AchtergrondVenezuela
In Venezuela bekvechten de politici, maar de bendes maken de dienst uit
Terwijl de oppositie en de regering van Venezuela blijven strijden om de politieke macht, regeren op straat de criminelen.
Het voelt alsof je leeft in een “gevangenis met overal ogen”, vertelt een dorpeling in de Venezolaanse deelstaat Zulia. Persbureau Reuters interviewde de afgelopen tijd vele tientallen mensen over het leven van alledag in het westen van Venezuela.
Op veel plekken zijn de regels streng. Na zes uur ’s avonds geldt er bijvoorbeeld een strikt straatverbod, iedereen die het dorp in- of uitgaat wordt geregistreerd, het dragen van wapens door particulieren is verboden, kinderen in de middelbareschoolleeftijd worden gedwongen van school geplukt om op cocaplantages te werken, of in de mijnen waar goud of coltan gedolven wordt.
Voordelen zijn er ook: de misdaad op straat is flink afgenomen, en de beloning voor het werk in de mijnbouw of drugshandel is goed, wat in het economisch volledig ingestorte Venezuela meegenomen is.
De overheid die al die regels uitvaardigt en handhaaft, is niet de overheid die in hoofdstad Caracas zetelt, en waar president Nicolás Maduro de baas van is. Het is de ELN, een rebellenleger uit buurland Colombia, dat het westen van Venezuela al langer als uitvalsbasis gebruikt.
Lange tijd werd dat min of meer gedoogd door Maduro en zijn voorganger Hugo Chávez. Ze zagen ideologische geestverwanten in de ELN, die ooit begon als linkse guerrillabeweging. Maar volgens veel waarnemers verwordt de ELN steeds meer tot een criminele bende met economische belangen, sinds kort ook in de drugshandel, die zulke belangen desnoods met geweld beschermt.
Vacuüm
De afgelopen jaren kwam de ELN steeds vaker tevoorschijn uit het bos, en vestigde zich in bevolkingscentra. Ze springen daarmee in het machtsvacuüm dat is ontstaan nu de staat in Venezuela is ingestort onder de last van grof mismanagement, internationale sancties, dalende olieprijzen en een diepe economische en politieke crisis.
Ver weg, in Mexico, onderhandelen vertegenwoordigers van de regering en de oppositie dit weekend weer over een uitweg uit die politieke crisis. Heel erg van harte gaat dat niet. De oppositie gelooft niet dat er onder het bewind van Maduro eerlijke verkiezingen mogelijk zijn. Maar andere opties hebben ze ook niet. De poging, begin 2019, om parlementsvoorzitter Juan Guaidó als alternatieve president naar voren te schuiven, is definitief mislukt. Maduro bleef gewoon in zijn presidentieel paleis zitten, en het leger bleef achter hem staan.
Voor Maduro zijn de onderhandelingen evengoed een noodzaak. Hij hoopt dat hij zo weer genoeg krediet opbouwt bij de internationale gemeenschap om opnieuw toegang te krijgen tot allerlei buitenlandse tegoeden. Die werden bevroren, toen veel landen verandering roken en Guaidó als wettige president erkenden.
En dus werd, voorafgaand aan de gesprekken van dit weekend, alvast een akkoord bekendgemaakt. De oppositie heeft besloten, onder enig protest, toch weer mee te doen aan de regionale verkiezingen, die voor november op de agenda staan.
Nog los van of ze eerlijk verlopen, en wat de precieze uitslag wordt: de echte machtsstrijd voert Maduro op dit moment niet met de oppositie, maar met de bendes. Want die krijgen niet alleen bij de grens met Venezuela steeds meer macht, ook in hoofdstad Caracas manifesteren ze zich steeds nadrukkelijker als concurrentie van de overheid.
Helemaal nieuw is dat overigens niet. De georganiseerde misdaad heeft al langer veel invloed in het land. Dat bleek wel toen Maduro zich in 2014 genoodzaakt voelde om een soort wapenstilstand te sluiten. Daarbij werden sommige gebieden als zonas de paz, ‘vredeszones’, aangemerkt. Een eufemisme: de Venezolaanse overheid accepteerde het gezag van bendes in bepaalde gebieden, en beloofde de politie er weg te houden. In ruil beloofden de bendes dat ze het geweld op straat binnen de perken zouden houden.
Maar dat lukt niet overal meer. Een van die vredeszones, de wijk Cota 905 in Caracas, met een paar honderdduizend inwoners, ontplofte deze zomer. De wijk, slechts een paar kilometer van het presidentieel paleis, staat onder controle van de beruchte bendeleider ‘El Koki’. Die voelde zich in juli sterk genoeg om zijn territorium uit te breiden.
Militaire actie
Bij een gewapende confrontatie met de veiligheidsdiensten vielen 33 doden. In augustus sloeg het leger terug met een grote militaire actie tegen de bende van El Koki. Gefluisterd wordt dat hij zijn wijk nu ontvlucht is. Maar deze veldslag mag dan voorbij zijn, de oorlog tegen het bendegeweld heeft Maduro nog lang niet gewonnen.
Vergeleken met die harde strijd is het gesteggel met de oppositie een eitje. In reactie op het akkoord met de oppositie kondigde president Maduro aan dat hij straks in november voor de televisie gaat zitten en een schaaltje popcorn erbij pakt, om te aanschouwen hoe zijn uitdager Juan Guaidó weer gewoon naar de stembus gaat.