Blik op BelgiëMaarkedal
‘Je moet eens voelen, zulke spieren!’: in Maarkedal kan je de benen van Tom Boonen betasten
Maarkedal heeft er een trekpleister bij: de benen van Tom Boonen. Wat zegt de toestroom van bewonderaars over onze tijd?
Ze kwamen er slechts toevallig voorbij, Niels en Dolf, maar als vanzelf maakten ze de beweging die tientallen, misschien wel honderden toeschouwers hen in de dagen nadien zouden nadoen: ze streelden de benen van een wielergod.
Halfweg hun looptocht over de heuvels van de Vlaamse Ardennen hielden ze halt op de top van de Taaienberg. Uit het televisiejournaal van de avond tevoren hadden ze onthouden dat hier pas een nieuw sculptuur was onthuld, van de benen van Tom Boonen, de oud-wielrenner die op deze plek zo dikwijls zijn duivels ontbond.
Na de streling stelden ze zich een na een op achter de bronzen afgietsels van Boonens nog altijd gespierde benen, alsof ze op die manier ook zouden ervaren hoe het was: drie keer de Ronde van Vlaanderen te hebben gewonnen, vier keer Parijs-Roubaix, een keer het wereldkampioenschap op de weg. “Je moet eens voelen”, zeiden de hardlopers tegen elkaar. “Zulke spieren!”
Relikwie
Kunstenaar en maker van het beeld Thomas Huyghe moet lachen om de anekdote wanneer ik hem opzoek in zijn huis in Maarkedal, op een steenworp afstand van de Taaienberg. Toen hij zelf een kijkje bij zijn beeld – BOONEN BEENEN getiteld – ging nemen, stopten er ook de hele tijd auto’s, fietsers en wandelaars. Alsof Vlaanderen een nieuw bedevaartsoord inliep.
Die sociale interactie was ook het opzet van zijn ontwerp, zegt Huyghe: de betonnen sokkel moet als rust- en zitplaats dienstdoen, tot ontmoetingen tussen passanten en buurtbewoners leiden, terwijl het bronzen beeld de omgeving herschept. “In galeries en musea werk je onvermijdelijk voor een beperkt publiek van ingewijden, maar een project in de openbare ruimte is er voor de hele goegemeente. Met dit beeld heb ik de hele plek willen opwaarderen.”
Veel van Huyghes interesses komen samen in het beeld, zegt hij: architectuur, de plaats van de mens in het landschap, reflecties op het antropocentrisme dat sinds de renaissance zo overheersend is, de klimaatverandering zelfs. “Want welke wereld willen we achterlaten voor de volgende generatie?”
Het beeld is naar de natuur gemaakt. Boonen kwam voor Huyghe poseren, die maakte van elk been een mal en liet naderhand beide benen in brons gieten; zelfs Boonens tattoo en littekens zijn goed zichtbaar. “Het moest tegelijk erg realistisch en universeel zijn”, zegt Huyghe. “Omdat het beeld geen romp of hoofd heeft, kunnen de benen van gelijk wie zijn. Maar het kan ook bijna een relikwie worden, want Boonens benen zullen er binnen een paar jaar wellicht al helemaal anders uitzien.”
Volkshelden
Hoe dan ook komt de Kempenaar dankzij Huyghes kunstwerk in een lange rij van wielrenners met een eigen standbeeld te staan. Vooral de laatste jaren lijkt het subgenre aan een opmars bezig, met nieuwe beelden van onder meer Rik Van Looy (Herentals), Herman Vanspringel (Grobbendonk), Eddy Merckx (Wolvertem) en Jempi Monseré (Roeselare), het ene al mooier dan het andere.
Wat zegt dit over ons, als samenleving?
Huyghe: “Veel, denk ik. In de 19de eeuw werden vooral veel koningen of christelijke figuren op een enorme sokkel geplaatst, waar je als toeschouwer amper bij kon. Nu zie je inderdaad veel wielrenners, volkshelden, die lager en dichter bij de toeschouwer worden afgebeeld. De beeldhouwkunst is toegankelijker geworden en gezondheid, fitheid, een sterk lichaam, presteren, schoonheid en ijdelheid zijn belangrijke thema’s geworden in onze maatschappij. We adoreren nu sporters, en niet langer koningen of Christus.”
Naar vereeuwigde vrouwen is het voorlopig wel ver zoeken. Yvonne Reynders, Nicole Van den Broeck, Jolien D’hoore, Lotte Kopecky: ze wachten geduldig op hun bronzen evenbeeld. Is ook daar de tijd niet rijp voor?