AchtergrondIran
Iran wil betogingsdrang van bevolking aan banden leggen met eerste publieke executie
Het lichaam van Iman Zabzikar, gekleed in de lichtblauw-zwart-gestreepte gevangeniskleding van Iran, bungelt meters boven de grond aan een hijskraan. Zijn openbare executie zaterdag in Shiraz was een duidelijke vingerwijzing van de regering dat doodstraf in Iran ook echt doodstraf betekent.
De eerste openbare executie in twee jaar tijd valt samen met het jaarlijks congres van Iraniërs in ballingschap, dat normaal afgelopen weekend gehouden zou worden in Albanië en dat precies over deze ‘middeleeuwse’ kant van het Iraanse beleid gaat. Op aanraden van de Albanese autoriteiten is et congres tot op nader order uitgesteld omwille van terroristische dreigingen. Zabzikar werd publiekelijk opgehangen met de bedoeling het Iraanse volk te intimideren zodat het ophoud met demonstreren.
In Iran wordt al maandenlang gedemonstreerd tegen de almaar stijgende voedselprijzen en de krankzinnige inflatie. Die bedroeg in juni 52,2 procent, en in mei 39,3 procent ten opzichte van dezelfde maanden van het vorig jaar. De voedselprijzen schoten 82 procent omhoog nadat de regering in mei de importsubsidies had afgeschaft.
Volgens demonstranten gaan de protesten niet meer zoals vroeger tegen de politiek, maar tegen de honger. De regering maakt dat onderscheid niet en beantwoordt alle demonstraties met een keiharde campagne van willekeurige arrestaties en veroordelingen. De hervatting van de executies als afschrikwekkend schouwspel is volgens critici duidelijk een onderdeel van deze politiek.
Al 251 executies dit jaar
De eerste openbare ophanging in Shiraz is maar een van de honderden executies die Iran de afgelopen jaren binnen de gevangenismuren heeft uitgevoerd. Het land stond daarmee al bovenaan de ‘executielijsten’ van Amnesty International, maar dit jaar heeft het zijn totale aantal executies nog eens ruim verdubbeld. De eerste helft van 2022 werden volgens mensenrechtenorganisaties minstens 251 veroordeelden ter dood gebracht: dat is al meer dan in heel 2020, toen Iran volgens Amnesty 246 mensen werden geëxecuteerd.
Arrestaties zijn een andere kant van dezelfde medaille. Sinds een paar weken worden steeds meer vooraanstaande Iraniërs opgepakt. Onder hen de ex-minister Mostafa Tajzadeh, die eerder al zeven jaar gevangen zat vanwege zijn felle kritiek op Irans hoogste geestelijk leider Ayatollah Ali Khamenei. Onder de arrestanten zijn ook de vooraanstaande filmregisseurs Jafar Panahi en Mohammad Rasoulof. Zij wonnen beiden een Gouden Beer, de hoofdprijs van het filmfestival van Berlijn: Panahi met Taxi (in 2015) en Rasoulof met De duivel bestaat niet (in 2020).
Jafar Panahi werd gearresteerd toen hij bij het Openbaar Ministerie ging informeren naar Rasoulof en werd meteen opgesloten. Panahi was in 2010 wegens ‘anti-regeringspropaganda’ al tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld, maar toen werd hij na twee maanden voorwaardelijk vrijgelaten. Nu moet hij zijn zes jaar alsnog uitzitten. Rasoulof en Panahi protesteerden in mei samen in een open brief tegen de arrestatie van een aantal collega’s.
De publiek geëxecuteerde Iman Zabzikar was ter dood veroordeeld omdat hij schuldig was bevonden aan de moord op een politieman. Zeker vier anderen wacht, volgens de in Noorwegen gevestigde organisatie Iran Human Rights, nu eenzelfde lot.