AnalyseVS-China
Kan de relatie tussen de VS en China ontdooien op deze ‘top zonder verwachtingen’?
Na vier jaar Donald Trump is de verhouding tussen de Verenigde Staten en China verkild. Vandaag ontmoeten topdiplomaten uit beide landen elkaar weer voor het eerst in lange tijd, in Alaska. Welke eisen stelt Peking aan een hernieuwde relatie met de VS? En wat wil Washington van China?
Vandaag kijken Chinese en Amerikaanse diplomatieke zwaargewichten elkaar voor het eerst in lange tijd in de ogen. Buitenlandminister Anthony Blinken ontvangt in Alaska de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi en Yang Jiechi, die het buitenlandbeleid namens de Chinese Communistische Partij vormgeeft. Namens de Verenigde Staten schuift nationale veiligheidschef Jake Sullivan aan.
Voor deze ‘top zonder verwachtingen’ is geen officiële agenda. Washington en Peking willen slechts aftasten of er een gemeenschappelijke basis te vinden is om uit de malaise van de afgelopen vier jaar te komen. Onder Donald Trump zijn de Chinees-Amerikaanse verhoudingen verziekt op alle terreinen, of het nu om de bilaterale handel gaat of samenwerking bij veiligheids- en klimaatvraagstukken. Via officiële kanalen werd er nauwelijks meer gepraat: Peking en Washington scholden elkaar uit op Twitter.
Wat de nieuwe Amerikaanse president Joe Biden precies van plan is als het gaat om Peking, blijft onduidelijk. Biden heeft geen haast: hij probeert zijn bondgenoten te overtuigen dat de VS terug zijn als wereldleider. Voor Peking voorspelt de recente Azië-tournee van Blinken niet veel goeds, want daar zijn de VS internationale allianties aan het smeden voor een gezamenlijke reactie op China's snel toenemende macht.
Daarom wil China snel een nieuwe start met Biden. Peking is gebaat bij rust en terugkeer naar de oude gang van zaken. Dat geeft tijd om China uit te rusten voor bredere geopolitieke ambities, namelijk een wereldorde die niet draait om Washington.
Slechts één ding hebben de regeringen gemeen. Ze komen allebei naar de besprekingen met een verlanglijstje van zaken die de andere partij moet verbeteren voordat er verder kan worden gepraat. Voorkomen dat deze Alaska-top vastloopt in een litanie van klachten over en weer vergt dus al het nodige diplomatiek kunst- en vliegwerk. De verwachtingen zijn zo pessimistisch dat een beleefd gesprek al als winst wordt beschouwd.
Amerika’s verlanglijstje voor de Alaska-top: Peking, zet stappen anders blijft de harde lijn intact
Joe Biden is niet van plan om tijdens de Alaska-top vandaag van de harde lijn van zijn voorganger af te wijken: China moet zijn goede bedoelingen tonen, anders wordt het niks, is de houding van Washington.
Grote woorden die passen bij een aloude wereldleider
Stel je niet te veel van voor van wat we daar in Anchorage gaan doen, was de boodschap van Amerikaanse diplomaten de afgelopen dagen – maar we gaan wél een hoge borst op zetten. Het is een wat merkwaardige combinatie van bescheidenheid en assertiviteit die past bij het presidentschap van Joe Biden, en misschien wel bij het Amerika van 2021 in het algemeen. De Verenigde Staten zijn na vier jaar Trump niet meer zo zeker van zichzelf, maar hopen, zichzelf een beetje overschreeuwend, nog steeds hun oude rol van leidende wereldmacht weer te kunnen oppakken. “We gaan de communicatielijnen weer openen voor onze bewindslieden om heel, heel direct te zijn, over een lange lijst van zorgen”, zei een diplomaat (anoniem) tijdens een briefing met journalisten deze week. “We willen niet dat ze enige illusies hebben over onze gespierde benadering van hun bijzonder problematische gedrag.”
De nieuwe Biden is niet de oude Biden
Het verbale spierballenvertoon is bedoeld om in elk geval te laten zien: de regering-Biden gaat door met de harde lijn. Daarom hameren de Amerikanen er ook op dat het overleg in hun eigen land plaatsvindt – want toen Trump nog president was, kwamen de Chinezen óók naar de VS. Biden wil laten zien dat hij geen concessies doet die Trump ook niet deed. Vroeger, als vicepresident onder Obama, was hij verzoenlijker in zijn benadering van China als nieuwe wereldmacht, waarmee moest worden samengewerkt.
De nieuwe president is de oude niet
Tegelijkertijd distantieert Biden zich van Trump. Allereerst is dat te zien aan het koppel dat in Anchorage de besprekingen aanvoert: minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken en Nationale Veiligheidsadviseur Jake Sullivan. Deze ongebruikelijke combinatie geeft China twee signalen. Eén: we spreken met één mond, in tegenstelling tot de vorige regering. Trump zelf stuiterde heen en weer tussen vriendschap (‘Xi is een zeer, zeer goede vriend van mij’) en vijandschap (‘Wie is de grootste vijand, (Fed-voorzitter) Jay Powell of Voorzitter Xi?’).
Een tweede verschil: de Amerikanen doen het niet alleen. De afgelopen dagen was Blinken met defensieminister Lloyd Austin op tournee langs Japan en Zuid-Korea, en bracht hij in een Zoom-vergadering met Japan ook Australië en India aan tafel, in een constellatie die de ‘quad’ wordt genoemd. Daarmee willen de Amerikanen nog voor het China-overleg regionale bondgenoten tonen dat ze een gedeelde agenda hebben, en aan China dat hun diplomatieke kracht groter is dan het America First van de afgelopen vier jaar.
In de Interim National Security Strategic Guidance, die Biden deze maand het licht deed zien, staat het zo: “Onze democratische allianties maken het mogelijk om een gemeenschappelijk front te tonen, een gemeenschappelijke visie, en onze krachten te bundelen om hoge standaarden te waarborgen, effectieve internationale regels vast te stellen, en landen als China ter verantwoording te roepen.”
Vooral geopolitieke thema’s op de agenda
Waar willen de Amerikanen het over hebben vandaag? Vooral over de manier waarop China internationale regels en mensenrechten aan zijn laars lapt of in eigen voordeel interpreteert. De situatie in Hongkong, dat door China is ingekapseld. De situatie in Xinjiang, waar de Oeigoeren in heropvoedingskampen zijn opgesloten en gedwongen tewerkgesteld: de Biden-campagne zei vorig jaar dat dat neerkwam op genocide. De Japanse eilandjes in de Zuid-Chinese Zee, waar China steeds agressiever aanspraak op maakt. En Taiwan, dat China nadrukkelijk als bezit beschouwt. De Amerikaanse admiraal Philip Davidson, leider van de Amerikaanse vloot in de Indo-Pacifische regio, verwacht dat China dat eiland binnen de komende zes jaar zal binnenvallen. Ook komt de ‘economische dwang’ aan de orde waarmee China andere landen zijn wil oplegt.
Handel komt later
Een wapenstilstand in de handelsoorlog is nog niet aan de orde. De Biden-regering laat de heffingen en andere importbeperkingen eerst evalueren, dan volgt een besluit. Ook is nog niet duidelijk hoe Biden Xi wil bewegen zijn aan Trump gedane beloften na te komen, namelijk dat China voor honderden miljarden dollars Amerikaanse producten zou kopen. China doet dat niet – de vraag is of Biden dat gaat oplossen met nieuwe heffingen, of de hele handelsdeal zal schrappen.
Samenwerking waar mogelijk
Toch denkt Blinken dat samenwerking nog steeds mogelijk is. “Er zijn gebieden waar het in ons gedeelde belang is om samen te werken, zoals klimaatverandering”, zei hij vorige maand. De diplomaten deze week zeiden dat de relatie “competitief is waar dat hoort, collaboratief waar het kan, en vijandig waar het nodig is”. En wat als China nu helemaal niet wil luisteren, over Xinjiang bijvoorbeeld? “Dan hebben we gewoon heel verschillende meningen. Dan is het nog steeds goed om te horen waar de ander staat.”
China’s verlanglijstje voor de Alaska-top: Washington, erken je fouten en especteer onze rode lijnen
Peking neemt naar de Alaska-top vijf eisen mee waaraan de Verenigde Staten moeten voldoen, wil de relatie met China verbeteren. Zo moet Washington ophouden met het smeden van anti-China-coalities. Welke pijnpunten zijn er nog meer?
Comeback van de rituele dialoog
Al in december stelde de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi een dialoog voor. De afgelopen veertig jaar hanteerden Washington en Peking hun rivaliteit door pijnpunten onder te brengen in praatgroepen, met de Strategische Dialoog als belangrijkste forum. Die netelige onderwerpen zaten dan niet in de weg bij andere vormen van samenwerking.
China is dol op deze geritualiseerde dialogen. Het zijn prachtige parkeerplaatsen voor kwesties waarop China geen duimbreed toegeeft, maar waar de buitenwereld zich zo nodig over moet uitspreken. In goede tijden zagen westerlingen zo’n dialoog al als Chinese tegemoetkoming. Gespecialiseerde diplomaten gaan met elkaar aan tafel om te verklaren dat ze het niet eens zijn en kunnen dan zeggen dat er vooruitgang wordt geboekt. Dit is een goede manier om te voorkomen dat een regering voor China onmogelijke eisen, bijvoorbeeld op het gebied van mensenrechten, vervlecht met dossiers waar het Peking echt om gaat.
Onder Donald Trump ontstond consensus dat China met pappen en nathouden middels dialogen aan het langste eind trekt. Oog om oog, tand om tand werd de nieuwe benadering, waardoor de betrekkingen razendsnel verzuurden. Na het opschorten van vrijwel iedere dialoog, ook de nuttige overleggen, werd het vacuüm gevuld met vijandigheden.
Nu ze weer gaan praten, doemt de eerste onenigheid al op. China kondigt de gesprekken aan als hervatting van die goede oude Strategische Dialoog, terwijl de Amerikanen dat bestrijden. Als de status van het gesprek vandaag al tot meningsverschil leidt, voorspelt dat weinig goeds.
Erken je fouten
Officieel heet dit “de Chinees-Amerikaanse relaties op een objectieve en rationele manier bekijken”. Dus niet tieren over het China-virus, of Amerikaanse bedrijven sommeren hun fabrieken uit China weg te halen. China acht de Verenigde Staten verantwoordelijk voor dit dieptepunt in de relaties en wil dat Washington de hand in eigen boezem steekt. Of Peking ook bereid is tot zelfkritiek? Weinig kans. China heeft namelijk patent op de ‘objectieve en rationele kijk’.
Respecteer onze rode lijnen
Alles wat raakt aan veiligheid, soevereiniteit en ‘recht op ontwikkeling’ – lees economische belangen – zijn rode lijnen. Kan een internationale gesprekspartner die niet respecteren, dan dient hij er in elk geval van weg te blijven.
Een herstart begint wat Peking betreft met de kwestie Taiwan. Trump heeft alle behoedzaamheid rond dit de facto onafhankelijke eiland laten varen, terwijl Peking Taiwan als eigen gebied ziet. In de tijd voor Trump kon China de druk op Taiwan ongestraft opvoeren, want Washington hield rekening met de Chinese gevoeligheden. Terug naar die oude praktijk is uitgesloten.
China zal dus hard moeten slikken om te accepteren dat Amerikaanse politici tegenwoordig op bezoek gaan bij hun Taiwanese collega’s, alsof Taiwan geen afvallige provincie is, maar een echt land. Maar als de Amerikanen nog een stap verdergaan, gaat Peking echt over de rooie.
Na Taiwan volgt een lange lijst soevereiniteitskwesties. Hongkong is ook zo’n geval, en Xinjiang, Tibet, de Zuid-Chinese Zee en eilandjes waarover China met Japan overhoop ligt ook: allemaal Chinese ‘interne aangelegenheden’. Deze rode lijnen gumt Peking nooit weg. Naarmate Chinese diplomaten langer aan het woord zijn, worden het er alleen maar meer. Tegenwoordig heeft China immers wereldwijd ‘recht op ontwikkeling’.
Houd op over regimeverandering
Hier ligt snelle winst voor Joe Biden. Niemand is gebaat bij de chaos van de val van de Communistische Partij, een langdurige Chinese burgeroorlog met enorme vluchtelingenstromen en een wereldwijde economische meltdown. Ook Washington niet.
Toch probeerden Amerikaanse politici onder Trump een wig te drijven tussen de Communistische Partij en het Chinese volk. De Chinese politiek draait juist om het uitgangspunt dat het moderne China zonder de Communistische Partij niet bestaat.
Verandering van regime is vloeken in de kerk van Xi Jinping, de Chinese president die zweert het socialistische systeem te beschermen tegen aftakeling zoals in de Sovjet-Unie. Wie de noodzaak niet snapt, wordt getrakteerd op ideologische pareltjes over de nadelen van door Amerikanen aangestichte kleurenrevoluties.
Geef ons de ruimte in de wereld
Inperking van China als supermacht, dat idee moet van tafel. Peking, in de ban van zijn eigen opkomst, ziet zichzelf als leider van een steeds krachtiger Azië. Waar halen de VS, in Chinese ogen de grootste puinhoop van de in verval geraakte democratieën, het lef vandaan anti-Chinese allianties met bondgenoten te smeden? Want toen de VS over economische ontkoppeling begonnen, kreeg de halve wereld argwaan over alles wat uit China komt, of het nu investeringen, hightechbedrijven of studenten zijn.
Peking ziet liever dat de VS de rommel – de covidcrisis bijvoorbeeld – in eigen huis opruimen en China de ruimte geven. Dan kan Peking weer in alle rust verder werken aan de onschuldig klinkende ‘win-winsamenwerking’ die wereldwijd al tot innige afhankelijkheid van China heeft geleid.