InterviewEddy Duquenne
Kinepolis-CEO Eddy Duquenne: ‘Terrasjesweer is een grotere concurrent dan Netflix’
‘Een bioscoop lijkt simpel: een filmdoek, popcorn en cola. Maar nu pas krijg ik het gevoel dat ik het snap.’ Eddy Duquenne (56), CEO van Kinepolis, over zijn coronajaar, bonussen voor slechte ideeën en de toekomst van cinema.
Na maanden van gedwongen coronastilte openden de zalen van de beursgenoteerde bioscoopgroep Kinepolis op 9 juni opnieuw hun deuren. Er volgde geen overrompeling: juni klokte af op de helft van het bezoekersaantal van een gemiddelde junimaand vóór corona. Juli sloot af met 62 procent. Toch is Kinepolis-CEO Eddy Duquenne niet ontevreden. “De occasionele bioscoopbezoeker kijkt nog even de kat uit de boom, maar de cinemafans zijn op de afspraak. Het valt op dat onze klanten in de bioscoopshops meer consumeren dan ooit tevoren. Tijdens de lockdowns gaven ze veel minder uit; nu willen ze hun centen laten rollen. Het gaat om een stijging van 15 tot 20 procent. Niet alleen in België, maar in alle landen waar wij actief zijn.”
Eddy Duquenne begon eind jaren 1980 zijn carrière als loketbediende in een ASLK-bankkantoor in Brussel. Later reorganiseerde hij de toerismegroep Sunparks en op 1 januari 2008 werd hij CEO van Kinepolis. Ruim dertien jaar later is hij dat nog steeds.
Adviesbureau PwC berekende dat CEO’s van beursgenoteerde Amerikaanse bedrijven het gemiddeld vijf jaar volhouden. In grote Britse bedrijven geven ze er na gemiddeld 4,6 jaar al de brui aan. Wat is uw geheim?
“Misschien dat ik me als CEO enkel en alleen op Kinepolis concentreer? Die eerste jaren moest de onderneming gestroomlijnd worden. Daar bestaan ronkende omschrijvingen voor, zoals: ‘de bedrijfsstrategie optimaliseren’. In essentie kwam het erop neer dat ik snel de touwtjes stevig in handen nam.”
geboren in 1965 in Jette • studeerde TEW • start loopbaan bij ASLK en groeit door tot manager corporate banking ASLK Bank/Fortis Bank • 1998-2007: CEO Sunparks • wordt in 2007 lid van de raad van bestuur van Kinepolis • sinds 1 januari 2008 CEO van de internationale Kinepolis Group
Dat was toen nodig?
“Zeker, want de resultaten stagneerden. Er hing intern een sfeertje van ‘We zijn de beste’, waardoor het bedrijf in slaap gewiegd leek. Geen zelfverzekerdheid hebben, is problematisch, maar té zelfverzekerd zijn, is óók een probleem. We begonnen voorzichtig te groeien en over te nemen, eerst in Europa en vervolgens overzee. Bij die overnames hielden we altijd rekening met de verzuchtingen van onze nieuwe werknemers én met de lokale gevoeligheden. Wij vinden het als bedrijfsleiding belangrijk om te luisteren naar de mensen op de vloer.
“Daar komt bij dat ons hele aanbod cultureel gebonden is. Dan heb ik het niet alleen over de films, maar ook over bijvoorbeeld de producten in onze shops. Ons shopconcept is wereldwijd hetzelfde, maar de snacks verschillen. Spanjaarden zijn bij wijze van spreken verzot op paella en wij op friet; zoiets moet je niet proberen te veranderen.”
De essentie van een bioscoop is toch overal al decennia onveranderd? Het is een plek waar mensen samen naar een film kijken.
“Precies. Alleen veranderde door de digitalisering de laatste jaren de dynamiek totaal. Toen het internet nog niet bestond, adverteerden bioscopen wekelijks hun programmatie in De Streekkrant. Die bladzijde werd gretig geconsulteerd. Vandaag zit de hele filmprogrammatie in ieders smartphone. We merken dat ook aan onze onlinetickets: die worden vooral besteld via mobiele toestellen. Die verandering is universeel: ook in Madrid is de smartphone de digitale toegangspoort tot het cinemabezoek.”
Intussen zijn er streamingdiensten zoals Netflix, Amazon Prime Video, Apple TV+ en Streamz. Zij produceren steeds meer films en series die ze ook op hun eigen platformen tonen. Vormen zij vandaag de grootste bedreiging voor de cinema?
“Nee. Onze stichter Albert Bert bouwde eind jaren 60, begin jaren 70 de eerste multiplexbioscopen, cinema’s met verschillende zalen. In diezelfde periode brak de kleurentelevisie door. Er werd toen ook verkondigd dat het einde van de cinema nabij was, want voortaan konden mensen thuis voor de buis van hun favoriete films genieten. Bert werd met zijn multiplexen voor gek verklaard.
“Nu weten we dat hij een visionair was. In 1988 bouwde hij in Brussel Kinepolis; met 25 zalen was dat de eerste megaplex ter wereld.”
“In mijn jeugd dacht ik dat Kinepolis een kopie was van een Amerikaanse cinemakathedraal, terwijl het the original is. (lacht)
“Thuis naar films kijken heeft dus altijd bestaan. Alleen werd het steeds makkelijker. Nog niet zo lang geleden ontleenden we cassettes en dvd’s in de videotheek. De beeldkwaliteit was soms ondermaats, wat je van de films op platformen zoals Netflix niet kunt zeggen. Integendeel.”
Netflix en co. zijn toch van een andere orde dan een videotheek?
“Vooral het lineaire tv-kijken lijdt onder streaming. Nederland was het eerste Europese land waar Netflix voet aan wal zette. Het platform werd er gelanceerd in september 2013 en één jaar later had een indrukwekkende 10 procent van de Nederlandse bevolking een Netflix-abonnement. Dat ging níet ten koste van het bioscoopbezoek. Onze grootste concurrenten zijn niet Streamz of Netflix, maar alternatieven voor een avondje uit, zoals een terras op een zwoele zomeravond.
“Waar ik me wél zorgen over maak, is de nieuwe releasepolitiek die sommige studio’s uittesten. Zo stopte op 1 januari 2020, enkele maanden voor de uitbraak van corona, Disney met films en reeksen op Netflix. Sindsdien biedt de filmproducent zijn content rechtstreeks aan de consument aan op zijn eigen gloednieuwe kanaal Disney+. De marge die ze vroeger aan Netflix gaven, willen ze zelf incasseren. Ze willen zo ook een beter beeld krijgen van hun consumenten. Films die vroeger alleen in de bioscoop gereleased werden, boden ze aan Disney+-kijkers aan voor 30 dollar. Ze doopten dat Premium Video on Demand (VOD). De eerste film in dat nieuwe systeem was Mulan. In juli was ruim een derde van de omzet van het openingsweekend van Marvel-kaskraker Black Widow op rekening te schrijven van Disney+. Dé vraag is: zal Premium VOD veel klanten van ons wegsnoepen en wat zijn op termijn de gevolgen voor de hele filmsector?”
Tijdens corona waren de bioscopen wereldwijd dicht. Is het dan niet te begrijpen dat Disney andere manieren zocht om zijn producties te vermarkten?
“Natuurlijk, alleen waren ze al aan hun eigen kanaal aan het sleutelen lang voor corona. Nu de coronapandemie dankzij de vaccins min of meer onder controle lijkt, ben ik benieuwd of Disney bioscoopreleases zal blijven omzeilen.
“In normale omstandigheden wil een studio de omzet en de winst van een film maximaliseren. Tot voor de start van Premium VOD van Disney+ kwam een nieuwe film eerst uit in de bioscoop. Anderhalve maand lang kregen wij dan de exclusiviteit. Daarna konden mensen hem huren of kopen, waarna hij te zien was op streamingplatformen. Vervolgens kochten tv-kanalen de film en kon hij gratis lineair bekeken worden.
“Een succesvolle release in de bioscoop was altijd de motor voor verder succes. In die ‘oude traditie’ kochten mensen eerst een bioscoopticket. Wat zal er gebeuren als een film voortaan tegelijk gereleased wordt in de bioscoop en tegen 30 dollar op een streamingplatform? Dat is de prijs van twee cinematickets. Dat geld zullen mensen geen tweede keer uitgeven. Zal een film in dat nieuwe systeem nog steeds drie keer verkocht worden? Dat betwijfel ik. Waarom zouden wij dan nog de helft van de ticketprijs doorstorten naar de filmstudio als we toch niet langer de enigen zijn met die gloednieuwe blockbuster?”
Aan de vooravond van corona was Kinepolis zo gezond als een vis?
“Jawel. In tegenstelling tot veel andere grote bedrijven voerden wij altijd een voorzichtig beleid. Onze solide financiële basis kwam er niet vanzelf; daar is hard voor geknokt. We keerden niet al onze winsten in dividenden uit en hielden onze schuldgraad onder controle. Soms lieten we kansen voor grote acquisities bewust links liggen. Want we wilden niet verder springen dan onze stok lang is. Dat klinkt wellicht provincialistisch en braaf, maar die strategie legde ons geen windeieren.
“Een bioscoop lijkt doodsimpel: een filmdoek, popcorn en cola. Maar ik kan u verzekeren: nu pas, na bijna 14 jaar, krijg ik het gevoel dat ik het helemaal snap. Wij voelen meteen wat er leeft in de samenleving. De verkiezing van Donald Trump tot president had een negatieve impact op Amerikaanse blockbusters. Vroeger vonden we Amerikaanse films tof – tijdens Trump toch wat minder. De interesse voor lokale films is dan weer heel groot. Volgens mij is dat een gevolg van de naweeën van de globalisering. Want die maakte ook veel slachtoffers. Als reactie daarop plooien mensen zich terug op hun eigen omgeving.”
Intussen werkte Kinepolis wel volop aan in-ternationale expansie. In het najaar van 2019 namen jullie nog de Amerikaanse bioscoop-groep MJR Digital Cinemas over, na de overname in 2017 van Landmark Cinemas, Canada’s tweede grootste bioscoopgroep.
“We trokken naar Canada en Amerika omdat we niet al onze eieren in de mand Europa wilden leggen. We namen die beslissing onmiddellijk na de brexit. Er waren toen in Frankrijk en Nederland verkiezingen gepland met trends die zorgen baarden. Daarom wilden we naar een ander continent.”
Jullie trokken overzee omdat jullie zich zorgen maakten over Europa?
“Toen meer dan nu. We kregen signalen van investeerders dat er veel angst heerste over de macro-economische toestand in Frankrijk en Italië. Ik heb het gevoel dat die dreiging vandaag ietwat weggeëbd is. Kinepolis was vroeger alleen actief in België, Nederland, Frankrijk en Spanje. We hadden enkel een zuidflank. Maar over de hele wereld geldt: hoe zuidelijker, hoe macro-economisch instabieler; hoe noordelijker, hoe stabieler.
“De Europese noordflank is Scandinavië; de Amerikaanse bestaat uit de VS en Canada. Canada heeft een sterk groeiende populatie en een immigratie gericht op kansen geven en nieuwe mensen laten bijdragen aan de samenleving. De koopkracht groeit er, wat zeer positief is voor het bioscoopbezoek.”
Moesten jullie tijdens de coronasluiting overheidssteun vragen?
“We móésten dat niet, maar als we voor overheidssteun in aanmerking kwamen, vroegen we die wel aan. Anders liepen we competitief nadeel op. We doken de crisis in met een relatief lage schuldgraad en flink wat geld in kas. Dat was onze zuurstoffles om de pandemie te overleven.
“Direct en indirect werken er zo’n 5.000 mensen voor Kinepolis. Onze eerste bekommernis was hen in een veilige haven loodsen. Even hielden we geen rekening met onze aandeelhouders. De overheden hadden in het begin amper regelingen klaar, wat geen kritiek is op hoe ze ons door de storm geleid hebben. Want net als wij waren ze totaal verrast.
“De Spaanse overheid kon de golf economisch werklozen als gevolg van de lockdown niet aan. De administratie hinkte hopeloos achterop, waardoor onze werknemers er de eerste maanden geen werkloosheidsvergoeding kregen. Wij beslisten toen om vakantiegeld vooruit te betalen. In Amerika bleven we de ziekteverzekeringen van onze werknemers doorbetalen. De Nederlandse en Canadese overheden keerden geen werkloosheidsvergoedingen uit. Ze vroegen de ondernemers om hun medewerkers aan boord te houden en te blijven betalen. In ruil subsidieerden ze de loonkosten.”
Wat was de beste maatregel? Onze tijdelijke werkloosheid of de subsidieregeling van Canada en Nederland?
“In Canada en Nederland bleven werknemers tijdens de lockdown hun volledige loon ontvangen. Ik hoorde dat na de herneming sommigen ‘teleurgesteld’ waren: ‘Oei, is het nu al voorbij?’ Bij ons ontvingen werknemers 70 procent van ‘een gemiddeld geplafonneerd loon’. Zij voelden de lockdown in hun portemonnee en waren blij dat ze eindelijk weer aan de slag konden.”
Ooit zal al die overheidssteun terugbetaald moeten worden?
“Ongetwijfeld, al is daar voorlopig weinig aandacht voor. We beginnen die trouwens nu al terug te betalen, door de fel aanwakkerende inflatie. Want bij de heropstart van de economie is er plots veel vraag en schieten de prijzen van goederen en diensten als een speer de hoogte in.
“Maar er komt zeker nog wat op ons af. Ik hoop dat we dan verstandig zullen handelen. De belastingen verhogen in een land dat onder zware belastingdruk gebukt gaat, lijkt mij niet de meest aangewezen weg. Dan leggen we onze economische motor stil en raken we nog verder van huis.”
Klopt het dat in 2020 de acht bestuurders van Kinepolis 20 procent van hun vergoeding moesten inleveren vanwege de coronacrisis? En dat een derde van uw salarispakket van dat jaar pas later uitbetaald zal worden?
“Dat klopt. Die inlevering was niet bedoeld om het bedrijf te redden, maar om onze solidariteit met onze medewerkers te tonen. Tijdens de lange coronasluiting gingen we trouwens niet bij de pakken neerzitten. We maakten er gebruik van om de strategie van onze onderneming onder de loep te nemen. In Amerika en Europa neemt sinds WO II het bioscoopbezoek langzaam af. Dat heeft veel te maken met het stijgend aantal andere avondjes uit. De cinema is the cheapest night out, die mensen zich het snelst kunnen veroorloven. Je ziet dat ook in opkomende economieën, zoals China. Hoe meer de welvaart toeneemt, hoe meer duurdere alternatieven voor de bioscoop mogelijk worden.
“Samen naar de film is een sociale gebeurtenis, net als met het hele gezin op restaurant gaan. Alleen is dat laatste veel duurder. In mijn jeugd gingen mijn ouders maximaal een keer of vier per jaar uit eten. Vandaag trekken zeer veel mensen wekelijks naar een restaurant. Voor een deel gaat dat ten koste van het cinemabezoek: jaarlijks neemt ons bezoekersaantal met 0,3 tot 0,5 procent af. Wij proberen dat te counteren door met slimme interventies de omzet per klant lichtjes te verhogen. Elk jaar opnieuw denken we daar samen met onze mensen op de werkvloer over na. Toen corona uitbrak en het land in lockdown ging, groeide het besef dat we dat dalende bezoekersaantal een paar jaar lang gewoon zouden moeten incasseren. Daarom gingen we brainstormen over hoe we onze cinemabeleving nóg kunnen verbeteren. Wist u dat we een bonus van 1.000 euro aan werknemers betalen die met een nieuw idee afkomen dat totaal de mist ingaat?”
Waarom?
“Kinepolis wil een zelflerende organisatie zijn en zo stimuleren wij onze medewerkers om mee na te denken over verbetering. Ideeën die wél lukken, krijgen natuurlijk een hogere bonus. Door ook de mislukkingen te belonen, snijden we mopperkonten à la Statler en Waldorf de pas af. Eerlijkheidshalve moet ik eraan toevoegen dat sinds de uitbraak van corona dit bonussysteem on hold staat.”
Bij veel van uw collega’s uit de cultuursector klonk er tijdens de lockdown gemor. Ze voelden zich niet gehoord door de overheid.
“Cultuur en entertainment zijn natuurlijk de sectoren bij uitstek die mensen samenbrengen. Ze werden door corona midscheeps geraakt. De overheid nam beslissingen gebaseerd op de inzichten van het moment. Als u ons zou vragen of wij met de kennis die we nu hebben op dezelfde manier door de storm zouden varen, is het antwoord wellicht: ‘Ja.’ Al was die hele gezondheidscrisis ook voor ons een leerproces. Als er binnen afzienbare tijd terug een lockdown afgekondigd wordt, weten we aan welke knoppen we moeten draaien. Bij de eerste lockdown zochten we die in het donker op de tast.”
Heeft corona de samenleving veranderd?
“Ik denk het niet. Enkele trends zijn wel versneld, zoals onlinewinkelen. En Netflix zal meer abonnees hebben. Maar fundamenteel is er niet veel veranderd. De mens is een gewoontedier. Ik was altijd een tegenstander van thuiswerken. Mijn motto was: ‘If you care, be there.’ In mijn hele loopbaan werkte ik misschien drie dagen thuis. Nu werd ik verplicht om te telewerken. In het begin liep mijn koffiepauze hopeloos uit. Want dan zat ik gezellig in de keuken te kletsen met mijn vrouw. (lacht) Na een tijdje kreeg die pauze vanzelf weer een normale lengte.
“Ikzelf heb het met dat thuiswerk eerlijk gezegd intussen wel gehad. Ik kwam deze zomer van vakantie en verlangde hevig naar het kantoorleven; 1 september starten we weer op kantoor en ik kijk ernaar uit om opnieuw mensen te ontmoeten.”
Thuiswerken gaat bij Kinepolis op de schop?
“Toch niet, want sommige taken kunnen wel degelijk thuis verricht worden en telewerk zet een rem op nodeloze verplaatsingen. Voor corona reisde ik één keer per maand naar Canada en de VS. Elke maand was ik een week weg, wat neerkomt op een kwart van mijn tijd. Dat kostte veel geld en leverde me telkens weer een jetlag op. Tijdens corona ontdekte ik Zoom. Die videogesprekken met onze mensen overzee verliepen zeer vlot. In de toekomst zal ik dus minder reizen.”
Is dat ook uit bekommernis over de klimaatverandering? De gevolgen daarvan zouden wel eens veel ingrijpender kunnen zijn dan corona.
“We zijn ons daar bij Kinepolis erg van bewust. Wij waren de eerste bioscoop die het afval van de klanten selectief inzamelde. We filmden onze bioscoopzalen met warmtecamera’s om te achterhalen waar er energie verloren gaat en waar er extra geïsoleerd moet worden. We lieten onze warmtesystemen afstellen op de zaalbezetting. Maar we willen nóg een tandje bijsteken en onze mensen betrekken bij hoe we impact kunnen hebben op de samenleving en onze ecologische voetafdruk nóg kunnen verkleinen. Want we willen dat zij zich in de duurzaamheidsfilosofie van Kinepolis herkennen.”
Vorig jaar opende Kinepolis een ScreenX-zaal, waarin de kijker dankzij gesofisticeerde projectietechnologie middenin de film belandt. 4D zorgt er dan weer voor dat kijkers samen met de acteurs de putten in de weg voelen. Wat wordt de volgende hoogtechnologische vernieuwing?
“Op dit moment zijn er niet echt spannende technologische revoluties op komst. We zijn wel ver gevorderd met de installatie van laserprojectie in al onze bioscopen. Een volgende stap zou LED-schermen kunnen zijn, maar eerlijk gezegd staan die in de kinderschoenen. Ze zijn zeer duur en de kwaliteit is voorlopig niet goed genoeg. Het duurt nog wel een paar jaar voor die op punt staan.”
Wat is de laatste film die u zelf in een cinemazaal zag?
“Cruella. Ik zag ook Drunk, de openingsfilm van het laatste Gentse filmfestival. Daar heb ik van genoten. De eerstvolgende film op mijn lijstje is The Ice Road van Jonathan Hensleigh. En ik kijk heel erg uit naar de langverwachte nieuwe James Bond, No Time to Die.”
Gaat u soms ‘incognito’ in een van uw eigen cinemazalen zitten?
“Te weinig. In je eigen zalen zie je als uitbater altijd wel iets dat stoort. Zo wordt het snel weer werk. Je kunt dan beter bij de concurrentie naar de film gaan. Als er daar dan iets misgaat, is er geen ergernis, maar hooguit mild leedvermaak.” (lacht)