In sociaal-democratisch Zweden is zelfs links nu rechts op migratie: ‘De afstand tot de rest wordt steeds kleiner’
Net als de rest van Europa zucht ook Zweden onder de stijgende energieprijzen en inflatie. Toch is hét thema tijdens de parlementsverkiezingen van vandaag bendecriminaliteit. Correspondent Jeroen Visser: “Het wordt heel spannend, waarschijnlijk weten we pas morgen de uitslag.”
Hoi Jeroen! Het clichébeeld dat ik van Zweden heb, is dat van een walhalla van de sociaal-democratie. Is het dat na zondag nog?
“Nou, er zijn twee ontwikkelingen deze verkiezingen die allebei niet stroken met dat beeld van een sociaal-democratisch paradijs. Het opvallende is dat het heel erg gaat over bendecriminaliteit en de vele schietpartijen die er in Zweden plaatsvinden. Veel van deze criminelen zijn twintigers met een migratieachtergrond uit gesegregeerde buitenwijken. En het tweede opvallende is dat de radicaal-rechtse Zweden-democraten, ooit opgericht door neonazi’s, de tweede partij van het land gaan worden.
“De Zweden-democraten zeggen dat dat neonaziverleden en het racisme echt achter hen liggen. Alle extremisten hebben we eruit gegooid, zegt de partijleider. Maar ook deze verkiezingen duiken er weer allerlei politici van de Zweden-democraten op die onversneden racistische uitspraken doen en van de kieslijst worden gegooid. Dat probleem is nog niet opgelost.
“Kandidaten doen daarnaast uitspraken die op het randje zijn, en dat is ook de strategie. Aan de ene kant heb je netjes verzorgde jongemannen die in alle redelijkheid hun beleid uitleggen. En aan de andere kant tweet een kandidaat een foto van een metrostel waarop het logo van de partij te zien is, met de tekst: ‘Welkom in de repatriëringstrein, je hebt een enkeltje. Volgende halte: Kabul.’
"Välkommen till återvandringståget. Du innehar en enkelbiljett.
— Tobias Andersson (@SDTobbe) 16 augustus 2022
Nästa stopp, Kabul!" pic.twitter.com/kaTn0KOinY
“Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben de Sociaal-democraten bijna altijd de regering gevormd. Ze blijven waarschijnlijk wel de grootste, maar hun afstand tot de rest wordt wel steeds kleiner. Volgens de peilingen halen ze 28 procent van de stemmen. Dat is best veel, maar veel minder dan het was.”
Wat is daar de verklaring voor?
“Dat zouden ze zelf ook wel willen weten. Het had voorheen te maken met de opkomst van andere linkse partijen, zoals de Groenen. Maar ze zijn ook stemmen kwijtgeraakt aan de Gematigden en de Zwedendemocraten, wellicht omdat mensen ontevreden zijn over het ruimhartige immigratiebeleid en de aanpak van bendes.
“In deze campagne is het ook opvallend dat de Sociaal-democraten een draai naar rechts hebben gemaakt. Ze pleiten bijvoorbeeld voor ‘etnische plafonds’ in wijken waar veel mensen met een migratieachtergrond wonen. Dat soort ferme uitspraken hoorde je voorheen nooit.
“Het is een strategie die lijkt op die van de Sociaal-democraten in Denemarken, die door net zo rechts of zelfs rechtser te zijn dan de populisten op migratiegebied, proberen daar stemmen te winnen en vervolgens hun sociaal-democratisch linkse programma door te voeren. Het verschil is dat de Deense Sociaal-democraten er vanuit de oppositie mee begonnen en tijd hadden om consequent deze aanpak door te voeren.
“Zweden heeft een groot probleem met schietpartijen. Gemiddeld zijn er 45 dodelijke schietpartijen per jaar, en dat zijn alleen de dodelijke. In dit tempo denkt de politie dat het er dit jaar 75 zullen zijn. De meeste schutters zijn kinderen van migranten en de meeste schietpartijen vinden plaats in wijken waar veel mensen met een migratieachtergrond wonen. Het probleem voor de Sociaal-democraten is dat dit allemaal onder hun bewind is gebeurd. Dus het is lastig om dan met de Deense aanpak campagne te voeren.”
In heel Europa is op dit moment hét politieke thema de stijgende inflatie en met name de stijgende energieprijzen. Welke rol speelt dat in Zweden?
“Dat is na bendecriminaliteit het tweede thema. Vooral in het zuiden van Zweden hebben inwoners last van de hoge prijzen. Mensen betalen er vijf keer zoveel voor stroom als in de rest van het land.
“Zweden is voor elektriciteit opgedeeld in verschillende prijsregio’s. Als de prijs voor energie in buurlanden omhooggaat, gaat ook de prijs in Zuid-Zweden omhoog. In het noorden zijn veel waterkrachtcentrales maar wonen niet veel mensen. Het aanbod is dus hoog en de vraag is laag. Daardoor is de prijs er ook lager. Probleem is dat niet al die energie kan worden doorgeleid naar het zuiden. Dat heeft onder meer te maken met de capaciteit van het stroomnet.
“In de campagne gaat het nu vooral over kernenergie. Energieleverancier Vattenfall heeft kerncentrales gesloten en de discussie gaat er nu over of dat de schuld is van de regering of niet.”
Onze verkiezingen kenmerken zich de laatste jaren door polarisatie en versplintering. Is dat in Zweden ook het geval?
“Veel minder. Het is vrij overzichtelijk welke partijen er zijn. Dat heeft ook te maken met de kiesdrempel van 4 procent van de stemmen. Dat is ook een verklaring waarom de Zweden-democraten, die vergelijkbaar zijn met de PVV, pas relatief laat ten opzichte van andere landen in het parlement zijn gekomen: in 2010.
“Het verschil met Nederland is ook dat partijen zich voor de verkiezingen aansluiten bij een blok, waaruit één premierskandidaat naar voren wordt geschoven. Dus je hebt het linkse blok, met als premierskandidaat de huidige premier Magdalena Andersson en het rechtse blok met als premierskandidaat Ulf Kristersson van de Gematigden.
“De Zweden-democraten zitten in het rechtse blok, maar als zij de grootste worden, leveren ze niet de premier. De andere rechtse partijen willen wel samenwerken met de Zweden-democraten, maar niet met ze regeren. Dus dan komt er een soort gedoogconstructie. En dat vinden de Zweden-democraten ook wel best, dat ze geen regeringsverantwoordelijkheid dragen.
“Op dit moment is het verschil in de peilingen tussen het linker- en rechterblok minimaal, dus het gaat heel spannend worden. Waarschijnlijk weten we daarom ook pas maandag de uitslag.”
Als de blokken van tevoren bekend zijn, hoeven we dus ook geen Nederlandse toestanden te verwachten als het aankomt op het sluiten van een regeerakkoord.
“Het helpt natuurlijk wel dat je op voorhand al bekendmaakt wat je wilt. Maar vorige keer duurde het met zo’n honderdtwintig dagen toch historisch lang. Vier maanden is natuurlijk fors, maar niks vergeleken met de slakkengang in Nederland.”