1.000 miljard euro. Of 2.240 euro per burger. Zoveel moet volgens Eurocommissaris Johannes Hahn geïnvesteerd worden om de klimaatverandering een halt toe te roepen. Vandaag moest hij de Europese ministers van Financiën overtuigen.
Het plan dat vandaag op tafel lag, is de investeringspoot onder de Green Deal die Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en commissaris Frans Timmermans in december presenteerden. Om het hoofddoel daaruit – een klimaatneutraal Europa in 2050 (netto geen CO2-uitstoot) – te bereiken, moet de hele economie op de schop.
Timmermans sprak in de Financial Times over een ‘aardverschuiving’. Eerder noemde hij klimaatneutraliteit het nieuwe bestaansrecht van de EU, na het ‘nooit meer oorlog’ van de grondleggers.
Grote woorden die om grote investeringen vragen. Die kwamen er vorige week in de vorm van het Duurzaam Europa Investeringsplan. Dit plan zal volgens de Commissie de komende tien jaar minimaal 1.000 miljard euro aan investeringen genereren voor de vergroening van de samenleving. Ruwweg de helft daarvan moet uit het EU-budget komen en 140 miljard van de lidstaten – het gaat hier om subsidies. De rest (bijna 400 miljard) zijn publieke en vooral private investeringen.
Let wel, die 1.000 miljard aan investeringen is volgens de Commissie een conservatieve raming. Een deel van het EU-geld wordt ingezet om risico’s voor private investeerders af te dekken, zodat die eerder over de brug komen. Tot hoeveel extra investeringen dit leidt, is bewust laag ingeschat.
Niettemin maakt de Commissie zich schuldig aan ‘creatief rekenen’, concludeert de Brusselse denktank Bruegel. Van de 500 miljard euro uit het EU-budget zou 400 miljard sowieso al worden aangewend voor milieugerelateerde zaken, dus daar is weinig nieuws onder de zon. Ook bij de nationale bijdragen (140 miljard) en de verhoopte investeringen (400 miljard) gaat het veelal om bedragen die al langer in de boeken staan.
Totale omwenteling
Maar zullen die investeringen volstaan om klimaatneutraliteit in 2050 te bereiken? Nee, het is een eerste aanzet, zoals de Commissie steeds heeft gezegd. Ramingen van de Commissie en Bruegel geven aan dat het 2050-doel zeker 300 miljard euro aan investeringen per jaar vergt, dus de komende tien jaar 3.000 miljard, drie keer het Commissie-plan. Het gaat immers om een totale omwenteling: oude vervuilende industrieën sluiten; energiecentrales op kolen, bruinkool, olie en gas gaan dicht; benzine- en dieselwagens verdwijnen. In plaats daarvan komt er schone energieopwekking (wind, water, zon), rijden er straks louter elektrische en waterstofwagens, en bulkt het van de nieuwe, schone industrieën. Verder zijn miljarden nodig voor de aanleg van meer bossen, voor grootscheepse huizenrenovatie (energiebesparing) en een duurzame landbouw.
Dat kan niet allemaal uit het huidige EU-budget betaald worden (omvang: 1 procent van het bruto nationaal inkomen van de EU) en een verhoging daarvan is onwaarschijnlijk. De lidstaten zelf moeten een deel bijdragen: de Duitse regering trok vorige week ruim 40 miljard euro uit voor de sluiting van de vervuilende bruinkool- en kolencentrales. De grootste financiers van de groene omwenteling zijn echter private partijen als pensioen- en beleggingsfondsen.
Verhit debat
Anno 2020 is het probleem niet zozeer een gebrek aan geld, maar aan goede investeringsprojecten. Goedkoop geld is alom aanwezig, mede door het ruime monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. Banken betalen geld om hun overtollige kapitaal veilig bij de ECB te stallen en geven hun klanten nu nagenoeg 0 procent rente. Beleggen en investeren levert meer rendement op.
Schept zo’n totaal nieuwe groene economie dan al niet genoeg investeringskansen? Kansen wel, maar die worden vaak niet benut door slecht functionerende overheden. Vandaar dat de Commissie de lidstaten met experts en advies te hulp komt bij het vinden en opstellen van de juiste investeringsprojecten. Geen overbodige luxe, getuige de achterstand van 300 miljard euro (bijna twee volledige jaarbudgetten) bij de besteding van de reguliere EU-begroting. Het zijn meestal de armste lidstaten die hun EU-subsidies het slechtst krijgen weggewerkt.
Blijft de vraag of die 1.000 miljard euro die de Commissie voorstelt, er überhaupt komt. Dat is lang niet zeker. Zoals gezegd moet de helft ervan uit het EU-budget komen. Over de nieuwe Europese meerjarenbegroting (2021-2027) wordt momenteel hard onderhandeld. Nederland, Oostenrijk, Zweden en Denemarken zetten alles op alles om die begroting zo laag mogelijk te houden, de meeste andere lidstaten pleiten voor meer geld dan nu. Diplomaten voorzien een ‘verhit’ debat vandaag tussen de ministers van Financiën over de groene geldplannen.