InterviewOpha Pauline Dube
Klimaatwetenschapper Opha Pauline Dube: ‘De uitstoot verminderen is maar het topje van de ijsberg’
Beloftes over het verminderen van de uitstoot zijn één ding. Maar volgens Opha Pauline Dube moeten we klimaatconferenties op een heel andere manier benaderen. Niet de pr van grote landen moet centraal staan, wel de vraag hoe we de wereldeconomie gaan hervormen.
Klimaat is een wereldwijd probleem, dus moeten we op een internationale manier gaan nadenken over oplossingen. Met dat in het achterhoofd nodigt de UGent vanavond Opha Pauline Dube uit, een klimaatwetenschapper die inbelt vanuit Botswana. Dube spreekt op het eerste grote debat dat filosoof Maarten Boudry als houder van de leerstoel Etienne Vermeersch organiseert. De klimaatwetenschapper uit Botswana heeft al meegeschreven aan belangrijke rapporten van het VN-klimaatpanel IPCC en werkt met veertien andere wetenschappers nu aan het 2023 Sustainable Development Report.
“Onze groep van vijftien wetenschappers is door de secretaris-generaal van de VN geselecteerd”, zegt Dube. “Maar we zijn nog maar net gestart en we hebben elkaar nog maar enkele keren gezien. Corona maakt het werk natuurlijk ook wat moeilijker. In dat rapport gaan we de sustainable development goals afwegen. Dat zijn de ontwikkelingsdoelstellingen die de VN hebben opgesteld. We gaan kijken hoever we nu staan, en onderzoeken wat de precieze redenen zijn waarom we sommige doelstellingen niet bereiken. We weten nu dat we te weinig vooruitgang maken om het duurzame ontwikkelingsdoel over klimaatverandering te halen.”
Ondertussen heeft de coronapandemie ook alle aandacht opgeëist en lijkt het klimaatdebat toch naar de achtergrond verdwenen?
“Wel, eigenlijk kan je de twee niet los zien van elkaar. Deze pandemie leert ons dat alle landen met elkaar verbonden zijn. Een virus dat uitbreekt in een verre uithoek van deze wereld, staat binnen te kortste keren aan je voordeur. Wie nu heel kwetsbaar is voor het virus, heeft vaak ook last van de gevolgen van vervuiling. In India hebben mensen te kampen met zware luchtvervuiling, terwijl corona het land zeer zwaar treft.
“Dat zegt alles over hoe onze wereld in elkaar zit. Klimaatverandering wordt mee veroorzaakt door het wereldwijde economische systeem, waarbij rijke landen grondstoffen gaan weghalen uit arme landen om ze te gebruiken voor hun industriële producten. Je kan het dus niet oplossen zonder te kijken naar de keuzes die we hebben gemaakt voor onze wereldeconomie.”
In de aanloop naar de leaders summit van de Amerikaanse president Joe Biden over het klimaat, regende het enkele weken geleden alvast beloftes om beter te doen. Is dat een goed teken?
“Ja, ik las nu dat Frankrijk zijn uitstoot wil verminderen met 40 procent tegen 2030 in vergelijking met 1990. Maar de volgende stap is om te kijken hoe het buitenlandse beleid van dat land in elkaar zit. Wat doet Frankrijk precies in Afrika en de rest van de wereld? Ik denk dat we voor elk land dus steeds het hele plaatje moeten blijven zien.”
Kunnen de VN daar dan geen controle op doen?
“Dat is dus moeilijk. De meeste financiering voor de VN komt van de machtigste landen op de wereld, dat heeft dus ook een invloed op de slagkracht van de VN. Toen de VS onder Trump haar bijdrage flink verminderde, had dat een grote impact. De VN hangen dus eigenlijk af van de meest ontwikkelde landen, die ook nog eens het meest vervuilen.
“Wat me opviel toen we het Special Report on Global Warming of 1.5 °C samenstelden, was dat we erg voorzichtig moesten zijn in de bewoording van de tekst, want anders zouden de meest invloedrijke landen het rapport misschien verwerpen. Als dat zou gebeuren, dan was het rapport nutteloos geweest, zelfs al is de boodschap van het rapport erg belangrijk. Die ‘1,5 graden’ is eigenlijk een politiek compromis, dat niet het hele verhaal vertelt.
“Als we door ingrijpende maatregelen de stijging van van de wereldwijde gemiddelde temperatuur zouden kunnen beperken tot 1,5 graad, dan zou dat voor de regio van het zuiden van Afrika kunnen neerkomen op een stijging van 2,5 tot 6 graden. Toen het rapport werd voorgesteld, zeiden Afrikaanse landen dan ook: ‘Over wie gaat die 1,5 eigenlijk?’”
Moeten die klimaatconferenties dan anders volgens u?
“Nu bespreken wetenschappers een IPCC-rapport eerst achter gesloten deuren. Dan praten ze erover met politici, maar die gesprekken zijn ook vertrouwelijk. Voor het rapport definitief klaar is, hebben wetenschappers dus samen gezeten met beleidsmakers om er de scherpe kantjes van af te veilen.
“Als wetenschappers klaar zijn met hun teksten, vind ik dat ze die openbaar moeten maken voordat politici ze onder ogen krijgen. Ook de onderhandelingen over het rapport moeten openlijk gebeuren. Dan kan iedereen volgen welk land er welke standpunten inneemt. Waarom is dat nu allemaal geheim?
“Praten over het verminderen van de uitstoot is ook maar het topje van de ijsberg. De vraag is: hoe pakken we deze grote economische ongelijkheid aan, zodat ontwikkelingslanden ook een groene overstap kunnen maken?
“Rijkdom is er genoeg in de wereld. Waarom gebruiken we de rijkdom, die in handen is van een kleine minderheid, dan niet om nieuwe, groene industrieën te ontwikkelen? In plaats van nog steeds verder te gaan met fossiele brandstoffen? Dát moeten we bespreken op die klimaatconferenties.”
Ondertussen grijpen ontwikkelingslanden ook naar fossiele brandstoffen om op een goedkope manier in hun energiebehoefte te voorzien. Botswana wil nu meer stroom produceren op basis van de eigen steenkool om zo minder van andere landen afhankelijk te zijn.
“Botswana beschikt over steenkool, maar ook over diamanten. Die worden al jaren opgegraven en over heel de wereld verkocht. Als men het geld dat daarmee verdiend wordt op een eerlijke manier verdeelt, zodat een deel van de winst terugkeert naar Botswana, dan zou ons land er ook niet over moeten nadenken om ook nog eens steenkool te verkopen. Ik kan u zeggen dat we die steenkool liever niet ontginnen, omdat het ook voor veel vervuiling zorgt in de rivieren.
“In deze regio is er enorm veel potentieel voor zonne-energie. Maar om over te stappen op andere technologieën, heb je ook de knowhow nodig en bedrijven die die nieuwe technologieën maken. Er is veel steenkool in Botswana. Maar er zijn niet genoeg ingenieurs om steenkoolcentrales te bouwen. Dus er is nog niet genoeg elektriciteit. Zelfs dit interview kan op elk moment onderbroken worden, als de stroom weer eens uitvalt.”
In Europa zorgt het klimaatdebat voor sociale spanningen, omdat maatregelen armere mensen harder kunnen treffen. Hoe leeft dat debat in Botswana?
“Als er verkiezingen zijn, wordt er druk gedebatteerd over heel wat onderwerpen, maar klimaat zit er niet tussen. Al heeft het parlement heeft twee weken geleden een klimaatbeleid aangenomen, dat maatregelen bevat om de bossen te beschermen en overbegrazing van het land te verminderen.
“Dat is een belangrijke stap. Maar het echte debat moet ons nog bereiken. In ontwikkelingslanden zitten mensen vast in een strijd om te kunnen overleven, om het einde van de dag te halen. Als je moet nadenken over waar je nog aan brood of een fles melk kunt geraken, dan heb je geen energie meer om ook nog eens met de opwarming van de aarde bezig te zijn.”
Terwijl landen als Botswana ook zwaarder getroffen zullen worden door de klimaatverandering.
“Correct. Voor het zuiden van Afrika zien wetenschappers nu dat de opwarming veel sneller gaat dan in de rest van de wereld. Er moet nog veel onderzoek gedaan worden naar hoe dat precies komt. Maar net als overal is de klimaatverandering hier al zeer tastbaar geworden.
“In Botswana worden de winters alsmaar warmer en zijn er meer droogtes. Die hebben zware gevolgen voor boeren, en zorgen voor watertekorten in de steden. We hebben al rantsoenering van water meegemaakt. Op zulke momenten weet iedereen dat klimaatverandering daar de oorzaak van is. Maar we weten natuurlijk ook dat het de rijke landen zijn, die het meest vervuilen en dat we er zelf dus niet veel aan kunnen doen.”
Bio
- Professor aan de University of Botswana, behaalde een doctoraat aan de universiteit van Queensland in 2000
- Zetelt onder meer in het wetenschappelijk adviescomité van de World Meteorological Organisation (WMO)
- Ontving belangrijke prijzen voor haar werk en stond in 2019 in de Apolitical-lijst van 100 meest invloedrijke mensen op het gebied van klimaatbeleid