ReportageVerslavingszorg
In Schotland is het drugsprobleem gigantisch, ex-verslaafden helpen de hulpdiensten vooruit
Nergens in Europa sterven relatief zoveel mensen aan een drugsoverdosis als in Schotland. Ex-verslaafden kennen de problematiek van binnenuit. Daarom worden zij opgeleid tot hulpverleners. ‘Het stigma moet eraf.’
De Schotse Kelly McFarlane (42) stierf in 2011 bijna aan een overdosis heroïne. Nu is zij zorgwerker in opleiding en loopt ze stage bij een organisatie die drugsverslaafden helpt. Ze vertelt het in een ruimte in hartje Glasgow, die soms als leslokaal en soms als vergaderruimte dienst lijkt te doen. Ze is uit Fife gekomen, boven Edinburgh, anderhalf uur met de trein. Speciaal voor een lunch die organisatie Scottish Drugs Forum (SDF) zo meteen voor haar en andere cursisten van het ‘Opleidingsproject voor verslavingswerkers’ heeft georganiseerd in een restaurant in de stad.
McFarlane gaat even frisjes als opgewekt gekleed: zonnebril in het rode haar, vrolijk gekleurde jurk onder een dun, zwart katoenen truitje. Ze vertelt dat zij al op haar dertiende drugs begon te gebruiken. Eerst cannabis en alcohol, daarna MDMA en lsd. Gewoon om wat te experimenteren, zoals veel jongeren doen. Maar op haar zeventiende probeerde ze ook opiaten uit. Toen ging het mis. Ze vond het fijn om haar zorgen ermee te onderdrukken. Veertien jaar lang zou ze verslaafd blijven. De overdosis was het keerpunt. “Ik had plots een moment van helderheid.”
Zo’n moment ervaart helaas niet iedereen in Schotland. Het land kampt met een enorm drugsprobleem. Zeker 60.000 Schotten zijn verslaafd aan opiaten (heroïne, methadon) of valium; meer dan 1 procent van de bevolking (5,5 miljoen). Daar komen alle Schotten die cocaïne gebruiken nog bij. Dat zijn er waarschijnlijk nog meer, al is een cijfer moeilijk te geven. Ook het aantal drugsgebruikers dat in Schotland overlijdt is erg hoog, omgerekend naar bevolkingsomvang zelfs hoger dan waar ook in Europa. In 2021 stierven 1.330 Schotten aan een overdosis, om de zeven uur iemand.
Straf na een terugval
Er liggen meerdere oorzaken ten grondslag aan het Schotse drugsprobleem. Maar zeker één ervan is dat relatief weinig verslaafden in het land in behandeling gaan en blijven, zegt Austin Smith van SDF. “Misschien maar 35 procent van het totaal. Tegen 65 tot 70 procent in Engeland bijvoorbeeld.” Want de Schotse zorginstanties functioneren vaak verre van perfect als het op drugsverslaving aankomt.
McFarlane weet dat uit eigen ervaring. Schotse hulpdiensten hanteerden in de tijd dat zij verslaafd was vaak een bestraffende aanpak binnen de behandeling. “Zij straften mensen bij een terugval in hun gebruik. Soms zetten zij zo iemand zelfs volledig uit het hulptraject.” Ook merkte ze dat de verwerking van trauma’s, vaak aanleiding voor het drugsgebruik, geheel los stond van de verslavingszorg. “Er was nauwelijks aandacht voor je geestelijke gezondheid.”
Schotland heeft een meer humane en begripvolle behandeling van drugsverslaafden nodig, stelt ze. “Want het is al moeilijk zat om je terug te vechten in een samenleving die je afwijst, wanneer je ook nog eens op het dieptepunt van je leven bent aanbeland.” Het is precies waarom McFarlane besloot zich in te schrijven voor het ‘Opleidingsproject voor verslavingswerkers’ van SDF. “Ik wil zorginstanties van binnenuit beter maken, hun als ex-drugsgebruiker laten zien wat wel en wat niet werkt.”
Voor het eerste een vaste baan
Het is een succesvol project. SDF startte ermee in 2004 en leidde sindsdien 349 ex-verslaafden op tot sociaal werkers. Negen op de tien deelnemers voltooien de negen maanden durende cursus. Zij lopen dan naar buiten met werkervaring, via een stage, én met het officiële certificaat dat nodig is om binnen de Schotse sociale en medische hulpverlening volwaardig aan de slag te kunnen gaan. Zo’n 85 procent vindt snel een voltijdbaan. Ook doordat veel zorginstanties kampen met personeelstekorten. De goedgetrainde en doorgaans tot op het bot gemotiveerde nieuwe arbeidskrachten, die ook nog eens ervaringsdeskundigen zijn, vormen dus een uitkomst.
Natuurlijk, de cursisten hebben intensieve begeleiding nodig. Voor sommigen is het hun eerste ervaring met een vaste baan. Anderen vinden het nog moeilijk om met geld om te gaan. En de stage kan overweldigend zijn. Het werk met getraumatiseerde mensen binnen de verslavingszorg of daklozenopvang, waar ook veel cursisten stage lopen, kan de eigen trauma’s weer naar boven brengen.
Het aangaan van banden met anderen helpt
Toch vinden de meesten het dat dubbel en dwars waard. Neem Peter Costello. Hij groeide op in een huishouden met een alcoholistische vader, maakte zijn middelbare school niet af en moest op zestienjarige leeftijd al zijn broer identificeren die met een overdosis een eind aan zijn leven had gemaakt. Costello werd gepest op school. Hij zat vol angst en onzekerheid, en loste dat vanaf zijn veertiende op door te drinken. Als hij dronken was, durfde hij meer. Ook rookte hij wiet. Maar pas toen zijn vader hem het huis uit zette en hij dakloos werd, ging hij zwaardere middelen gebruiken. “Alles wat hielp om me meer op mijn gemak te voelen of tijdelijk aan mijn problemen te ontsnappen.”
Costello kampte met ernstige mentale inzinkingen en wilde er een eind aan maken. Na een overdosis belandde hij in het ziekenhuis. Zijn maag moest worden leeggepompt. Terug in de daklozenopvang begreep hij dat hij zichzelf moest ontwikkelen om uit zijn onmetelijk diepe dal te komen. Hij gaf zich op voor vrijwilligerswerk en deed een zelfbewustwordingscursus. Uiteindelijk kwam hij uit bij SDF.
“Lang dacht ik dat een leven vol verslaving gewoonweg het soort leven was dat hoorde bij mensen zoals ik”, zegt hij met een plat accent dat zijn afkomst uit een arme buitenwijk van Glasgow verraadt. “Maar door met mensen te praten kreeg ik langzaam wat meer zelfvertrouwen”, vertelt Costello. Hij haalt een hand over zijn gladgeschoren hoofd. De les die hij eruit trok: “De beste remedie tegen verslaving is het aangaan van banden met andere mensen”.
Valium zorgt voor steeds meer problemen
Dus wil hij nu zelf andere mensen uit de eenzaamheid van hun verslaving trekken. “Ik wil meer empathie bij de hulpdiensten binnenbrengen”, zegt hij. Hij hoopt ook dat zijn verhaal anderen kan stimuleren. Het laat immers zien dat er een uitweg is. “En zeg nu zelf: zie ik er niet goed uit? Jonger dan 56 jaar, nietwaar?” Hij lacht. “Dat is een van de voordelen van clean zijn en niet meer drinken.”
Costello gebruikte toen hij nog op straat leefde ook benzodiazepine. Oftewel: valium. Die drug vormt een groeiend probleem. Bij autopsie op Schotten die overleden aan een overdosis werd in 2015 nog in ‘slechts’ 191 gevallen valium aangetroffen. In 2021 was dat aantal 918. Het gaat vooral om ‘straatbenzo’s’, die illegaal en zonder toezicht worden geproduceerd. Niet om valium op doktersvoorschrift.
Het baart Jeff Black (45) zorgen dat benzo’s, opiaten en alcohol veel worden gemixt vandaag de dag. Ook hij is al vroeg in Glasgow gearriveerd voor de SDF-lunch. Hij loopt stage bij een organisatie die dak- en thuislozen aan een woonplek probeert te helpen. Zelf was hij tien jaar verslaafd aan heroïne. Hij weet dus wat het mixen van benzo’s daarmee doet. “Je hartslag kan plotseling drastisch dalen, dan houd je gewoon op met leven.” Bij 93 procent van de fatale overdoses in Schotland vorig jaar waren minstens twee soorten drugs in het spel. Black schudt zijn hoofd. “Ik snap ook echt niet waarom zoveel mensen benzo’s slikken. Je gaat er simpelweg knock-out van. Er is niets leuks aan.”
‘Zelfmedicatie’ als ingesleten gewoonte
Maar juist naar verdoving lijken Schotten bovengemiddeld vaak op zoek. Valium, pijnstillers, opiaten – het zijn allemaal ‘downers’: drugs die je rustig maken, die depressies wegnemen, je helpen slapen. ‘Uppers’ als cocaïne, speed en xtc geven gebruikers juist extra energie. Ook alcohol is trouwens een downer. En Schotten staan sinds jaar en dag bekend als zeer zware drinkers. ‘Zelfmedicatie’ bij gevoelens van angst of verdriet lijkt simpelweg generatieslang ingesleten in het land.
Uppers zijn doorgaans iets minder snel verslavend. Maar in het geval van de 32-jarige Laura MacAulay vormde cocaïne, in combinatie met haar alcoholverslaving, wel degelijk een probleem. Dat kwam doordat het haar klauwen met geld kostte: 600 euro per week. Ze werd gearresteerd en kreeg een strafblad, waardoor werk vinden lang bijna onmogelijk leek. Ze woont in een kleine plaats op het platteland, vertelt ze. Daar praten de mensen. “Niemand wilde een veroordeelde ‘junkie of alcoholist’ aannemen.” Inmiddels is ze vier jaar van de drugs af. En sinds ruim een jaar is ze geheelonthouder.
Drugs net zo makkelijk te krijgen als een pint bier
Het stoort haar vooral dat mensen vaak zo zeker weten dat een verslaving iemands eigen schuld is. “Het stigma moet eraf.” Zelf begon ze ooit uit wanhoop cocaïne te gebruiken. Na de geboorte van haar dochter leed ze aan postnatale depressie. Ze voelde zich verschrikkelijk. Een vriendin zei: neem dit, dan voel je je beter. Ze zocht hulp toen haar gebruik uit de hand liep. Maar telkens kreeg ze te horen dat het haar eigen keuze was. Zelfs familie en vrienden keerden zich van haar af. Niemand had oog voor de trauma’s uit haar jeugd. Of voor de giftigheid van de relatie waarin ze verstrikt zat.
Haar dochtertje werd bij haar weggehaald. MacAulay heeft haar al vijf jaar niet meer gezien. Ze moet het doen met af en toe een telefoongesprek van tien minuten. Dus is ze vastbesloten om zich, na de SDF-cursus, te richten op hulp aan jonge vaders en moeders met drugs- en alcoholproblemen. Juist op het vaak vergeten platteland is zulke hulp volgens haar essentieel. Want zelfs daar, zo verzekert ze, bestel je tegenwoordig ‘bijna even makkelijk drugs als een pint bier’.
Volgens Justina Murray, directeur van liefdadigheidsorganisatie Scottish Families Affected by Alcohol and Drugs, kent bijna iedereen in Schotland wel iemand die met een drugs- of alcoholverslaving worstelt. Er bestaat een link tussen armoede en de mate waarin het drugsgebruik schade aanricht, zegt zij. Het aantal drugsdoden ligt een stuk hoger in armere wijken. Toch beperkt de ellende die drugsgebruik aanricht zich niet puur tot die sociaal-economische groep. In rijkere milieus wordt alleen vaak eerder ingegrepen. Daar is bijvoorbeeld geld voor een behandeling in een privékliniek.
Op zich bestaat er goed beleid in Schotland, benadrukt Murray. In vergelijking met Engeland wordt de drugsproblematiek in Schotland minder vanuit een crimineel perspectief benaderd. Maar de goede strategieën op papier vertalen zich nog te weinig in een juiste implementatie.
Behandelingen vinden nog te vaak plaats onder voorwaarden, geeft Austin Smith van Scottish Drugs Forum als voorbeeld. Mensen die verslaafd zijn hebben moeite om zich aan afspraken te houden. Toch worden zij soms uit behandeltrajecten verwijderd zodra zij een regel overtreden. Vaak probeert de hulpdienst zichzelf zo te beschermen. “Want gebeurt er iets met een gebruiker terwijl die onder behandeling staat, dan moet de zorginstelling zich verantwoorden. Sterft iemand eenzaam op straat, dan is het in ieder geval niet het probleem van de hulpdienst.”
Toch zijn er zeker ook successen. Bijvoorbeeld de verspreiding van naloxone-kits: eerstehulppakketten waarin een kant-en-klare naald of een inhaleerapparaat zit. Die kunnen worden toegediend bij een heroïneoverdosis. Naloxone brengt de persoon met de overdosis tijdelijk weer bij. Lang genoeg voor een ambulance om te arriveren. De kits zijn online te bestellen. Ook de Schotse politie gaat ze toevoegen aan haar standaarduitrusting.