NieuwsBuitenland
Iraanse leider prijst militie die protesten met geweld neerslaat: ‘De Basij zijn niet bang voor de vijand’
Lof voor de militie die vooroploopt bij het neerslaan van de protesten in Iran, althans van opperste leider Ali Khamenei. De Mensenrechtenraad van de VN wil juist een onderzoek naar het geweld tegen mensen ‘die geen enkele bedreiging vormden’.
Irans opperste leider, ayatollah Ali Khamenei, heeft de militie geprezen die een belangrijke rol speelt in het neerslaan van de protestbeweging die het land al ruim twee maanden in haar greep heeft. Leden van de Basij “hebben hun leven geofferd om mensen te beschermen tegen de relschoppers”, zei Khamenei zaterdag in een toespraak op televisie. “De Basij zijn niet bang voor de vijand.”
De paramilitaire Basij bestaat uit vrijwilligers en is gelieerd aan de Revolutionaire Garde, het elitekorps van het Iraanse regime. Het gewelddadig neerslaan van de veelal door vrouwen aangevoerde protesten was tot nu voornamelijk in handen van de politie, de oproerpolitie en de Basij. Met name op de universiteiten zijn de Basij actief.
Het leger is al die tijd in de kazernes gebleven. Eenheden van de Revolutionaire Garde hebben alleen opgetreden in enkele Koerdische steden waar het protest buitengewoon omvangrijk en fel was.
Buitenlandse samenzwering
Khamenei wees in zijn toespraak opnieuw op de rol die buitenlandse mogendheden volgens hem spelen in de onrust in Iran. Hij noemde de betogers “hulpmiddelen” van de VS en hun “huurlingen”. De Basij “moeten niet vergeten dat de botsing er vooral een is met de mondiale hegemonie”, zei Khamenei. Volgens hem is er een buitenlandse samenzwering gaande om Iran te destabiliseren.
Volker Türk, Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, waarschuwt dat Iran in een “volwaardige mensenrechtencrisis” verkeert als gevolg van de onderdrukking van tegenstanders van het regime. Türk zei dat donderdag tijdens een speciale zitting van de VN-Mensenrechtenraad in Genève. Hij hekelde het optreden van de Iraanse autoriteiten tegen “ongewapende demonstranten en omstanders die geen enkele bedreiging vormden”.
De Mensenrechtenraad nam een resolutie aan waarin het geweld tegen demonstranten wordt veroordeeld. De raad besloot een “onafhankelijk en onpartijdig” onderzoek te laten instellen naar schendingen van de mensenrechten in Iran.
Het geweld in het land heeft tot nu aan 448 betogers het leven gekost, zo meldt het oppositionele nieuwsbureau Hrana. Onder hen zijn 63 kinderen. Ruim 18.000 mensen zijn gearresteerd. Onder de veiligheidstroepen zouden 57 personen zijn omgekomen.
Veel oogletsels
Iraanse oogartsen hebben hun zorgen geuit over het grote aantal gevallen van oogletsels als gevolg van de confrontaties tussen politie en betogers. Die letsels worden veroorzaakt door schoten met hagel en rubberkogels. “Helaas heeft dit in veel gevallen geleid tot verlies van zicht in een of beide ogen”, aldus de brief, die is gericht aan het hoofd van de Iraanse oogartsenvereniging.
De artsen dringen erop aan dat de organisatie hun zorgen overbrengt aan de betreffende autoriteiten. Het is hun tweede brief over de kwestie. Een eerdere brief werd ondertekend door ruim tweehonderd artsen.