Mode
Kledij gemaakt van paddenstoelen en autobanden: zo ziet u er de komende tien jaar uit
Wat trekt de mens van morgen aan? De experts voorzien veel dikke, donkerbruine, wijde kleding vol technologische snufjes. En, verrassing: u schamen om wat u draagt en laat bezorgen wordt een dingetje.
De jaren twintig zijn al lang begonnen. In de mode dan, want die is de hipste en de snelste thuis en loopt altijd vóór de muziek uit. Wat er in de winkels zal hangen komende zomer – bloemen, hotpants, giletjes, bermuda’s – werd afgelopen najaar immers al getoond op de plankiers van New York, Londen, Milaan en Parijs. En de mode voor volgende winter, die ons van 2020 naar 2021 zal voeren, komt komende maand al voorbij.
Maar goed, een jaar vooruitkijken stelt weinig voor als je geacht wordt een heel decennium te voorspellen. En bovendien: bloemen, bermuda’s en hotpants, die kunnen we met de beste wil van de wereld niet nieuw noemen. En zeker niet futuristisch.
Om de grote lijn en de rode draad te ontdekken en daarop te kunnen voortborduren, is het zaak om eerst even uit te zoomen. Als we kijken naar de laatste jaren van het afgelopen decennium moeten (en kunnen) we tendensen zien waaruit blijkt dat de mode al zoetjesaan haar hoeven aan het schrapen is voor de race naar de nieuwe tijd.
Het grootste en niet te vermijden onderwerp in de mode voor nu en morgen is – net als in de rest van de wereld – het klimaat. Mode staat in de top 5 van vervuilendste industrieën ter wereld, met rotte plekken in alle schakels van de lange keten van vezel tot klerenkast. Dat besef is inmiddels luid en duidelijk doorgedrongen. Vandaar dat een aantal merken al consciëntieus en serieus naar hun materialen, productieprocessen en expeditie aan het kijken is en andere labels elkaar de loef proberen af te steken in de wedstrijd: wie is, of lijkt, het groenst?
De consument blijkt er gevoelig voor, maar lijkt vooralsnog de lokroep van de goedkope fast fashion niet te kunnen weerstaan. Toch zal, zeker in de loop van de komende tien jaar, de consument die vlieg-, vlees- en benzineschaamte ervaart ook last krijgen van draag- en bezorgschaamte. Het begrip duurzame mode zal van een hype in een duurzame gewoonte veranderen. Fashion For Good, internationaal kenniscentrum en museum, gevestigd aan het Amsterdamse Rokin, houdt in de gaten wat er aan duurzame start-ups wordt gelanceerd. De door grote modereuzen als C&A, Chanel en Kering gesteunde organisatie checkt of werkwijzen en materialen wel echt deugen en koppelt goedgekeurde kleine vernieuwers aan grote bedrijven die meer slagkracht hebben.
Wat de groene mens van morgen aantrekt? Fashion For Good rekende uit dat het maken van één T-shirt van katoen en polyester 2.700 liter water kost. Voor kleding die in de toekomst wordt verkocht, zal moeten gelden dat ze gemaakt is van ofwel duurzaam gerecycled textiel ofwel van alternatieve grondstoffen als vlas, kapok, maïs en cellulose, stuk voor stuk minder vervuilende en waterverslindende alternatieven voor katoen.
Als alternatief voor natuurzijde of viscose ontwikkelde de Italiaanse firma Orange Fiber een teer weefsel, gemaakt van pulp en schillen die overblijven na het persen van sinaasappels. Het Italiaanse luxehuis Salvatore Ferragamo klopte al aan voor een samenwerking.
Ook volop in ontwikkeling: alternatieven voor leer. In Tirol maakt de firma Frumat namaakleer van appelafval, het Nederlandse MycoTEX doet dat met paddenstoelen. Ook van bananenplantstengels en de huid van consumptievissen worden leeralternatieven gemaakt. Over vissen gesproken: onder de gepatenteerde slogan ‘There is no Planet B’ maakt het Spaanse merk Ecoalf garens en weefsels van het afval dat Spaanse en Thaise vissers als bijvangst van zeedieren naar boven halen. Van gerecycled plastic, petflessen en oude netten worden kleren, tassen en sneakers gemaakt. De zolen van die sneakers zijn, je moet er maar op komen, vervaardigd van versleten autobanden en invasieve algen.
Nog klimaatneutraler is het om kleren uit eigen kast langer en vaker te dragen, zorgvuldig hersteld of gereinigd in geval van gaten of vlekken. Dat zal ook zorgen voor een groter en beter aanbod van kledingherstellers, zowel in de vorm van naaiateliers en repareercafés als van producten – denk aan wolplamuur en applicaties. Een andere optie is modulaire mode, zoals de outfit waarmee de Italiaanse Flavia La Rocca een Green Carpet Fashion Award won: een basisjurk die je door er dingen aan te knopen of af te halen op eindeloos veel manieren kunt dragen. Overschotten uit de stoffenindustrie en de detailhandel, de zogenoemde dead stock, krijgen na een rondje up- of recyclen een tweede leven. De Nederlandse ontwerpers Ronald van der Kemp en Duran Lantink geven hiervan al jarenlang het goede en smaakvolle voorbeeld.
Nog zo’n goed idee: kleren uit een tweedehandswinkel of kledingbibliotheek, een abonnement of een leasecontract – het begrip eigenaarschap, zo vertelde futurist Lucie Greene tijdens haar Fashion Talk in Antwerpen, wordt ouderwets. Delen is het nieuwe devies, samen shoppen en de kleding om beurten dragen is voor sommige jongeren al heel normaal.
Behalve op ons geweten zal de klimaatverandering ook grote invloed krijgen op het sóórt kleren dat we zullen kopen en dragen. Lange en heftige regenperioden zullen de roep om regenbestendige capes en laarzen aanwakkeren; hete zomers om luchtige, ademende en uv-werende kleding en grote zonnehoeden; strengere winters om arctische parka’s en sneeuwlaarzen.
Tegelijkertijd zal die kleding steeds technologischer worden. De Japanse keten Uniqlo hangt nu al vol met Heat Tech-warmhoudshirts en Airism-koelhoudhemdjes. Naar verwachting zal kleding in de toekomst letterlijk worden verweven met technologie. Nu al worden Apple Watches aan de pols gedragen, en EarPods in de oren. Voor de toekomst wordt er gewerkt aan kleding die speciaal ontworpen is om er al je gadgets in op te bergen, of die zelfs verbonden is met de smartphone. Helemaal Blade Runner, inclusief constante regen en vervuiling.
Het resultaat: kleding die in barre tijden kan fungeren als een soort persoonlijke wapenrusting, voorzien van slimme sensoren. Denk aan een parka of rugzak die je kunt uitvouwen tot slaapzak, compleet met een zonnepaneel en een filter om water mee te zuiveren. Ook een optie: kleding die naar believen warmer of kouder gezet kan worden. En wat te denken van therapeutische kleding die medicijnen afgeeft, blessures helpt genezen of transpireren voorkomt? Of van 3D-geprinte accessoires en kleding? De Nederlandse ontwerper Iris van Herpen experimenteert er al jaren mee en is erin geslaagd geprinte kleding steeds zachter en draagbaarder te maken.
Ook de manier waarop we winkelen is de laatste jaren drastisch veranderd. Via webshops, apps of Instagram shoppen en naar hartenlust de missers terugsturen is een lastige gewoonte om te veranderen, maar zal toch moeten worden aangepakt om verspilling en nog meer milieubelasting tegen te gaan.
Wat een oplossing zou kunnen zijn: werken aan betere maatvoering van de kleding die online en offline wordt verkocht. Volgens meesterkleermaker Roy Verschuren, zo vertelde hij tijdens zijn presentatie ‘De juiste maat’ op het najaarssymposium van de Textielcommissie, wordt 30 procent van de kleding niet verkocht doordat de maatvoering niet klopt. Doordat de koper niet weet wat zijn juiste maat is en doordat de verhoudingen niet deugen: vaak worden basispatronen zonder kennis van zaken lineair vergroot of verkleind. In dit geval moet er juist een stap terug worden gezet: naar de tijd van de ambachtelijke kleermaker, die snapt hoe het menselijk lichaam moet worden vertaald in patronen – een kunst die er de laatste decennia, met het massale, snel-snel ontwerpen op de computer, een beetje bij ingeschoten is.
Wat ook zo goed als zekere toekomstmuziek lijkt: kleren produceren op afroep, dus pas maken als er vraag naar is – bij een periode van extreem weer bijvoorbeeld. De machine learning daarvoor is al ontwikkeld, vertelde Ahmed Zaidi van de Universiteit van Cambridge aan modesite The Business of Fashion. Dat zou de vorming van grote partijen dead stock voorkomen. Laatste noviteit in de manier van winkelen: via computerspellen als Fortnite, waarin de kleren van karakters al spelend kunnen worden geshopt.
Als we wat verder uitzoomen en de hele planeet overzien, kunnen we tot in de kleine teen aanvoelen dat China een steeds grotere rol zal spelen. Niet alleen als producent van mode, maar ook als afnemer. Dat zou kunnen zorgen voor een nog dikkere Crazy Rich Asians-saus, met grote logo’s en glimmers, over westerse luxeproducten. Misschien resulteert het wel in verwijzingen naar de gelaagde, rijke gewaden uit de Ming-dynastie, de vorige grote Chinese bloeiperiode. Kijken we naar de economieën die de komende tien jaar zullen groeien, ziet het ernaar uit dat India aan een stevige opmars begint, net als Afrika.
Dankzij de Lagos Fashion Week begint West-Afrika mee te tellen in de mode – misschien het moment waarop traditionele Igbo- en Yoruba-kledingstukken en items als de gele, een stevige sjaal die om het hoofd wordt geknoopt, hun intrede doen in de modewereld.
Het samensmelten van de westerse met andere culturen zal hoe dan ook een thema worden van de mode in de jaren twintig. Volgens het Pew Research Center in Washington zijn er in 2050 2,76 miljard moslims en 2,92 miljard christenen. Het kan niet anders of de opmars van de zogenoemde modest fashion zet door: modieuze maar zedige kleding, met hidjabs in luxestoffen. De rolmodellen van morgen heten niet Madonna of Beyoncé, maar Mona Haydar en Mariah Idrissi, respectievelijk rapper en influencer, beiden modest gekleed mét hoofddoek.
De toenemende populariteit van bedekkende kleding is een trend die ook de Britse toekomstvoorspeller Bernard Fitzwalter in de smiezen heeft. Fitzwalter is behalve docent Latijn een hooggewaardeerde Britse astroloog. Wie astrologie afdoet als rabiate quatsch: sla deze en de volgende alinea vooral over. Voor wie er wel nieuwsgierig naar is: in 2020 staan Jupiter, Saturnus en Pluto alle drie ‘in Steenbok’, en dat kan volgens astrologen niet anders dan invloed hebben op de popcultuur. Steenbok betekent serious business, ook qua kleding: naaktheid past daar niet bij, dus gaan blote schouders en buiktruitjes genadeloos uit de mode. Bij Steenbok hoort het bedekken van het lichaam, met lange rokken, pakken en jassen die ons omhullen, compleet met hoeden en handschoenen. De kleuren die daarbij horen zijn stemmig: diepgroen, donkergrijs en zwart.
Volgens Fitzwalter, die al decennia schrijft voor modeblad Elle, is het lichaamsdeel dat de grootste rol speelt in de mode af te lezen aan het teken waar Uranus ‘in’ staat. Tot vorig jaar was dat Ram, die communiceert met het hoofd, wat weer aansluit bij de hardnekkige maar nu toch echt aflopende hype om baarden te laten staan en de zijkanten van het haar op te scheren – de Peaky Blinders-coupe. Bij vrouwen was het shapen van jukbeenderen en wenkbrauwen de afgelopen jaren ongekend populair. De komende jaren staat Uranus ‘in Stier’, en dat sterrenbeeld communiceert met de hals. Fitzwalter kan het zich niet voorstellen, maar vermoedt toch een terugkeer van de stropdas, wat prima zou aansluiten bij de zakelijke pakken die Steenbok al in petto had. Bovendien zijn de eerste pakken met das alweer gesignaleerd op de catwalks.
Wie niet in astrologie gelooft, maar wel in de vooruitziende blik van Lidewij Edelkoort: voor de komende dertig jaar heeft de wereldvermaarde Nederlandse trendforecaster een donkerbruin vermoeden – letterlijk. Volgens Edelkoort is niet zwart maar bruin het nieuwe zwart, vandaar dat ze haar seminarie met voorspellingen voor de volgende winter ‘The Brown Age’ noemde. Edelkoort verklaart deze trend vanuit een herwaardering voor de bruindoordesemde jaren 1970 en vanuit de waardering voor duurzame en natuurlijk bewerkte kleding.
Het gaat vooral om het creëren van een warme en gezellige sfeer, zegt Edelkoort: “Stevige, dikke stoffen als corduroy worden belangrijker. Bruin wordt wakker van een sabbatical with a vengeance.” Behalve voor bruin ziet Edelkoort in de nabije toekomst een belangrijke rol weggelegd voor herwaardering voor en kennis van textiel. Volgens haar is onderwijs over materialen en technieken, evenals het overstappen op kleinschalig, lokaal produceren cruciaal voor de overleving van de industrie.
Bochel
Daarnaast ziet Edelkoort dat de mannenmode-industrie enorm toeneemt, doordat mannen meer gaan vaderen, eleganter worden en minder macho. Dat zou kunnen uitmonden in een groeiende acceptatie van mannen in voorheen typische vrouwenkleren als jurken en rokken, of in kleding gemaakt van materialen die als feminien te boek staan, zoals kant, voile en fluweel. Daarmee zou genderneutrale kleding weer een stap verder komen dan nu het geval is. Want zoals dr. Valerie Steele van het Museum at the Fashion Institute of Technology in New York vorig weekend constateerde in Volkskrant Magazine, slaat genderneutrale mode nu vooral op mannenkleding die ook door vrouwen kan worden gedragen - en dat was honderd jaar geleden nieuw, maar in 2020 niet meer.
Of de voorspellingen van Edelkoort en Fitzwalter uitkomen, is nog de vraag. Het enige waarvan we vrijwel zeker kunnen zijn, is dat kleding de komende tien jaar groter zal worden dan ooit. Niet omdat wijde kleding hip wordt of omdat we allemaal genderneutrale boernoesen gaan dragen, maar omdat de dragers lijfelijk in volume toenemen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek constateerde in zijn jaarlijkse gezondheidsenquête dat Nederlanders de afgelopen tientallen jaren langer en zwaarder zijn geworden. Mannen zijn nu 3,8 centimeter langer en 2,3 kilo zwaarder per centimeter die ze langer werden dan in 1981; vrouwen 1,5 centimeter en maar liefst 4,7 kilo per gewonnen centimeter zwaarder. Ook Belgen, wijzen onderzoeken uit, zijn de afgelopen decennia langer en zwaarder geworden.
Genoeg reden om aan te nemen dat, als de welvaart aanhoudt, mannen en vrouwen de komende tien jaar nog groter en zwaarder worden. Dat betekent dat de patronen opnieuw onder de loep moeten worden genomen. Maar dat moeten ze toch al, voorspelde eerdergenoemde meesterkleermaker Roy Verschuren op het najaarssymposium van de Textielcommissie. De reden daarvoor is dat het menselijk lichaam ook op andere punten aan het veranderen is. Omdat mensen met een smartphone uren per dag voorovergebogen op hun scherm zitten te turen, zal de stand van het hoofd en daarmee de nek veranderen en op den duur een lichte bochel veroorzaken. Voor een goed zittend jasje, overhemd of jurk zal het rugpand navenant verlengd en gekromd moeten worden.
Lang verhaal kort door de bocht: de komende tien jaar hullen we ons in dikke, donkerbruine, wijde, gerecyclede, weerbestendige, technoslimme capes, een beetje alsof we met z’n allen verkleed als Jedi naar een rollenspel-evenement gaan, lekker twenties afgestyled met een bult op de rug en een stropdas om de hals. Een huiveringwekkend beeld, al is er één voordeel: meedoen aan de mode is nog nooit zo gemakkelijk geweest.