AchtergrondMarokko
Journalist Omar Radi las zijn apps in de krant terug. Nu veroordeelt Marokko hem tot zes jaar cel
Ineens las journalist Omar Radi informatie uit zijn eigen chatgesprekken terug in de staatsgezinde Marokkaanse media. Het was materiaal dat wel van zijn telefoon moest zijn gestolen. Op 22 juni 2020 publiceerde Amnesty International een verklaring: Radi’s telefoon was geïnfiltreerd met de spionagesoftware Pegasus.
Twee dagen later moest Radi zich melden voor zijn eerste verhoor. Hij zou contact hebben met de Britse geheime dienst, spioneren voor de Nederlandse ambassade in Rabat en zelfs een collega hebben verkracht. Pure intimidatie, vertelde de Marokkaanse onderzoeksjournalist in een van de laatste interviews die hij in vrijheid gaf, als wraak “voor wat er is gebeurd met Amnesty”.
Afgelopen maandag werd de 35-jarige journalist door de rechtbank veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. Dezelfde dag trad een groep internationale media naar buiten met een langdurig onderzoek naar Pegasus, software die overheden over de hele wereld gebruiken om de telefoons van lastige journalisten en activisten te hacken. Marokko zou een grootgebruiker zijn, met zo’n 10.000 mogelijke doelwitten. Alleen Mexico overtreft dat aantal.
Repressie
Onmiddellijk ontkende de Marokkaanse regering die beschuldigingen. “Marokko opnieuw in het hart van een sciencefictionsoap”, hoonde het gehoorzame medium Le360. Toch past de spionage in een trend van toenemende verstikking van de landelijke pers in het Noord-Afrikaanse land. De openheid die koning Mohammed VI na zijn troonsbestijging in 2000 leek na te streven, heeft intussen plaatsgemaakt voor keiharde repressie van kritische geluiden.
Justitie veroordeelt journalisten op basis van dubieuze beschuldigingen en daarbij gaat het opvallend vaak om zedendelicten. Zo kreeg Taoufik Bouachrine, uitgever van een van de weinige kritische dagbladen, in 2019 liefst vijftien jaar cel voor verkrachting. In datzelfde jaar hoorde Hajar Raissouni één jaar cel eisen voor “seks buiten het huwelijk” en het laten uitvoeren van een abortus, hoewel zij zegt nooit zwanger te zijn geweest. Haar neef en collega-journalist Souleiman Raissouni verdween vorige week voor vijf jaar achter tralies . Hij zou een man hebben aangerand.
Omar Radi is voorlopig de laatste in dit rijtje. “Ondanks alle intimidatie hield Omar vol dat Marokko zijn land was”, zegt moeder Fatiha Cherribi, een dag nadat ze in de rechtbank van Casablanca getuige was van de veroordeling van haar zoon. “Hij wilde de belangen van de echte burgers verdedigen door de plunderaars en malafide machthebbers te bestrijden.”
Al een decennium bewijst Radi zich als lastpak voor de autoriteiten. Hij begon als mensenrechtenactivist en nam deel aan de protesten tijdens de Arabische lente, waarin vooral jongeren uit de middenklasse democratische hervormingen eisten.
Later ontpopte hij zich als onderzoeksjournalist voor verschillende media. Hij specialiseerde zich in grootschalige landonteigeningen, een onderwerp waarvoor hij zich al had geïnteresseerd als student economie. Radi beschreef hoe het grote kapitaal land inpikte dat in collectief gebruik was door lokale bevolkingsgroepen, zonder daar een fatsoenlijke compensatie tegenover te stellen. Hij ontdekte een “verrotte” elite, zegt moeder Cherribi.
‘Levens zijn vernietigd’
Het leverde hem weinig vrienden op binnen deze elite. De repressie nam geleidelijk toe, zegt Cherribi: radioshows nodigden haar zoon niet meer uit en media waar hij voor schreef, moesten sluiten. Radi nam noodgedwongen freelanceklussen aan, onder meer als vertaler, maar bleef waar hij kon kritische stukken schrijven. “Een moedige en eerlijke journalist”, zegt Hajar Raissouni vanuit Soedan, waar zij na haar celstraf voor een vermeende abortus naartoe verhuisde.
Radi kwam in december 2019 voor het eerst in serieuze problemen met het gerecht. De officiële reden was een tweet, een half jaar eerder verstuurd, waarin hij zich kritisch had uitgelaten over een rechter in de Hirak-rechtszaak. In dat proces werden aanvoerders van de protesten van 2016 en 2017 in het onderdrukte Rif-gebied veroordeeld tot lange celstraffen. Zelf meende Radi dat hij was opgepakt omdat hij tijdens een journalistieke bijeenkomst weer eens had gesproken over de gewraakte landonteigeningen.
In maart vorig jaar veroordeelde de rechter hem tot vier maanden voorwaardelijk. Maar lang duurde het niet voor justitie met nieuwe aanklachten kwam. Nu met een Europese link: de beschuldiging van spionage voor de Nederlandse ambassade. De medewerker aan wie hij informatie zou hebben doorgespeeld, een persmedewerker en persoonlijke vriend van Radi, heeft dit stellig ontkend. Het Nederlandse kabinet hield zich ondanks herhaaldelijke Kamervragen volledig afzijdig.
Organisaties als Amnesty International en Human Rights Watch veroordelen de jarenlange celstraf van de journalist, maar van eerdere kritiek op de rechtspraak trok Marokko zich weinig aan. Ondertussen is de kritische pers verjaagd of opgesloten, sombert Raissouni. “Ze hebben onze levens vernietigd.”