Getuigenissen(Ex-)cocaïnegebruikers
‘In onze vriendenkring ontstaat er een grotere tolerantie om ook drugs zoals cocaïne te proberen’
Ontploffende granaten, een minister die onderduikt en een 11-jarig kind dat sterft bij een aanslag. De impact van illegale drugs op de samenleving laat zich steeds zwaarder voelen. De Morgen sprak met (ex-)cocaïnegebruikers over de war on drugs en hun aandeel daarin.
“Het is toch logisch dat je wil experimenteren als je jong bent?” In het hart van de Antwerpse studentenbuurt scrolt een flink beschonken twintiger donderdagavond door de gespreksgeschiedenis van zijn Snapchat-account. In de bewaarde delen van de conversatie met een man worden geldbedragen en locaties vermeld. Helemaal bovenaan staat ook een foto waarop enkele zakjes met wit poeder keurig naast elkaar uitgestald liggen, maar die verwijdert hij snel. “Discretie is belangrijk”, vertelt de handelsingenieur in opleiding.
Al sinds zijn tweede jaar aan de universiteit is hij een occasioneel druggebruiker. Via Snapchat bestelt hij ongeveer maandelijks een gram cocaïne. Als relatief verlegen persoon krijgt hij via de drugs de kans om de teugels toch even te lossen. “Zolang mensen verantwoord gebruiken, is er voor mij geen probleem”, zegt zijn vriendin die aan de overkant van de tafel zit. “Er zijn sowieso almaar minder taboes en ik merk in onze vriendenkring dat er een grotere tolerantie ontstaat om ook zwaardere drugs zoals cocaïne te proberen.”
De vrouw maakt de analyse misschien vanuit een café, maar haar analyse is accurater dan die van de gemiddelde toogfilosoof. Bij een bevraging van Sciensano in 2018 gaf 1,7 procent van de Vlamingen tussen 15 en 64 jaar aan in het voorbije jaar minstens één keer cocaïne gebruikt te hebben, tien jaar eerder was dat nog maar 0,8 procent. Recentere cijfers voor het hele land zijn er niet, maar via analyses van het afvalwater is het wel mogelijk om de gebruikersevolutie in te schatten. In 2021 werd er in Antwerpen een verbruik van 1,5 gram coke per 1.000 personen per dag genoteerd. Geen enkele stad in Europa legde slechtere cijfers voor.
Illegale drugs circuleren in elke maatschappelijke groep en binnen elke leeftijdscategorie, maar de situatie van de jeugd is misschien nog het meest zorgwekkend. In 2018 gebruikte 2,9 procent van de jongeren tussen 15 en 35 jaar cocaïne. Het Vlaams Expertisecentrum Alcohol en Andere Drugs merkte sindsdien nog een sterke toename bij jonge mannen op.
Spannend feestje
Voor jonge gebruikers is cocaïne vaak een manier om een feestje wat spannender te maken, maar niet iedereen heeft het in zich om met mate te gebruiken. Zanger en acteur Bram Van Outryve (37) leerde door de drug zo nieuwe kanten van zichzelf kennen. Nadat hij als 18-jarige een eerste lijn snoof in het uitgaansleven, groeide hij uit tot recreatief druggebruiker. Hij kwam daar nooit mee in de problemen, tot hij tien jaar later merkte dat cocaïne steeds vaker een manier werd om uit te blazen na een zware werkdag. “Ik wilde mezelf belonen, het was een vorm van ontspanning. Maar op een bepaald moment was zelfs een losse schoenveter een aanleiding om te gebruiken. Ik verzon telkens meer uitvluchten”, herinnert hij zich.
Voor de buitenwereld kon Van Outryve zijn druggebruik en de consequenties ervan relatief goed verborgen houden. Al leed hij zelf enorm. Zijn gebit werd brozer, de bijtende stoffen in de coke vraten aan zijn neus en ondertussen werd hij erg paranoïde. “Na mijn hoogtepunt kon ik de slaap vaak moeilijk vatten. Dan keek ik met stress naar de wekker die het begin van een nieuwe werkdag zou inluiden.”
Na een eenzame verslaving van enkele jaren besefte Van Outryve dat hij langzaam ten onder ging aan zijn eigen verhaal. Tijdens een emotioneel gesprek met zijn broer biechtte hij alles op, waarna hij zich twee maanden lang in een afkickkliniek liet opnemen. Sindsdien gaat het beter met hem, al geeft hij toe dat hij de voorbije jaren occasioneel nog coke gebruikte. Van Outryve zegt dat hij de situatie onder controle heeft, maar binnen de samenleving staat het begrip voor recreatief cokegebruik steeds meer onder druk.
In Antwerpen alleen al vonden sinds februari bijna vijftig aanslagen plaats. Het drugsgeweld deint vaker uit naar de levens van onschuldige stadsbewoners. Het lot van Firdaous El Jattari (11), die om het leven kwam bij een schietincident in Merksem, is zo een herinnering aan de wreedheid van de internationale drugsmaffia. Cokegebruikers stoppen met elke verkochte gram meer geld in de zakken van zulke criminelen, maar Van Outryve voelt zich niet aangesproken. “Het was mijn eigen domme fout om mijn lichaam en geest kapot te maken, maar ik voelde me zeker niet verantwoordelijk voor de drugsoorlog. Ik vraag me zelfs af of je die ooit kan stoppen.”
Over die aansprakelijkheid valt te discussiëren, maar met een moraliserend vingertje naar drugsverslaafden zwaaien leidt in de praktijk waarschijnlijk tot weinig anders dan een vergroting van het stigma. In de discussie rond de war on drugs is bovendien vaak te horen dat de belangrijkste verantwoordelijken buiten schot van politie en justitie blijven. Met toegang tot een schijnbaar onbeperkte voorraad financiële middelen hebben de mensen bovenaan de hiërarchie weinig moeite om telkens weer nieuwe dealers te vinden die het vuile werk kunnen opknappen. Het gaat bovendien vaak om mensen uit kwetsbare milieus die een kans zien om snel geld te verdienen of om verslaafden die zo hun eigen gebruik willen bekostigen.
Beter hulp dan straf
Hoe uitzichtloos die situatie is, valt ook op wanneer we donderdagvoormiddag een zitting van de drugskamer in het Antwerpse gerechtsgebouw bijwonen. Een aanzienlijk deel van de personen die terechtstaan, werd eerder al veroordeeld. Alleenstaande moeder N.P. is die ochtend een van de uitzonderingen. De politie vond berichten van haar op de gsm van een dealer en bij een huiszoeking werd 2,8 gram cocaïne teruggevonden. De procureur vertelt daarbij dat ze al ter waarde van 19.150 euro coke bestelde, die ze tijdens haar werk als escorte ook aan klanten gaf. De advocaat bevestigt die bedragen, maar vermeldt dat de vrouw zelf al anderhalf jaar verslaafd is.
In haar pleidooi om de gevangenisstraf van achttien maanden en een boete van 1.000 euro te voorkomen, zegt ze dat ze al contact opnam met de hulporganisatie Gezinnen onder invloed. De schaamte en de professionele hulp zullen volgens haar meer soelaas bieden dan een celstraf.
De filosofie van N.P. keert ook terug in de aanpak van de Gentse drugsbehandelingskamer. Verantwoordelijken van milde criminele feiten hebben vaak een drugsprobleem. Ze een gevangenisstraf of een boete opleggen, brengt vaak weinig zoden aan de dijk als hun verslaving niet aangepakt wordt. Binnen de correctionele kamer in de rechtbank van eerste aanleg krijgen ze de kans om een hulptraject op te starten, enkele weken later keren ze dan terug en vertellen ze hoe het gaat.
Wie een zitting bijwoont, merkt dat die weg naar herstel niet zonder hindernissen verloopt. Afgekickte mensen worden afgewisseld door personen die duidelijk onder invloed van drugs zijn of toegeven dat ze onlangs nog gebruikten. Die eerlijkheid verbaast, maar de kamer vindt het een belangrijke voorwaarde om een traject werkbaar te houden. De aanpak werpt in ieder geval zijn vruchten af. Een onderzoek uit 2015 toont aan dat 80 procent van de mensen die het traject volgen minder criminele feiten pleegt. Slechts een kwart van de opgevolgde personen recidiveert in de eerste achttien maanden.
“Ik heb in anderhalf jaar tijd 16.000 euro aan drugs uitgegeven”, zegt de 24-jarige Thomas* wanneer zijn afspraak bij de drugsbehandelingskamer achter de rug is. In zijn merkkledij maakt hij een zelfverzekerde indruk, maar de jongeman heeft een heftige periode achter de rug. In het uitgaansleven maakte hij eerst kennis met de synthetische drug mefedron, later raakte hij ook verslaafd aan cocaïne. “Het was voor mij een middel om na een feestje weer nuchter te worden. Als je te veel gedronken hebt, ben je niet meer in staat om met de wagen te rijden. Met cocaïne zou dat eventueel wel lukken, het laat je weer helder denken”, vertelt hij.
Nadat hij zijn spaargeld opgesoupeerd had en zijn loon als operator bij een Gentse staalproducent niet meer volstond om zijn gebruik te bekostigen, ging hij zelf dealen. Van daklozen tot advocaten: iedereen kon bij hem terecht. “Ik voelde me nooit verantwoordelijk voor het geweld in de drugswereld. Als ik niet dealde, zou iemand anders het wel doen.”
Die destructieve houding leidde ertoe dat hij steeds afhankelijker werd van de verboden middelen, tot de politie hem in het voorjaar van 2022 slapend achter het stuur vond. Zijn wagen stond aan de kant van de weg geparkeerd, maar het bloed dat uit zijn neus liep deed bij de ordediensten de alarmbellen afgaan. Zijn drugstest was positief en er volgde een huiszoeking in zijn ouderlijke woning.
Thomas verbleef drie dagen in de gevangenis en besefte daar pas hoe ernstig zijn situatie was. Hij slaagde er nadien in om op eigen houtje af te kicken en hij houdt weinig warme herinneringen over aan het milieu waarin hij lang ronddoolde. “Het is een vuile wereld, ik heb zelfs contact gehad met wapenhandelaars. Daarnaast draaide mijn hele leven op een bepaald moment rond drugs. Zelfs om vier uur ’s nachts kon er een telefoontje komen om ergens te gaan leveren.”
In het opbod aan maatregelen om iets aan het toenemende cocaïnegebruik te doen, stelde minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) onlangs voor om mensen die met harddrugs betrapt worden boetes tot 1.000 euro op te leggen. Die kunnen eventueel zelfs van het loon afgehouden worden. Thomas betwijfelt sterk of zulke bedragen hemzelf of zijn voormalige klanten ooit tegengehouden hadden om te gebruiken.
Kleine pakkans
Het is een bedenking die ook IT-consultant en ex-cocaïneverslaafde Klaus* (44) maakt. “De kans dat je met coke gepakt wordt, is honderd keer kleiner dan dat de politie je tijdens een autorit zou tegenhouden voor een alcoholcontrole.” Hij herinnert zich dat hij zelf twee keer naar het politiekantoor moest komen omdat zijn telefoonnummer in de contactenlijst van een dealer opdook. Nadat er een eerste keer niets met zijn getuigenis gebeurd was, was hij bij zijn tweede verhoor ook niet langer nerveus. “Als je bereid bent om voor de verslaving je eigendom op het spel te zetten en tienduizenden euro’s schulden maakt, wil je die boete er wel bijnemen.”
Klaus klauterde de voorbije jaren uit een donker dal. Na een eerste kennismaking met cocaïne op 22-jarige leeftijd, was hij tien jaar lang recreatief druggebruiker. Nadien kampte hij acht jaar met een verslaving die hem bijzonder veel kostte. Het geld vloog de deur uit en er werd verschillende keren beslag gelegd op zijn loon. Brieven van deurwaarders bleven ongeopend en noodzakelijke werken in zijn appartement werden niet uitgevoerd.
Die hele periode bleef Klaus aan de slag, zelfs zijn collega’s en partner wisten niet dat hij op het hoogtepunt van zijn verslaving dagelijks coke snoof. Tot zijn vriendin hem in het voorjaar van 2020 vroeg om een kleine geldopname te verklaren. Klaus schoof haar prompt een website van Narcotics Anonymous onder de neus, waarna zij definitief vertrok. Met hulp van zijn ouders slaagde hij er nadien in om zijn schuld af te lossen en zijn gebruik volledig af te bouwen. Vandaag gaat het beter met hem, maar hij woont nog steeds sessies van hulpgroepen bij en beseft dat cocaïne altijd een zwakke plek zal vormen.
In het debat over de drugsoorlog waarschuwt hij dat politici die cocaïne volledig willen bannen, wel eens van een koude kermis kunnen thuiskomen. “Het is eigen aan de mens om naar roesmiddelen te zoeken. Net zoals bij de Drooglegging in de Verenigde Staten leidt de war on drugs alleen maar tot meer geweld.” Hij maakt daarbij een onderscheid tussen mensen die er verantwoord mee omgaan en anderen die verslaafd raken. “Sommige mensen kunnen er nu eenmaal verstandig mee omgaan en anderen niet”, zegt hij. Benieuwd of de familie van Firdaous en de andere duizenden slachtoffers van drugsgeweld dat onderscheid even vlot kunnen maken.
* Thomas en Klaus zijn schuilnamen.