Binnenland
Is de dienstencheque te goedkoop? ‘Met 1.300 euro per maand spring je niet ver’
‘Voor de voordelige prijs van 9 euro per gewerkt uur hebt u een betaalbare huishoudhulp’, staat te lezen over de dienstencheques op Vlaanderen.be. Maar de poetshulpen zelf staat het water aan de lippen. Zij eisen loonsopslag en plannen donderdag acties.
“Met 1.300 euro in de maand spring je niet ver.” Voor Lindsey Lambert, een 37-jarige poetshulp uit Zwevezele, moet er iets gebeuren. “Ik ben blij dat ik mijn man heb, want zonder hem had ik in een sociale woning gewoond, zeker weten.”
“Het maandloon is net genoeg om mee rond te komen”, zegt ook Nathalie Coopman (43) uit Zonnebeke. Zij verdient 1.400 euro netto. Ook over de groeiende werklast is ze niet te spreken. “Soms verwachten mensen dat ik in drie uur hun hele huis poets, maar dat is niet altijd mogelijk. De mensen eisen soms te veel.”
Lambert spreekt ook over toenemende gezondheidsproblemen bij collega’s, zoals het carpaletunnelsyndroom (aandoening van de pols), rug- en nekklachten en burn-outs. “Het is een ideale job voor de uren, maar voor het geld moet je het niet doen. Er móét iets veranderen.”
Stormram
Poetshulpen en vakbonden komen donderdag in actie, waarbij ze ijveren voor een loonsverhoging van 1,1 procent. Die onderhandelingen gingen voor de zomer al van start, maar zonder regering kwam er geen schot in de zaak.
Intussen heeft de Vlaamse regering het belastingvoordeel verminderd, waardoor je als gebruiker binnenkort 7,2 euro betaalt in plaats van 6,3 euro. Volgens de sectororganisatie Federgon zijn duurdere dienstencheques de oplossing, schrijft De Tijd. Door de prijs van een dienstencheque te koppelen aan de index, krijgen de werkgevers meer ruimte om te onderhandelen over een loonsverhoging, stellen ze.
Volgens Issam Benali, federaal secretaris van de Algemene Centrale van de socialistische vakbond ABVV, zijn te goedkope dienstencheques echter niet het probleem. “De grote dienstenchequebedrijven maken nog altijd winst en konden de voorbije jaren mooie dividenden aan hun aandeelhouders uitbetalen. Dat zij net vragen om duurdere cheques in ruil voor een loonsverhoging vinden wij onderhandelen met het mes op de keel. We hebben het gevoel dat de werkgevers ons gebruiken als stormram om meer geld van de regering te krijgen in de vorm van een prijsstijging.”
ABVV ziet meer heil in fiscale aanpassingen, omdat die een kleiner schokeffect veroorzaken bij de klant.
Tweeverdieners
De onderhandelingen strandden twee weken geleden toen de werkgevers de grens trokken bij een eenmalige nettopremie in de vorm van een ecocheque van 130 euro. “Onaanvaardbaar”, zegt Pia Stalpaert, voorzitster van ACV Voeding en Diensten. “Dat zou betekenen dat je in 2021 niets overhoudt van je loonakkoord. Bovendien is een ecocheque beperkt in het soort aankopen je ermee kunt doen.”
Ook ACV is geen vragende partij om de prijs van de dienstencheque op te trekken.
Nochtans valt er wel iets te zeggen voor een prijsverhoging, stelt Ive Marx, hoogleraar sociaal-economische wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. “Dat de consument maar 9 euro betaalt, is natuurlijk veel te laag. De mensen die er veel gebruik van maken, zijn vaak tweeverdieners en hoogopgeleiden. Dat is de omgekeerde wereld, want we subsidiëren nu gezinnen die het al goed hebben.”
“Het was de bedoeling dat door een zware subsidiëring de sector zou ‘verwitten’ en tewerkstelling gecreëerd zou worden voor de zwakste groepen, maar dat is niet gebeurd.”
CAO
De vrees dat een eventuele prijsstijging zou leiden tot een toename van zwartwerk in de sector is onterecht, zegt hij. “De consument heeft zo veel baat bij dienstencheques dat een prijs van 10 of zelfs 12 euro nog steeds zeer competitief is met de zwarte markt.”
In eerste instantie zou een duurdere dienstencheque wel niets opleveren voor de poetshulp, stelt hij. “De lonen van die dienstencheques moeten, net zoals bij iedereen, bepaald worden door CAO’s. Maar je kunt je voorstellen dat er bij duurdere cheques meer ruimte komt om hogere lonen te bedingen.”