ReportageMadrid
In Spanje blijft de El Gordo-loterij heilig, ondanks (of is het dankzij?) de economische misère
Ondanks economische ellende is niet meedoen aan El Gordo, de grootste loterij in de wereld, voor veel Spanjaarden geen optie. Met 180 miljoen stuks zijn er dit jaar zelfs meer loten dan ooit.
Haar verwarming blijft de komende maanden zoveel mogelijk uit, zegt María Teresa Manrique (65) beslist. Hoewel de Madrileense winter wel degelijk streng kan zijn, laat haar kleine pensioentje haar geen andere keuze. “Alles, echt alles wordt duurder. Nee, het gaat niet goed met Spanje.”
Ze zegt het in de lange rij voor Doña Manolita, de bekendste loterijwinkel van het land. Naast haar staat zus Marí Ángeles (65). Hoewel ze een tweeling zijn, zouden ze nauwelijks minder op elkaar kunnen lijken. Waar María Teresa een vierkant gezicht met blauwe ogen en bruin haar heeft, is dat van haar zus lang met bruine ogen en zwart haar. Eén ding hebben ze gemeen: 24671, het nummer van het lot dat ze vandaag allebei kopen. Niet meedoen aan El Gordo of ‘De Vette’, zoals de grootste loterij in de wereld heet, is ondanks de economische ellende niet bij de Manriques opgekomen. Dan de verwarming maar wat lager.
Europa zucht onder de energiecrisis die het gevolg is van de oorlog in Oekraïne, en Spanje zucht volop mee. Voor zijn energie is het zelf niet afhankelijk van Poetin, maar de algemeen hoge inflatie heeft het land midscheeps getroffen. Supermarktprijzen rijzen de pan uit, de huren stijgen met soms honderden euro’s per maand, en vóór het lezen van de energienota schenk je jezelf eerst een goede borrel in. Eén Spaans fenomeen lijkt evenwel immuun voor de economische grafstemming. Dat is de jaarlijkse kerstloterij, beter bekend als El Gordo.
Kinderen zingen winnende nummers
Sinds 1812, het jaar waarin de eerste trekking plaatsvond, is El Gordo naast kindje Jezus en de kerstboom uitgegroeid tot een van de eeuwige symbolen van de Spaanse kerst. Geen loterij ter wereld komt aan de ruim 2,5 miljard euro die ook dit jaar in de prijzenpot zit. De hoofdprijs is in verhouding bescheiden: deelnemers kopen meestal een décimo of één tiende lot à 20 euro, waarmee maximaal 400.000 euro te winnen is. Geen absurde bedragen dus, maar wel een grotere kans om samen met anderen een ‘kleiner’ bedrag te winnen – en dat is de charme.
Gemiddeld koopt de Spanjaard drie décimos met verschillende lottonummers, vaak dezelfde als die van familieleden, vrienden, collega’s of kroeggenoten. De winnaars worden op 22 december op surrealistische wijze bekendgemaakt. Deftig geklede kinderen van de San Ildefonso-school in Madrid zingen urenlang de winnende nummers en de bijbehorende bedragen live op televisie. Wie geen liefhebber is van monotone kinderzang heeft pech: alle tv’s en radio’s in het land lijken die dag afgestemd op El Gordo.
“Het is een van mijn jeugdherinneringen”, zwijmelt Ana Lavilla (51). “Thuis voor de tv, en dan die zingende kinderen…” Samen met Javier (19), die een kop boven de zwarte krulletjes van zijn moeder uitsteekt, staat Lavilla in de 40 minuten durende rij voor Doña Manolita. De wachtenden vormen een lange slang die vanaf de ingang rechts de hoek om kronkelt en pas na 40 meter zijn staart toont. Een kale Argentijnse beveiliger houdt de ingang vrij naar een bruisballenwinkel, die anders door de rij zou worden gebarricadeerd.
Recordaantal loten gedrukt
De drukte in oktober valt nog mee: de sukkels die tot december treuzelen – uw correspondent was vorig jaar een van hen – staan makkelijk twee uur in de rij voor Doña Manolita. De naamgeefster van deze loterijwinkel in het toeristische centrum van Madrid verkocht vanaf 1904 het ene winnende lot na het andere. Inmiddels is de Doña alweer 71 jaar geleden overleden. Toch moet je voor een gezegend lot nog altijd hier zijn, weten de Spanjaarden.
Doña Manolita is daarmee verzekerd van klandizie, maar ook in de rest van het land onttrekt El Gordo zich aan de economische neergang. “We lopen een heel klein beetje achter op vorig jaar, maar toen kochten mensen hun loten vroeger dan gebruikelijk, uit vrees dat de winkels bij een nieuwe lockdown zouden dichtgaan”, zegt Borja Muñiz, voorzitter van het landelijke samenwerkingsverband van loterijkantoren. “Vergeleken met 2019, het laatste jaar voor de pandemie, gaat het juist iets beter.”
De nationale lottoautoriteit heeft meer décimos dan ooit laten drukken: 180 miljoen stuks. Dat El Gordo niet gevoelig is voor de conjunctuur heeft naast traditie ook te maken met groepsdruk, zegt Lavilla. “Als je collega’s op het werk met de pet rondgaan om samen een lotnummer te kopen, doe je mee. Je wilt niet het risico lopen om als enige geen prijs te winnen.”
Over foto wrijven brengt geluk
Voor de staatskas is de loterij een meer dan welkome inkomstenbron in barre tijden. Na het uitdelen van het prijzengeld blijft er een bedrag over dat goed is voor zo’n 0,3 procent van de totale overheidsinkomsten. Deelnemers betalen belasting en zijn er nog vrolijk bij ook – een reden voor drie Spaanse economen om El Gordo in maart dit jaar op vakwebsite VoxEU.org warm aan te bevelen als ‘onconventioneel beleidsinstrument’.
In de rij voor Doña Manolita gaat het niet om die kille cijfers, maar om de magie. Zes décimos koopt María Blanco (54) dit jaar, voor haar en haar familie. Bij het naar buiten gaan wrijft ze de loten over een oude foto van de legendarische lotenverkoopster. “Dat brengt geluk. Zeggen ze althans.” Als klein meisje stond ze hier al aan het loket. Tegenwoordig woont Blanco in Barcelona, toch staat ze hier ieder jaar in de rij. Vooral voor haar 80-jarige vader, die het zelf fysiek niet meer kan. “‘Vergeet niet’, zegt hij dan, ‘om voor je terugreist langs te gaan bij Doña Manolita.’”