NieuwsVerenigd Koninkrijk
Koning Charles betaalt wellicht meer dan 3 miljoen euro voor de persoonlijke beveiliging van Andrew, maar niet voor Harry
De persoonlijke beveiligingsrekening van de Britse prins Andrew zal waarschijnlijk worden gefinancierd door zijn broer, koning Charles. Opmerkelijk, aangezien de vorst weigerde om te betalen voor de bescherming van zijn zoon, prins Harry. Dat schrijft The Telegraph.
De leden van de Britse monarchie worden traditioneel beschermd door de Metropolitan Police. Omdat prins Andrew geen publieke taken meer vervult, zal zijn beveiliging binnenkort worden vervangen door veiligheidspersoneel van een privéfirma tegen een geschatte prijs van 3 miljoen pond (3,44 miljoen euro) per jaar.
Verwacht wordt dat koning Charles de rekening zal betalen, aangezien de hertog geen noemenswaardig regelmatig inkomen heeft.
Prins Harry en zijn vrouw Meghan, die in hun Netflix-documentaire klaagden dat de intrekking van hun eigen door de belastingbetaler gefinancierde beveiliging hun leven in gevaar bracht, zullen hier waarschijnlijk niet blij mee zijn.
Om hun eigen privébeveiliging te financieren, tekende het koppel lucratieve deals met zowel Netflix als Spotify, terwijl prins Harry zijn memoires schreef, Spare, die op 10 januari uitkomen.
Prins Harry is verwikkeld in twee afzonderlijke rechtszaken tegen het ministerie van Binnenlandse Zaken over het besluit om de gegarandeerde politiebescherming in te trekken wanneer zijn gezin in het Verenigd Koninkrijk is. De noodzaak voor zo’n beveiliging zal geval per geval worden beoordeeld.
Beschuldigingen van seksueel misbruik
Andrew zou het ministerie van Binnenlandse Zaken en Scotland Yard hebben aangeschreven om te klagen over het verlies van zijn politiebescherming.
Zijn recht op door de belastingbetaler gefinancierde lijfwachten werd volledig herzien nadat hij eerder dit jaar door koningin Elizabeth II was ontheven van zijn taken als werkend deel van de monarchie. Dat gebeurde kort voordat hij een fikse financiële schikking trof met Virginia Guiffre, die hem beschuldigde van seksueel misbruik. Andrew heeft de beschuldigingen altijd ten stelligste ontkend.
Hoewel hij sindsdien nog van politiebescherming heeft genoten, wordt aangenomen dat de overeenkomst afloopt.
Alle beslissingen over de veiligheid van de royals worden genomen door het ‘Uitvoerend Comité voor de bescherming van koninklijke en publieke figuren’, bekend als ‘Ravec’.
Tot de leden behoren hooggeplaatste personen uit de hofhouding van de Koning, onder wie zijn privésecretaris, en een vertegenwoordiger van het hof van de kroonprins.
Voor Andrews dochters, prinses Beatrice en prinses Eugenie, is de officiële koninklijke beveiliging enkele jaren geleden al opgeheven. Andere niet-werkende royals, waaronder Zara Tindall en Peter Phillips, hebben deze beveiliging nooit gehad als volwassenen.