ReportageTurkije
In Turkije ging de strijd juist om het recht het hoofd te bedekken: ‘Vrouwen met hoofddoek voelden zich tweederangsburgers’
De staat die vrouwen dwingt het hoofd níét te bedekken: dat was, omgekeerd aan Iran, lang de situatie in Turkije. De hoofddoek werd er alsnog gewoon – en is nu weer op zijn retour.
Vrouwen in Iran demonstreren tegen de verplichte hoofddoek. In Turkije was het jarenlang andersom. Daar was het op veel plekken juist verboden een hoofddoek te dragen. Ook daar ging het, zo geven voormalige voorstanders van het verbod nu toe, om een schending van mensenrechten. En ook daar kwamen vrouwen in verzet tegen staatsdwang, al was het maar lijdzaam.
Zoals Rabia Ince (38), wetenschappelijk medewerker aan de faculteit theologie van de Universiteit van Aksaray, een middelgrote stad in Centraal-Anatolië. Als gelovig moslim is zij overtuigd drager van de hoofddoek, hoe modern en ruimdenkend ze ook is.
Toch geeft Ince het gesprek op de valreep een bijna komische draai, als ze verzucht: “Oudere vrouwen voelen zich op hun gemak met de hoofddoek. Ik niet, ik vind het een onding. Maar het dienen van God moet een beetje moeilijk zijn, dan is de beloning groter. Eenmaal thuis doe ik hem met een zucht van verlichting af.”
Ince kwam van het lyceum in de hoogtijdagen van het verbod, ruim twintig jaar geleden. De seculiere machthebbers vreesden dat als ze de islamisten één vinger zouden geven (de hoofddoek), ze spoedig de hele hand zouden nemen – en het hele land. De nieuwe, gelovige middenklasse zag het kledingstuk eveneens als symbool: van haar emancipatie. Zo werd het vrouwenlichaam het slagveld van een cultuurstrijd en van politieke polarisatie.
“Vanwege het verbod ging ik niet studeren”, zegt Ince. “Mijn hele leven ging op pauze. Ik had geen andere plannen, trouwen of zo. Mijn enige droom was doorleren. Maar dat kon niet. Elf jaar lang heb ik allerlei baantjes gehad. Pas in 2011 kon ik naar de universiteit, nadat het verbod was opgeheven.”
Diepe vernedering
Het verhaal van Ince is dat van een hele generatie jonge vrouwen uit gelovige gezinnen, veelal uit de conservatieve provincies van Turkije, wier route naar hoger onderwijs en maatschappelijke vooruitgang werd afgesneden. Het verhaal ook van diepe vernedering door de kemalistische elite in de steden van West-Turkije.
Het seculiere taboe op de hoofddoek gaat terug tot vader des vaderlands Kemal Atatürk. Hij wilde vanaf 1923 Turkije modern en Europeser maken, met een beperkte rol voor de islam. De hoofddoek werd gezien als achterlijk, dorps en islamitisch.
Decennialang was het vanzelfsprekend dat burgers uit de hogere klassen zich modern kleedden, wettelijke maatregelen waren daar niet voor nodig. Dat werd anders na de militaire staatsgreep van 1980, een periode waarin de dorpelingen de maatschappelijke ladder begonnen te beklimmen en de politieke islam op de deur van de macht kwam kloppen. De junta voerde een hoofddoekverbod in voor de overheid en het hoger onderwijs.
“Tot die tijd was niemand tegen vrouwen met een hoofddoek, zolang ze maar schoonmaakster waren”, zegt journalist Busra Cebeci, voormalig hoofddoekdraagster en auteur van een boek over de hoofddoek, Laat iedereen leven zoals zij wil. “Het werd pas een probleem toen ze gingen studeren en goede banen kregen.”
Het verbod werd niet al te streng nageleefd, maar dat veranderde na de ‘zachte coup’ van 1997, toen de generaals opnieuw ingrepen in de politiek. Voortaan werden de regels strikt gehandhaafd, ook in het bestuur. De eerste volksvertegenwoordiger die het waagde gehoofddoekt het parlement te betreden, Merve Kavakci, werd zo’n beetje met pek en veren de zaal uitgewerkt en werd zelfs beroofd van haar staatsburgerschap.
“Het werd een trauma voor mijn generatie”, zegt theoloog Ince. “Vrouwen met een hoofddoek voelden zich tweederangsburgers. Zelfs nu nog, als ik vriendinnen uit die tijd ontmoet, is het een pijnlijk onderwerp. Hun levens stonden stil. Ik ben de enige die de studies na 2011 weer heeft opgepakt. De rest had intussen een gezin. Maar ze zien mijn succes als dat van de hele groep.”
“Voor mijn generatie was de strijd voor de hoofddoek ook een soort strijd om los te raken van thuis, weg van het conservatieve milieu”, zegt Ayse Çavdar, hoofddoekdraagster in de jaren negentig, nu antropoloog aan de Universiteit van Marburg in Duitsland. Alleen zedig gekleed zouden jonge vrouwen uit religieuze families als zij naar de universiteit kunnen, ver weg in de grote stad.
De piek van de polarisatie
Het aantreden van de AKP als regeringspartij, aanvoerder van het verzet tegen het hoofddoekverbod, bracht niet ogenblikkelijk verandering. Premier Erdogan en de zijnen moesten eerst hun plaats veroveren in Turkijes bestuurlijk bestel, dat door kemalisten werd gedomineerd.
Nog in 2007 dreigde de legerleiding met een staatsgreep, toen AKP-voorman Abdullah Gül werd voorgedragen als kandidaat voor het presidentschap. Reden: Güls vrouw droeg een hoofddoek. De generaals haalden bakzeil, maar Hayrünnisa Gül was niet aanwezig bij de inauguratie van haar man.
De polarisatie rond de hoofddoek bereikte een piek in het eerste decennium van deze eeuw. Het seculiere volksdeel voelde zich bedreigd door de maatschappelijke opmars van de gelovige, voorheen lagere klassen. Die waren altijd verborgen geweest, in de provincie of aan de rand van steden als Istanbul. Door de massale en razendsnelle verstedelijking waren ze naar de steden in West-Turkije getrokken.
Daar werden gehoofddoekte jonge vrouwen plotseling zichtbaar in het straatbeeld, soms op uitdagende wijze. Zij gingen, zelfbewuster dan hun moeders, de hoofddoek anders dragen. Niet langer het simpele stuk textiel van het platteland, maar de strakke hidjab, rond de kin en scherp langs de haarlijn. Ook islamitische mode kwam op: tesettür (ingetogen) en toch modern.
Tussen 2008 en 2012 werd, gefaseerd per sector, het hoofddoekverbod opgeheven. Op universiteiten, bij de overheid en in het parlement is de hidjab doodgewoon geworden.
Een bredere trend: mislukte islamisering
Is sindsdien het aantal draagsters van de hoofddoek in Turkije toegenomen? Nee, integendeel. Het gebruik van de hidjab en andere soorten hoofdbedekking daalt gestaag, zo blijkt uit onderzoek. Het aantal vrouwen zonder hoofddoek steeg volgens bureau Konda tussen 2008 en 2018 van 34 naar 37 procent. Het aantal vrouwen met de strakke hidjab daalde van 13 naar 9 procent.
Is er een causaal verband tussen het opheffen van het verbod en die daling? Niet per se. Politicoloog Hakan Yilmaz van de Bosporus Universiteit schreef in 2012 in zijn boek Conservatism, Family, Sexuality and Religion in Turkey dat de trend al geruime tijd gaande was. Denktank Tesev constateerde in 2007 een stijging van het aantal niet-draagsters met 9 procentpunten tussen 1999 en 2006.
Eerder is het fenomeen onderdeel van een bredere trend in de Turkse samenleving, die van secularisering, van mislukte islamisering. Erdogan en zijn AKP hebben in dat opzicht gefaald. “Ze zijn trots op alle universiteiten die ze openen, maar daarmee graven ze hun eigen graf”, zegt socioloog Volkan Ertit, die de seculariseringstrend als een van de eersten in de gaten had. De zelfverklaarde agnost is “als seculier persoon dankbaar dat het verbod is opgeheven, het was een soort fascisme”.
Het verband tussen hoofddoek en politiek heeft ook tegendraadse kanten, zo ontdekte Busra Cebeci. Voor haar boek sprak ze alleen mensen die de hidjab hebben afgelegd. Veel jonge vrouwen deden dat na de Gezi-beweging van 2013, de massale protesten tegen de regering-Erdogan.
“In demonstraties kwamen jonge vrouwen uit conservatieve milieus in contact met seculiere kringen”, zegt ze op het terras van café Ara Güler in hartje Istanbul, waar vrouwen met en zonder hoofddoek zo te zien probleemloos mixen. “Of ze voelden al verbinding als ze het protest op tv zagen. Zeiden ze daar iets over op sociale media, dan werden ze online gelyncht vanuit eigen kring.” De gangbare associatie van de hidjab met de AKP bracht hen ertoe het kledingstuk af te werpen. “Ze wilden niet langer het AKP-label op hun hoofd dragen, de fouten van deze regering.”
Antropoloog Çavdar, die honderden vrouwen ondervroeg over hidjab en islam, hoorde dezelfde verhalen. “Met de hidjab dachten ze ook de autoritaire koers van de AKP te verdedigen”, zegt ze. “Dat wilden ze niet. Deze jonge vrouwen kennen alleen de islam van de AKP. Die last willen ze niet langer op hun hoofd hebben.” Zo ook de 28-jarige Cebeci. Ze was het beu in het links-activistische milieu voortdurend te moeten uitleggen dat ze géén Erdogan-aanhanger was.
Bedekt en onbedekt naast elkaar
Anno 2022 is de maatschappelijke spanning rond de hoofddoek sterk afgenomen. In steden is het heel gewoon jonge vrouwen met hoofddoek te zien, wandelend naast een onbedekte vriendin. In de drukke winkelstraat Istiklal in Istanbul is het vandaag, op een zonnige najaarsdag, onbegonnen werk het aantal van die vriendinnencombi’s (met en zonder) te turven: het zijn er te veel.
Sommige hoofddoekdraagsters hebben loeistrakke jeans en een truitje dat niets te raden laat over de cupmaat. “Örtülü çiplaklar”, gesluierde nudisten, noemen islamisten dat afkeurend. “Ik heb vriendinnen met hoofddoek die een seculier leven leiden”, zegt Cebeci. “Ze drinken alcohol en hebben ongehuwd seks, daar zijn ze heel open over.”
Voor alle duidelijkheid: het opheffen van het verbod is niet het hele verhaal. Ook in Turkije staan meisjes in conservatieve families onder druk het hoofd te bedekken. Cebeci was een van hen. Velen besluiten zich er niets meer van aan te trekken, maar anderen brengen daar de moed niet voor op. Zij schikken zich, al dan niet met tegenzin.
Zowel Cebeci als Çavdar sprak met vrouwen die te maken kregen met de gewelddadige vorm van sociale druk. Sommigen groeiden op in islamitische sektes (tareqats), waaruit ontsnappen vaak gepaard gaat met psychische trauma’s.
Dat neemt niet weg dat de hoofddoek niet langer een speelbal is van politieke krachten. Of toch wel? CHP-leider Kemal Kiliçdaroglu stelde vorige week voor het recht op het dragen van een hoofddoek bij wet vast te leggen. Opmerkelijk: de seculiere CHP was de belichaming van het hoofddoekverbod. Het voorstel moet de conservatieve kiezer bij de verkiezingen volgend jaar paaien. Zo dreigt de AKP links (of rechts?) gepasseerd te worden.
Erdogan kon niet achterblijven. Hij wil de rechten van hoofddoekdraagsters vastleggen in de grondwet.
Zij dragen de hoofddoek (niet)
Melek Karacan (31), wetenschappelijk medewerker theologie aan de Universiteit van Aksaray: “De eerste twee jaar van mijn studie was de hoofddoek nog verboden. Daarom droeg ik een hoed op mijn hidjab, of een pruik. Het zag er zo gek uit, het was zo gênant. De mannen uit conservatieve families hadden geen last, maar zij zagen dat hun dochters en zusters vernederd werden.”
Kiymet Aksoy (28), consultant in Istanbul: “Ik kom uit een religieuze familie in Trabzon, met laagopgeleide ouders. Ik was een rebel. Ik wilde meer açik (open) kleren dragen. Met mijn moeder had ik daar altijd ruzie over, ze schreeuwde tegen me.
“Mijn oudere zussen werden door mijn vader gedwongen een hoofddoek te dragen. Bij mij was hij minder streng. En ik vertikte het, ik haatte die hoofddoek. Omdat ik het goed deed op school, waren ze toch tevreden over me. Maar ik kon niet wachten om in Istanbul te gaan studeren.
“Na de middelbare school stopte ik met bidden. Volgens mijn ouders ben ik op het verkeerde pad, maar we praten nog wel, vooral mijn moeder en ik. Ze hoopt dat ik op een dag terugkeer naar het geloof.”
Adalet Kulaksiz (54), werkster in Istanbul: “We zijn met vier zussen. Twee dragen een hoofddoek, twee niet. Er is nooit druk op me uitgeoefend. Anders had ik het niet gedaan, ik laat me niet dwingen. Voor mij was het een kwestie van geloof, vanaf mijn 15de al.
“Ik heb vijf jaar lagere school gedaan, heb vier volwassen kinderen. Toen mijn oudste zoon afzwaaide uit militaire dienst, mocht ik niet naar de ceremonie vanwege mijn hoofddoek. Vreselijk. Het zijn stereotypen, alsof iedereen met hoofddoek reactionair is.
“De meeste van mijn vriendinnen hebben geen hoofddoek. Op het verlovingsfeest laatst van mijn nichtje waren twee families. Die van haar, conservatief gekleed, en die van hem, allemaal chic en heel bloot. Geen punt!”