenementen. Om er een lanceringsplatform en pleisterplaats van te maken voor een pléiade aan Antwerpse artiesten, van Wannes Van de Velde over Fred Bervoets tot Panamarenko en Hugo Claus. Het was, decennia voor SIF en andere fondsen werden uitgevonden, al een broedplaats waar een harmonie tussen cultuur, stadsherwaardering en sociale integratie waargemaakt werd, een plekje dat hielp om de leefbaarheid te verhogen en de zuurtegraad van de Antwerpse binnenstad tegen te gaan.
En uitgerekend deze kleine oase zou nu opgeofferd moeten worden, zodat een of andere promotor, horeca-exploitant of hotelketen er een stuiver aan zou kunnen verdienen.
Het is te grotesk voor woorden. Want de opbrengst van de verkoop betekent hooguit peanuts voor de schuldafbouw, die veel beter gediend zou zijn met maatregelen die de structurele verspilling, veroorzaakt door de decennialange kolonisatie van de stadsdiensten door de oude politieke baronieën, af te bouwen. Maar dan zou men in het eigen cliënteel en de eigen macht moeten snijden.
OCMW-voorzitster Monica De Coninck is een jonge en intelligente vrouw, en dat waren meteen de voornaamste redenen waarom ze van de oude Antwerpse SP-baronie nooit een kans heeft gekregen. Patrick Janssens heeft haar in zijn zoektocht naar een nieuw en modern socialisme vooruitgeduwd. Met de Zwarte Panter heeft ze meteen een symbooldossier in handen om te bewijzen dat de verwachtingen die in haar gesteld zijn, niet onterecht waren.