Hemelpostaan Karel Anthierens
Joël De Ceulaer: ‘Zonder jou zouden ‘Knack’ en ‘Humo’ allicht niet zijn uitgegroeid tot de prominentste bladen van Vlaanderen’
In Hemelpost zeggen we vaarwel aan hen die in 2022 zijn komen te gaan. Journalist Joël De Ceulaer schrijft een brief aan Karel Anthierens. De invloedrijke hoofdredacteur overleed op 15 december. Hij werd 87 jaar.
Beste Karel,
Er ging bij jouw overlijden, twee weken geleden op het moment van je keuze, geen golf van verdriet door Vlaanderen zoals iedereen die voelde toen je broer Johan stierf, in maart 2000. Johan was natuurlijk nog erg jong − maar 62, jij had de 87 bereikt − en dan komt de dood veel harder aan. Maar dat het brede publiek zo om hem treurde, had vooral met zijn bekendheid te maken. Johan was een vedette, een spits, een held en voorbeeld voor velen. Dat twee van zijn oudere broers − Jef en jijzelf − niet alleen zijn wegbereiders waren, maar de fundamenten hebben gelegd van een stevig deel van de Vlaamse pers, is helaas een iets te goed bewaard geheim. Jef heb ik niet gekend, jou wel. Ik ben een van de velen die mogen zeggen dat Karel Anthierens hun eerste hoofdredacteur was. Daar ben ik trots op.
In Gedane zaken, een boekje met herinneringen dat onlangs verscheen − verplichte kost voor elke journalist − overloop je veertig jaar carrière. Sommigen maken weleens een overstap onderweg, maar jij waaide − net zoals Johan − werkelijk van de ene redactie naar de andere: je werkte voor zeventien kranten en bladen, op alle trappen van de hiërarchische ladder, maar altijd als stuwende kracht, organisator, talentscout en strenge kwaliteitsbewaker. Laat het voor de jonge lezers hier nog eens geboekstaafd staan: zonder jou zouden Knack en Humo allicht niet zijn uitgegroeid tot de prominentste bladen van Vlaanderen. Bij Humo, waar Jef een eerste draai aan het roer had gegeven, haalde jij Guy Mortier binnen om hem vrij snel hoofdredacteur te maken. Knack heb je in de jaren 70 op koers gezet en gehouden tot je Johan moest volgen naar zijn satirische blad De Zwijger − ‘moest’, want hij kon begenadigd schrijven, maar van bladen maken had hij geen verstand.
Jij wel. En je wist je altijd te omringen met mensen die bepaalde dingen nog beter konden dan jijzelf, hét kenmerk van de sterke leider. Jij wilde iedereen laten groeien en bloeien. In alle vrijheid. Waar en wanneer iemand een artikel schreef, het kon je niet schelen, als het maar goed was. Interessant, wervend geformuleerd, in keurig Nederlands graag.
In dat verband stuurde je mij de belangrijkste brief die ik ooit heb gekregen, eind jaren 80, bij Panorama/De Post. Toen ik eens een paar stukjes in zeven haasten had geschreven, bezorgde je me een lijst met alle taalfouten die je in mijn teksten had ontwaard. Twee volle nachten heb ik daarvan wakker gelegen. De volgende dertig jaar heb ik er de vruchten van geplukt, onder het motto: wees je eigen eindredacteur. Niet dat ik foutloos schrijf, want je bent me blijven mailen als je een flater aantrof in een van mijn columns. De laatste keer, niet zo lang geleden, vroeg je me of ik mijn tekst per abuis op een piano had geschreven, omdat ik het over mijn ‘klavier’ had, in plaats van over mijn ‘toetsenbord’. Je was streng, maar er moest altijd ook gelachen worden. Dat ik een paar maanden geleden nog bij Annie en jou − wat een gastvrij, gelukkig stel waren jullie − op de koffie mocht komen, verschafte mij veel vreugde. Behalve een golf van verdriet voelde ik een glimp van die vreugde ook op je uitvaart in Flagey, waar honderden dankbare mensen waren wier levens jij hebt aangeraakt en beter gemaakt.
(‘Hemelpost’, naar een idee van HP/De Tijd)