Kalifaat
Jihadisten lijken uit op een nieuw kalifaat in de Sahel en het gaat hen voor de wind
Smokkelaars die zich laten beschermen door jihadisten. Jihadisten die garen spinnen bij etnische conflicten. De Sahel is een nieuwe inkomstenbron voor IS en Al Qaida. Staat hier de wieg van een nieuw jihadistisch machtscentrum?
Met bijna dagelijks aanslagen op politieposten, scholen of militaire konvooien in Niger, Mali en Burkina Faso winnen jihadisten in rap tempo terrein in de Sahel. In de grensregio’s zijn bijna een miljoen burgers op de vlucht geslagen en hebben de staten hun gezag vrijwel verloren. De vrees neemt toe dat terreurorganisaties Islamitische Staat (IS) en Al Qaida na het verlies van het kalifaat in Syrië en Irak hun zinnen hebben gezet op de Sahel.
“Een kalifaat in de Sahel kan nog gevaarlijker zijn dan in het Midden-Oosten”, zegt Christian Nellemann van het Global Initiative against Transnational Organized Crime en directeur van de Noorse denktank Norwegian Center for Global Analyses. “Je ziet dat groeperingen die verbonden zijn aan Al Qaida of IS hun aanslagen op militaire doelen steeds meer coördineren. Hiermee proberen ze het gezag van de staat doelgericht te ondermijnen en creëren ze in de woestijn een vrije speeltuin om inkomsten te werven uit criminele activiteiten zoals drugs- en wapensmokkel om zo hun territorium uit te bouwen.”
De onrust in de Sahel begon rond 2012 met de jihadistische opmars in Mali. De opstand die werd geleid door nomadische Toeareg die hun eigen staat nastreven en aan Al Qaida-gelieerde jihadisten, werd in 2014 neergeslagen door Frankrijk. Sindsdien proberen 13.000 VN-blauwhelmen en 4.500 Franse militairen vergeefs de vrede te handhaven. Na de val van kolonel Kadhafi in 2011 in buurland Libië werd de regio verder gedestabiliseerd en raakte het gebied bovendien overspoeld met wapens en huurlingen. Met gerichte aanslagen op politie- en legerposten concentreert het terroristisch geweld zich nu vooral aan de grens van Mali met Niger en Burkina Faso waar lokale milities onder meer strijden om de toegang tot goudmijnen.
Uitbreiding extremisme
Vorig jaar nam het geweld opeens explosief toe. In 2019 vielen 4.000 doden bij honderden aanslagen in Mali, Burkina Faso en Niger. In totaal zijn in de drie landen al 900.000 burgers op de vlucht geslagen voor terreur, zeker 3.000 scholen zijn gesloten waardoor honderdduizenden kinderen niet meer naar school gaan. VN-topman António Guterres waarschuwde vorige maand op het economisch forum in Davos dat er in de regio ‘een oorlog met terreurorganisaties’ gaande is ‘die we verliezen’. Ook waarschuwde hij dat het extremisme uitbreidt richting de landen aan de kust van West-Afrika; Ivoorkust, Togo, Benin en Ghana.
Guterres is niet de enige die de noodklok luidt. Vorige maand riep de Franse president Macron de vijf Sahel-landen ( Mali, Niger, Mauritanië, Burkina Faso en Tsjaad) bijeen om de militaire missie G5 Sahel nieuw leven in te blazen en de krachten te bundelen met de Franse troepenmacht Barkhane (4.500 man) in Mali. Hij riep andere landen op bij te dragen aan de nieuwe gezamenlijke ‘Coalitie van de Sahel’ die het extremisme een halt toe moet roepen. De Verenigde Staten smeekte hij bijna om vooral in de Sahel te blijven. President Trump wil zich juist terugtrekken uit Afrika, ondanks het feit dat de VS in de woestijn van Niger recent voor 110 miljoen dollar de grootste drone-basis op het continent heeft gebouwd.
De terreur in de Sahel wordt heel lastig te stoppen, vreest de Noorse expert Nellemann. ‘Als extremisten eenmaal voet aan de grond hebben en het leger, politie en de staat hebben weggeduwd uit grote delen van de uitgestrekte woestijn, is het voor overheden heel lastig de controle te herwinnen.’ Smokkelaars, jihadisten en criminelen hebben in zo’n staat van wetteloosheid vrij spel en sluiten gelegenheidsverbintenissen om hun eigen doelen na te jagen. Zo laten drugssmokkelaars of illegale gouddelvers zich bijvoorbeeld escorteren door gewapende jihadisten die hiervoor tol heffen. Omgekeerd rekruteren jihadisten jongeren om terreuraanslagen te plegen, in ruil voor bescherming.
Marlboro Man en de jihadi-drug
De grote vrees is dat jihadisten zich meer gaan toeleggen op drugssmokkel. Tot nog toe vormden ontvoeringen en het smokkelen van migranten de belangrijkste illegale inkomstenbronnen. Uit een reeks recente grote drugsvangsten in onder meer Senegal en Kaapverdië blijkt dat steeds meer cocaïne uit Zuid-Amerika zijn weg naar Europa vindt via West-Afrika. De zogeheten Highway 10 – genoemd naar de breedtegraad waarover de cocaïne de oceaan oversteekt – volgt de oude karavaanroutes door de Sahara richting Noord-Afrika. Die routes kennen de Toeareg-nomaden uit vooral Mali, en de Tubu uit Tsjaad en Libië op hun duimpje, volken die door de chaos in Mali en Libië gedwongen op zoek moesten naar andere verdiensten.
De drugstransporten worden nu beschermd en gefaciliteerd door jihadisten die er tol voor vragen. Het gaat niet alleen om cocaïne en hasj maar in toenemende mate ook om de pijnstiller tramadol die vanwege zijn veelvuldige gebruik door IS-strijders ook wel de ‘jihadi drug’ wordt genoemd. Die vermenging van drugshandel en jihad roept herinneringen op aan Marlboro Man, de bijnaam van Mokhtar Belmokhtar. Deze eenogige terrorist uit Algerije financierde ruim tien jaar geleden zijn ‘leger’ van Al Qaida in de Maghreb (AQIM) met inkomsten uit het smokkelen van sigaretten. Belmokhtar zou al een keer in 2015 en in 2016 zijn uitgeschakeld maar zijn dood is nooit bevestigd.
Etnische conflicten
Extremistische groeperingen maken gebruik van bestaande etnische conflicten in de regio om terrein te winnen, zegt Antonio Mazzitelli, regiodirecteur van de UNOCD, de VN-organisatie die zich bezighoudt met de bestrijding van drugs en criminaliteit. Die conflicten gaan van oudsher over de toegang tot vruchtbare grond, vee, mijnen of het monopolie op handelsroutes door de woestijn. De terreurgroepen spelen de etnische groepen tegen elkaar uit om het geweld aan te wakkeren. Zo zou IS op grote schaal Fulani-herders bewapenen om zich te verdedigen tegen onder meer Toeareg-nomaden en Dogon-boeren maar ook tegen wandaden van het leger.
Tegelijkertijd strijden lokale bendes om de lucratieve smokkel in de woestijn van wapens, drugs, migranten en medicijnen die zich ook weer laten ‘beschermen’ door jihadisten. In deze geweldsspiraal grijpen steeds meer burgers naar wapens om zich te kunnen verdedigen omdat de overheid die bescherming niet – meer – biedt. Hierdoor staan steeds weer nieuwe verdedigingsmilities op die zich aansluiten bij extremisten die hen wapens en bescherming bieden in ruil voor jonge ‘rekruten’ voor de jihad.
In deze kip-ei-spiraal is het onderscheid tussen jihadisme en criminele activiteiten vrijwel niet meer te maken. ‘Terrorisme is erg opportunistisch’, zegt Liesbeth van der Heide, terrorisme-expert bij Clingendael en de Universiteit Leiden, ‘een kwestie van vraag en aanbod. Of het nu om smokkelaars of jihadisten gaat, de drijfveren zijn vaak vooral economisch. Ook de jihad is niet gratis. Het kost veel geld om strijders te onderhouden, te bewapenen en te voorzien van Toyota's, motoren en benzine.’
Nieuwe paraplu-organisatie
Wie de jihadisten in de Sahel precies zijn is lastig vast te stellen. Al Qaida is al langer vertegenwoordigd met diverse groeperingen in Mali, Algerije en Mauritanië, maar beleeft sinds 2017 een opleving onder de nieuwe paraplu-organisatie Jama’at Nusrat al Islam wal Muslimen (JNIM). Na de val van het kortstondige mini-kalifaat in Libië in 2016, krijgt ook IS steeds meer voet aan de grond. Zowel Islamitische Staat in de Grotere Sahara (ISGS) als Islamitische Staat in West-Afrika (ISWAP), een afsplitsing van de Nigeriaanse terreurbeweging Boko Haram, manifesteren zich steeds nadrukkelijker met gerichte aanslagen op militaire doelen en scholen in de regio.
Na twee extreem gewelddadige aanslagen op legerposten in Niger in december en januari, waarbij meer dan 130 doden vielen, geldt ISGS nu als de belangrijkste en gevaarlijkste terreurorganisatie in de regio. Volgens Nellemann is aan de geraffineerde werkwijze te zien dat hiervoor ervaren IS-strijders uit Syrië en Irak worden ingezet. Deze ‘special forces van IS’ trainen lokale strijders die ‘ad hoc‘ worden ingehuurd om als gewapende motorbende legerposten aan te vallen.
De uitgestrekte woestijn met duizenden kilometers aan niet te beveiligen grenzen is een geweldig werkterrein voor extremisten en smokkelaars. Bovendien biedt de regio een ongekend potentieel aan gelegenheidsstrijders. Driekwart van de snelgroeiende bevolking is onder de 27 jaar, terwijl er praktisch geen economisch perspectief voor hen is. De vooral nomadische bevolking voelt zich bovendien al decennia ‘vergeten’ en achtergesteld door hun overheid in de hoofdsteden. ‘Vanuit die frustratie zijn jongeren makkelijk te rekruteren door extremisten’, zegt de Noorse expert Nellemann.
Illegale goudhandel
‘De recente geweldopleving wordt gedreven door pragmatisme’, zegt Mazzitelli, ‘iedereen jaagt zijn eigen belangen na. Geweld is gewoon een middel om economische belangen veilig te stellen. Jihadisten zijn zelf niet geïnteresseerd in smokkelroutes of bijvoorbeeld de illegale goudhandel. Zij willen er alleen geld aan verdienen door tol of belasting te heffen of bescherming te bieden. Net zoals ze dat elders in de wereld doen bij het vervoer van legale producten als voedsel, vee of auto’s.’
De Sahel is zo een nieuwe inkomstenbron geworden voor IS en Al Qaida die eerder vooral op de olie in Syrië en Irak teerden. Als basis voor een nieuw kalifaat is de woestijn minder geschikt, denkt van der Heide. ‘De woestijn is feitelijk een grote onbewoonde zandbak, waar niet zoveel eer aan te behalen is. Het zou een puur symbolische functie hebben en dat kan wel een aantrekkingskracht hebben op gemotiveerde strijders uit Syrië en Irak en de rest van de wereld.’
Goudkoorts
Nadat de EU in 2017 een einde maakte aan de smokkelroute van West-Afrikanen via Libië naar Europa moesten ‘vervoerders‘ op zoek naar nieuwe inkomsten. Na de ontdekking van een goudader dwars door de Sahel in 2014 ontstond een ware goudkoorts in Niger, Tsjaad en Burkina Faso. Maar de ontdekking van goud leidde ook tot conflicten tussen etnische groeperingen om toegang tot de artisanale mijnen, waarop zij bescherming zochten bij jihadisten.
In tegenstelling tot drugs, wat indruist tegen het islamitisch geloof, is goud voor jihadisten een interessant exportproduct. Het is makkelijk verhandelbaar en wit te wassen, hetgeen een uitkomst biedt sinds de controles op het internationale betalingsverkeer sterk zijn verbeterd. Inmiddels hebben jihadisten het ook gemunt op grote industriële mijnen. In november vorig jaar vielen in Burkina Faso 39 doden bij een aanval op vijf bussen met mijnwerkers van het Canadese bedrijf Semafo.
Bij de lokale bevolking ontbreekt het volgens Van der Heide vooralsnog aan echte ideologie. ‘Hier in de Sahel is jihadisme vooral heel opportunistisch. De ene dag wapperen jongeren met een IS-vlag, de volgende dag vechten ze voor een lokale warlord of werken ze als smokkelaar. De dag daarna zijn ze veedief en weer een andere dag vechten ze in een zelfverdedigingsmilitie om hun dorp en ouders te verdedigen tegen aanvallen van andere etnische groepen.’
Deze steeds wisselende en complexe dynamiek maakt het extreem moeilijk om de terreur in de Sahel-regio te bestrijden, zeggen alle experts. Volgens Mazzitelli kan het geweld alleen nog worden gestopt door militair ingrijpen, met steun van de internationale gemeenschap. ‘Het territorium moet worden terugveroverd van de extremisten. Maar’, zo waarschuwt hij, ‘dat moet wel gepaard gaan met economische investeringen en herstel van de rechtsorde. Anders kun je ook geen scholen heropenen, dokters aanstellen, misdadigers berechten en politieagenten hun werk laten doen. Mensen moeten zich weer veilig voelen en vertegenwoordigd. Anders wordt een militaire interventie ervaren als een bezettingsmacht en dan werkt het averechts.’
Lees meer over terrorisme in West-Afrika
In Niger zijn de inwoners van het dorpje Tillaberi aan de grens met Mali gevlucht voor de terreur, maar wie zijn de terroristen? Ze begrijpen er niets van en voelen zich door de internationale gemeenschap in de steek gelaten. ‘Waar zijn die Amerikaanse drones als gewapende jongens op motoren ons dorp aanvallen?’