NieuwsHaïti
Interim-premier Haïti wijkt onder internationale druk voor ‘erkende’ Henry
De Haïtiaanse interim-premier Claude Joseph zal plaatsmaken voor Ariel Henry. In een interview met The Washington Post zegt hij ‘in het belang van de natie’ op te stappen.
Een regeringswoordvoerder bevestigde maandag dat Henry een nieuwe regering zal vormen, die dinsdag moet aantreden. Joseph zal daarin de positie van minister van Buitenlandse Zaken krijgen.
Joseph trok het premierschap met steun van de politie en het leger naar zich toe na de moord op president Jovenel Moïse op 7 juli. Zijn positie was echter omstreden omdat Moïse vlak voor zijn dood juist de 71-jarige Henry had aangewezen als premier. Die benoeming was echter nog niet geformaliseerd, waardoor Joseph zijn kans schoon zag.
Tegen The Washington Post zegt Joseph dat hij overeenstemming heeft bereikt met Henry. “Iedereen weet dat ik niet geïnteresseerd ben in deze strijd of in een machtsgreep. De president was een vriend van me. Het enige waarin ik geïnteresseerd ben, is gerechtigheid krijgen voor hem”, zegt Joseph in de krant.
Inclusieve regering
Zaterdag stelde een kerngroep van internationale topdiplomaten in een verklaring dat Henry zijn eerdere opdracht moest kunnen uitvoeren, namelijk het vormen van ‘een inclusieve regering van overeenstemming’. De groep bestond uit ambassadeurs uit onder meer Duitsland, Brazilië, Canada, Frankrijk, de VS, de EU en de Verenigde Naties.
De verklaring kwam enkele uren nadat Moïses echtgenote Martine in Haïti terugkeerde na de behandeling van haar verwondingen. Zij was gekleed in het zwart en droeg een kogelwerend vest en heeft zich nog niet uitgesproken na de moord op haar man in hun huis in Port-au-Prince.
Bij de moord zijn volgens de Haïtiaanse autoriteiten minstens 28 mensen betrokken, van wie velen Colombiaanse huurlingen die waren ingeschakeld via een in Florida gevestigd beveiligingsbedrijf. Diverse verdachten van de moord op de president zouden eerder als informant voor Amerikaanse veiligheidsdiensten hebben gewerkt. De antidrugsdienst DEA heeft toegegeven dat een van de gearresteerden voorheen voor hen werkte.