InterviewFamilieklap
Korneel Alsteens en Brigitte Raskin: ‘Mama en ik zijn maniakaal perfectionistisch’
De oudste was lerares, journaliste en auteur van Het koekoeksjong, waarmee ze de AKO Literatuurprijs won. De jongste is eerste hoboïst bij Symfonieorkest Vlaanderen en leraar hobo. Brigitte Raskin (73) en Korneel Alsteens (42), moeder en zoon.
Brigitte
“Ik heb drie kinderen en ze zijn me alledrie letterlijk en figuurlijk boven het hoofd gegroeid. De oudste, Stijn, werkt bij veilinghuis Christie’s en verhuisde een paar jaar geleden van New York naar Parijs. Hij doet weinig moeite om te camoufleren dat hij veel meer weet dan ik – en ik doe weinig moeite om dat tegen te spreken. De jongste, Lotte, werkt voor De Standaard en is de perfecte mama voor haar twee jonge kinderen. Zij doet net alsof ik niet weet hoe dat moet, moederen. Dat doet mij geen pijn, het maakt me net blij. Ik vind het heerlijk.
“Als ik wil, kan ik mijn dagen vullen met het volgen van mijn kinderen. Het orkest waarin Korneel speelt, organiseert tegenwoordig digitale concerten, en dan zitten vader en moeder fier voor de pc.
“Al heb ik uiteraard ook mijn bezigheden. Ik geef lezingen, begeleid Davidsfonds-reizen en zit in het derde jaar muziekgeschiedenis aan de academie, in een klasje met senioren. Maar dat Korneel als kind op de muziekschool terechtkwam, zal niet aan mijn genen liggen: het duurde jaren voor ik het verschil tussen een hobo en een klarinet kon horen. Dat talent heeft hij van mijn man (Edgard Alsteens, tweelingbroer van tekenaar GAL, red.). Die hoort drie noten en zegt: ‘Da’s Gershwin’.
“Jammer genoeg staat veel van wat ik doe on hold, maar dan nog. Je leest soms dat mensen zich beginnen te vervelen. Daar kan ik me niks bij voorstellen. Ik heb me in mijn hele leven nog geen halve minuut verveeld. Tijdens de eerste lockdown nam ik de tuin onder handen, smeet me op borders die jarenlang geen liefde kregen, ik sleurde met man en macht oude stukken stam uit de bodem. (lacht) Ik kan geen seconde stilzitten. Dat heeft Korneel ook. Al is hij nog ongeduldiger dan ik. Als hij langskomt, moet het vooruitgaan, hij focust volledig op hoe laat het is en wat hij hierna nog allemaal moet gaan doen. Terwijl ik van alles wil vertellen en laten zien.
“Zeker nu ik mijn archief op zolder aan het ordenen ben. Duizenden papieren zijn dat, ik heb alles bijgehouden. Ook uit de tijd toen ik plots op televisie kwam (als panellid in het BRT-programma ‘Namen noemen’, 1984-1987, red.). Nog altijd kennen meer mensen me van dat ene tv-programma dan van de boeken die ik sinds eind de jaren tachtig heb geschreven. De televisie maakt mensen onredelijk beroemd.
“Kijk, hier, ook uit mijn archief: het stuk dat Korneel ooit voor de talentenjacht Jong Tenuto componeerde: ‘Speelstuk in A’. ‘Voor mama’, staat erop. Hij was toen nog maar 8 jaar. Dat positieve, speelse, die blik vol verwondering, heeft hij nooit verloren. En fier dat ik was, toen hij op dat podium stond en zijn eigen stuk mocht brengen. Tot op dat moment zat ik tijdens opvoeringen altijd gespannen op mijn stoel, doodsbang dat hij een valse noot zou spelen. Daarna was ik overtuigd: het komt wel goed met die jongen.”
Korneel
“Qua karakter zijn mijn mama en ik bijna een kopie van elkaar. We zijn allebei heel georganiseerd en ordelijk, en we delen een vreemde obsessie voor kleuren. Mijn hele keuken is bijvoorbeeld aangepast aan de display van de Siemens-oven: ik heb rode vaatdoeken, een rode espressomachine, krukje, pottenlikker, dienblad... Zelfs de wijzers van de klok zijn rood. Bij mama is het net zo, zij heeft hetzelfde gedaan toen er een wasmachine van Miele in huis kwam, met één oranje knop op het bedieningspaneel.
“Mama en ik zijn allebei maniakaal perfectionistisch, ik nog meer dan zij. Voor de online nieuwjaarsreceptie van het orkest vroegen ze me of ik een woordje wilde placeren. Ik ben anderhalf uur bezig geweest om vijf zinnen neer te pennen. Ik wil het honderd procent perfect doen. Zelfs sms’jes lees ik twee keer op schrijffouten na voor ik ze verstuur. En al vijf jaar lang gaat er geen dag voorbij zonder dat ik tienduizend stappen haal – allemaal goede, maar ook ongezonde eigenschappen. De stress beneemt me soms letterlijk de adem.
“Mijn goed ontwikkelde zintuigen – waaraan ik mijn beroep te danken heb – en mijn liefde voor fotografie en koken, heb ik dan weer van mijn vader. Mama’s zintuigen zijn totaal niet scherp, zij is puur cerebraal, koppie-koppie. Als we samen voor een gebouw staan, ben ik geïnteresseerd in de verhoudingen, in hoe ik het op foto kan vatten. Terwijl zij alles wil weten over de geschiedenis, wie liet het bouwen, waarom staat het hier?
“Dit was een fijn nest om op te groeien, ik had mooie kinderjaren. Papa werkte als druiventeler. Er is nu nog één serre over, maar toen ik klein was, stonden er wel 24. Hij was de huisman, hij kookte en stond voor ons klaar als we van school thuiskwamen, en daarnaast was hij met fotografie bezig. Mama schreef en was vaak van huis. En al heel jong namen ze ons mee naar de Beursschouwburg, naar expo’s, ze omringden ons met boeken en cultuur, maar zonder ons in een bepaalde richting te duwen.
Gekke gewoontes
Korneel over Brigitte: “Als ze iets op haar bord krijgt dat ingewikkelder is dan spaghetti, raakt ze het noorden kwijt.”
Brigitte over Korneel: “Hij is een pietje-precies. Ik ben bij hem altijd op mijn hoede om niks op de verkeerde plek terug te leggen.”
“Toen mama in 1989 de AKO Literatuurprijs won is er heel veel veranderd. Ze is gestopt met lesgeven omdat ze fulltime wilde schrijven. Een heel gedurfde keuze, want je geeft je vaste job en inkomen op voor een onzeker bestaan, terwijl de druiventeelt ook niet echt een winstgevende business is.
“We hadden het dus allesbehalve breed. Dankzij haar voorbeeld heb ik de moed kunnen opbrengen om na de middelbare school voor het conservatorium te gaan. Ik ken veel getalenteerde muzikanten van wie de ouders zeiden: ga eerst maar een écht vak leren. Maar mijn mama zei altijd: je moet gaan voor wat je het liefst van al wilt doen, dan vind je je weg wel.”