Woensdag 22/03/2023

Interview

Kirsten Flipkens op weg naar de Australian Open: "Van elke speelster weet ik hoe je er kunt van winnen"

Flipkens:
Flipkens: "Ik dubbel graag omdat het in ploeg gebeurt. Single-tennis is een eenzaam verhaal, alleen op die baan.”Beeld Wouter Van Vooren

De carrière­planning van Kirsten Flipkens (32)? Tot in de eeuwigheid tennissen. Daartoe werkt ze hard aan haar geplaagde lichaam. Afgeschreven in 2011, sportvrouw van het jaar 2013, maar nog altijd goed voor een stunt.

Hans Vandeweghe

Van de week gaf Kirsten Flipkens nog op in Hobart, liet de schouder behandelen en wilde geen risico nemen in het vooruitzicht van de Australian Open. Met diezelfde schouder was ze een uurtje bezig geweest op die doordeweekse kille winterdag in het tennis­centrum in Wilrijk toen ze ging zitten voor een van haar schaarse interviews. “Ik ben Kim of Justine niet, dus ik ben wel beschikbaar, maar ik zit er niet op te wachten.”

Aan de trap naar de kantoren van Tennis Vlaanderen hangen foto’s van elke Vlaamse tennisser (m/v) die het centrum is gepasseerd. Ook Kirsten Flipkens. Wie klaar is, hangt er met zijn hoogste ranking. Van wie nog actief is, hangt alleen de foto en nog geen ranking. Behalve van Kirsten Flipkens. Die is nog niet klaar, maar onder haar naam staat het getal 13, de plaats die ze op de WTA-ranglijst bezette in haar gezegende jaar 2013. Alsof Tennis Vlaanderen wil zeggen: “Flipper is klaar, maar ze weet het nog niet.”

Ze tilt er niet zwaar aan. “Het was mij daarnet ook opgevallen. Nu goed, ik ben 32 geworden, de kans dat ik nog beter doe dan die dertiende plaats, is ook niet echt groot.”

Wel vreemd dat je hier nog traint. Uitgerekend hier hebben ze jou al een paar keer afgeschreven.

Kirsten Flipkens: “Ja, maar daar heb ik mij nooit bij neergelegd. De eerste keer was ik junior, had Wimbledon gewonnen. Ik kreeg meer en meer last aan de rug en ineens zei de kine dat het nooit meer goed zou komen. Fin de carrière. Ik kan je verzekeren dat zoiets hard aankomt op die leeftijd.”

Wat heb je precies?

“Ter hoogte van L5-S1 (de lage rug, HV) zit een extra beentje en dat zorgde voor al die ellende. Na die diagnose hier bij de VTV (tegenwoordig Tennis Vlaanderen, HV) ben ik uiteindelijk bij dokter Hermans in Bonheiden terechtgekomen en die wilde niet meer infiltreren. Hij stelde voor om samen met mij naar de bekende Duitse arts Müller-Wohlfahrt in München te rijden.

“Die was categoriek. Ik had twee opties: of mijn bekken openbreken en dat beentje weghalen, maar dan mocht ik tevreden zijn als ik twee jaar later kon wandelen, of onder een scan een verdovende spuit op die plek toedienen en daarna volle bak gaan tennissen om te zien of het hielp.”

null Beeld Wouter Van Vooren
Beeld Wouter Van Vooren

Makkelijke keuze.

“Precies. Ik ben met een bang hartje terug­gereden naar België en een dag later hebben we die spuit gezet. Ik ben zoals opgedragen volle bak gaan tennissen en ik voelde niks. Het hielp dus. Vervolgens hebben ze drie spuiten cortisone op diezelfde plaats ingespoten.”

Dus krijg jij om de zoveel maanden de volle lading cortisone?

“Neen. Het is bij die ene serie spuiten gebleven. Ik ben toen als een gek gaan werken op rug­versterkende oefeningen. Ik moet zowat de eerste geweest zijn in België die continu bezig was met core stability en wellicht een van de eersten die in de Redcord (een toestel voor stabilisatie­oefeningen, HV) zijn gaan hangen bij David Bombeke (befaamde sport­kine, HV).

“Ik blijf uiteraard een zwakke rug hebben, en ik word ouder, maar ik doe er alles aan om die zo sterk mogelijk te houden. In het begin ging ik niet meer lopen, om die schokken te vermijden. Ik zal mij nog altijd niet wagen aan een marathon, maar inmiddels maakt lopen weer de helft uit van mijn conditie­training.”

En de les die je hieruit trekt?

“Geef niet te snel op. Haal een tweede opinie, derde opinie, tot je iets hoort waarvan je denkt, oké hier gaan we voor. Zopas heb ik nog een aankomend talentje dat sukkelt met haar rug de raad gegeven om bij mijn dokter te gaan. En werk hard aan je lichaam. Harder naarmate je ouder wordt, want nu is ook mijn schouder vorig jaar beginnen opspelen en daarom geven we die extra aandacht.

“Ik ben elke dag bezig met gezond blijven. In de zeven weken voor het seizoen deed ik één uur per dag alleen schouder­oefeningen. Dat is geen corvee, echt niet. Ik geniet van met mijn lichaam bezig te zijn, hoewel ik ook heb genoten in die drie weken vakantie toen ik niks heb gedaan behalve met de familie eens lekker gaan eten en met de vrienden iets gaan drinken. Op reis gaan? Neen, dat is aan mij niet besteed. Ik ben al een heel jaar van huis weg. Tweehonderd dagen in 2017 on the road, dat volstaat.”

Sabine Appelmans dacht dat jij nog lang in het tennis zou blijven. Anders dan haar generatie, zei ze.

“Ik blijf tennissen zolang ik het fysiek aankan. Pas als ik er tegenop zie om weer mijn koffer te maken voor vijf weken buitenland, is het genoeg geweest. Deze trip naar Down Under, daar keek ik alweer naar uit. Ik ben op tweede kerst vertrokken naar Auckland, naar het mooie weer. Ik schat dat ik vier weken zal weg zijn. De langste tijd van huis is in juli en augustus voor de Amerikaanse toernooien.”

Heb je iets dat je altijd als eerste in je koffer stopt?

“Bedoel je een teddybeer of zo? (lacht) Neen, daar heb ik geen last van. Wat ik als eerste in de zak stop, zijn vitamines, recuperatie­drank en uiteraard mijn medicatie. Behalve die rug en de schouder, heb ik ook last van een traagwerkende schildklier.

“Ik heb nog de tijd meegemaakt van de dvd’s, maar nu kun je Netflix overal streamen, dus dat scheelt ook in gewicht. Sabine is zelfs beginnen spelen vóór e-mail ingeburgerd was. Zij vertelde mij dat ze nog faxen naar huis moest sturen om te melden hoe het ging. Vandaag heb je zó contact met thuis. Dus die laptop gaat ook altijd mee.”

Op het circuit ben jij allemans­vriendin, niet?

(aarzelend) “Ik denk dat ik graag gezien ben. Ik loop ook al veertien jaar op het circuit rond en ik ken inmiddels zowat iedereen. Als iemand een probleem met mij heeft, zal dat niet aan mij liggen. Met de ene heb je al meer contact dan met de andere. Mijn goeie vriendin was Ana Ivanovic. Was, want ze is gestopt en ze woont nu met haar man Bastian Schweinsteiger (Duits voetballer, HV) in Chicago, waar hij speelt.

“Dominika Cibulková en Petra Kvitova zijn twee speelsters met wie ik het erg goed kan vinden. En dan zijn er anderen met wie je minder contact hebt. Maria Sjarapova is nogal op zichzelf en die zal jou niet even gauw in het hotel aanschieten om samen iets te eten. Dat is haar goed recht.”

Op de ranking staan jullie bij elkaar in de buurt.

“Nu ja, iedereen weet dat Sjarapova normaal in de top vijf thuishoort, maar na haar meldonium-schorsing is ze teruggezakt. Ik sta 75ste. Is dat mijn plaats? De ranking liegt niet. Wil ik daar aan het eind van 2018 staan? Ja, daar zou ik voor tekenen. Ik ben negen jaar geleden in de top honderd gekomen en het zou mooi zijn als ik daar tien jaar kan van maken. Ik kan beter dan 75, maar er moet niet veel gebeuren – een blessure bijvoorbeeld – en ik val uit de top honderd.”

Je dubbelt ook meer dan ooit.

“Ja, dat is ook bewust. Als aanvulling is het welkom. Een aardige bijkomstigheid is het verhoogde prijzengeld. Ik denk dat ik in het dubbel toch gauw 20 procent heb verdiend van mijn prijzengeld. Ik dubbel vooral graag omdat het in ploeg gebeurt. Vroeger heb ik gevoetbald en gebasketbald, ook in ploeg dus. Single-tennis is een eenzaam verhaal, alleen op die baan.”

Wie is de beste van het moment?

(lacht) “Zelfs als ze niet speelt, is dat Serena Williams. Het is niet simpel om haar te kloppen. Behalve bij de nieuwkomertjes weet ik van elke speelster hoe je er kunt van winnen, maar Serena is een ander paar mouwen. Ja, je hebt groot gelijk: haar laten lopen. Maar hoe laat je haar lopen als ze serveert tegen 200 per uur? En als je zelf op je tweede opslag een kanonbal terugkrijgt. Niet simpel.
“Ik heb een goed contact met Serena. Niet dat ze mij vraagt om met haar te trainen, maar we hebben een paar keer tegen elkaar gespeeld en als ik haar tegenkom, maak ik altijd wel een praatje. Sommige vrouwen op het circuit durven zo’n Serena niet aan te spreken, maar je moet gewoon doen tegen die sterren.”

Ben jij moeilijk in de begeleiding? Je had even Xavier Malisse, maar dat was weer snel voorbij.

“Neen, ik ben niet moeilijk. Je kunt mijn trainers op één hand tellen. Malisse tel ik niet mee, dat was maar vier weken. Ik durf te zeggen, zelfs al klinkt dat arrogant, dat ik mijzelf heb gemaakt. Ik heb er zelf voor gekozen om op mijn zeventiende de fuiven te laten schieten, om een trainer te kiezen, om een goeie kine erbij te halen.

“Ik wissel nu ook mijn begeleiding af. Ik ben nu onderweg met een conditie­trainer omdat ik daar nu het meest aan heb. Niemand moet mij vertellen hoe ik moet tennissen, dat weet ik ondertussen al, maar geregeld gaat mijn tennis­trainer wel mee om wat dingen bij te sturen. Maar eerst die conditie en dan pas het tennis.”

Er was dit jaar een en ander te doen rond equal pay. Weet jij wie er eind 2017 75ste stond bij de mannen?

“Steve Darcis, of staat die op 76. Dusan Lajovic? Ik zou niet weten wat die heeft verdiend, maar mannen krijgen doorgaans 40 procent meer betaald.”

O ja? Jij hebt 515.000 dollar (431.000 euro) bruto verdiend en Lajovic 548.000 dollar, dat verschil valt wel mee.

“Dan heeft die jongen slecht gespeeld op de grand­slam­toernooien, dat kan niet anders. Of niet gedubbeld. Ik vind dat er nog grote verschillen zijn. Als de mannen op kleinere toernooien in de eerste ronde verliezen, krijgen ze nog 4.000 dollar. Bij de vrouwen is dat 1.500, daar kun je je onkosten niet van betalen. Er is natuurlijk een verschil tussen mannen- en vrouwen­tennis: wij hebben Serena en Maria als sterren, de mannen hebben vijf echte iconen.”

Ik heb de lijst van de oudste speelsters op het circuit uitgeprint. Alstublieft.

(grist ze weg) “Hein, zijn er maar acht ouder dan ik? Ho zeg, dat heb ik mij nooit gerealiseerd. (tegen Alison Van Uytvanck, met wie ze na het gesprek gaat trainen) Ik ben de negende oudste speelster van het circuit. Oké, steek dat maar rap terug weg.”
Alison Van Uytvanck: “Hoe oud ben jij dan?”
Kirsten: “Net 32 geworden.”
Alison Van Uytvanck: “Ach, jij kunt nog tien jaar mee.”
Kirsten Flipkens: “Dat wil ik je niet aandoen.”

In geen sport kan de vrouw zoveel geld verdienen als in tennis en toch komt zo weinig jong talent bovendrijven. Hoe komt dat?

“Is dat zo? De tijd van een Sjarapova die op haar zestiende Wimbledon won, of nog verder terug van de tiener Martina Hingis, is voorbij. De sterkste speelsters zijn tussen 25 en 30, maar Serena Williams is 37 en nog steeds de beste. Bekijk de gemiddelde leeftijd van de top 100 twintig jaar geleden en nu, ik weet zeker dat die veel hoger ligt.

“Tennis is veel meer een verhaal van fysiek en kracht geworden. Daarnaast is het materiaal ook veranderd. Alle speelsters zijn veel fitter en professioneler. Als er een paar aan power­training doen, dan moet de rest volgen.”

Verbaas je jezelf niet dat je nog standhoudt?

“Ja, eigenlijk wel. Soms sta ik daar bij stil: 32 jaar al, maar ik voel mij niet oud. Ik verzorg mij goed, ik train harder dan ooit, terwijl ik in het begin eerder een speelvogel was. Het is ook allemaal zo relatief. Weet je, ik zal nooit meer vergeten hoe ik hier op mijn 26ste te horen kreeg dat de bond geen budget meer voor mij had en dat ik kon beschikken. Dit was hier mijn thuis en ineens hadden ze mij niet meer nodig. Dat komt heel hard binnen.
“Ik had toen net een probleem gehad met bloedklonters waarvoor ik ook medicatie moet nemen. Dat was ik nog vergeten. Ik had al die rug, die schildklier en dan kwam die diagnose: een klonter in mijn bloed. Had ik niks gemerkt en was die klonter naar boven gegaan, dan was ik er misschien niet meer.

“Maar goed, dan sta je daar, helemaal teruggezakt tot nummer 262 van de wereld, en je gaat overal toernooien spelen. Ik herinner mij in de zomer een toernooi in Craiova: 35 graden, geen airco in een kamer van drie bij drie, joelende straathonden onder mijn venster en bruin water dat uit de kraan kwam. Maar ik hield vol en een jaar later stond ik in de halve finale van Wimbledon.”

Hebben ze zich ooit geëxcuseerd dat ze je de wacht hebben aangezegd?

“Neen, maar nadat ik in april 2012 weg moest, werd ik datzelfde jaar nog Vlaams tennis­speelster van het Jaar. Ik reisde met Kim Clijsters naar de VS, dat waren haar laatste toernooien en ze is toen gestopt op de US Open. Wij hebben daar samen een leuke week beleefd. Na de US Open had ik heel weinig getraind en toen kreeg ik de melding dat ik naar Quebec kon. Zonder veel training en verwachtingen ben ik vertrokken. Lap, won ik toch wel dat toernooi zeg. Het kan raar lopen in de sport.”

Neem je nog overal handdoeken mee?

“Jaaaa. Voor mijn mama, maar dan alleen van de grand­slam­toernooien. Ik ben niet de enige. En de handdoeken van de mannen verschillen soms van die bij de vrouwen en dan doen we aan ruilhandel tussen de mannen en de vrouwen. (lacht) Wij tennissers zijn ook maar gewone mensen, hoor.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234