Israël wil enkel nog over veiligheid spreken
Aanslag in Beersheba dwarsboomt vredesbesprekingen van Wye Plantation
JERUSALEM / BRUSSEL.
REUTERS / EIGEN BERICHTGEVING
Twee granaten in Beersheba hebben zo goed als zeker een streep getrokken door de vredesbesprekingen tussen Israëli's en Palestijnen. Terwijl de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de Palestijnse president Yasser Arafat voor de vijfde dag bijeen waren in de Verenigde Staten, raakten bij een aanslag tegen een busstation in Beersheba in Zuid-Israël minstens 64 Israëli's gewond. De Israëlische premier veegde meteen alle agendapunten voor de topontmoeting, behalve veiligheid, van tafel.
De aanslag gebeurde in de drukke ochtendspits. Twee mensen raakten ernstig gewond toen een van de granaten een gat sloeg in het tarmac van het busstation. De aanvaller werd door de politie omschreven als een "Palestijn van de westelijke Jordaanoever van ongeveer 25 jaar oud". Kort na de granaatinslagen werd hij door omstaanders aangevallen en gearresteerd. Op het politiebureau legde hij een schuldbekentenis af.
De aanslag had een onmiddellijke impact op de 'vredesgesprekken' op de Wye Plantation in de landelijke Amerikaanse staat Maryland. Even werd gevreesd dat Netanyahu onmiddellijk zou opstappen, maar Netanyahu's woordvoerder Aviv Bushinsky zei dat daar nog niet aan gedacht wordt. Bushinsky zei wel dat de aanval Israëls eis voor bindende Palestijnse stappen tegen anti-Israëlisch geweld kracht bijzet.
Later op de dag maakten de Israëli's bekend dat ze enkel nog over de veiligheid van Israël wilden spreken. De andere geplande thema's op deze top willen ze niet meer behandelen. De voor gisteren afgesproken besprekingen over de opening van een vliegveld in Rafah in de Gazastrook werden prompt afgelast. Israël wil meer veiligheid als voorwaarde voor de "transfer" van meer grond op de Westelijke Jordaanoever aan de Palestijnen.
Ook de Palestijnse delegatie keurde de aanslag uitdrukkelijk af. Een raadgever van Arafat, Ahmed Tibi, bestempelde de aanslag als een poging om de inspanningen van president Bill Clinton te ondermijnen. "Wij klagen dit aan", zei Tibi, "wij wijzen het vermoorden van onschuldige mensen van de hand."
Intussen is Clinton het wachten en vooral de halsstarrige houding van Netanyahu beu. In de Franse krant Libération beschreef een Amerikaanse diplomaat de onderhandelingen als "een discussie onder tapijthandelaars in plaats van een écht vredesgesprek". Afgelopen weekend liet Clinton verstaan dat deze meeting moest slagen. Een fiasco zou hem er misschien toe brengen de Palestijnse 'staat' te erkennen. Dit laatste is een nachtmerrie voor Netanyahu en het rechtse Israëlische kabinet. Daarom blijven zij deze keer aan de onderhandelingstafel, ondanks de vraag van de hardliners in de Israëlische coalitie en van extreem-religieus joodse organisaties om de top af te blazen.
Kort na de aanslag in Beersheeba verzamelde een twintigtal demonstranten aan het busstation. Zij hielden plakkaten in de hand van de extreem-rechtse Moledet-partij. Vanuit de Palestijnse gebieden zei de spirituele leider van Hamas, sjeik Ahmed Yassin, niet te weten wie of welke groep de aanslag had uitgevoerd. Yassin noemde de operatie wel "gerechtvaardigd". "Zolang de Israëlische bezetting voort blijft duren, hebben wij het recht onszelf te verdedigen", zei hij.