FotoreportageTim Dirven
‘In Oeganda is zich zo’n grote ramp aan het voltrekken, maar niemand ziet het gebeuren’
In het noordoosten van Oeganda woedt een conflict waar bijna niemand van weet. Door het wapengekletter en het uitdrogen van de bodem verliezen boeren hun vee, en soms zelfs hun leven. Fotograaf Tim Dirven trok erheen en legde de wanhoop van de bevolking vast.
Ngorok Angelokori is 65. Dat ze het is kunnen worden, mag een klein wonder heten. Het afgelopen jaar werd ze drie keer het slachtoffer van plunderingen. Ze verloor haar vee, haar voedselvoorraden, haar kookgerei, haar identiteitskaart. Alles wat ze bezat, alles wat ze was. Tot de kleren die ze droeg toe. Toen de plunderaars vertrokken, lieten ze Ngorok naakt achter.
En daar hield het voor haar niet eens op. Ze verloor in 2022 ook nog haar dochter en haar drie maanden oude kleindochter: gestorven aan de hongerdood. De zorg voor de twee andere kleinkinderen, 8 en 5 jaar oud, ligt nu volledig bij haar.
De zoon van Abibah Moru was 26 toen hij afgelopen december werd neergeschoten bij een plundering in hun dorp. De kleine kudde vee van het gezin stond ’s nachts rond hun huis. Een bende stal het vee, drong de woning binnen en vermoordde haar zoon. Amper een week later trok ze de straat op en sindsdien vertelt ze haar verhaal aan wie het maar horen wil. Een vredesforum heeft ze opgericht, overal waar ze komt roept ze op om wapens vrijwillig in te dienen.
Het is moeilijk om niet in clichés te vervallen, wanneer je kijkt naar de beelden die fotograaf Tim Dirven maakte in Karamoja, een streek in het noordoosten van Oeganda. Een gebied ongeveer zo groot als België, thuis van zo’n 1,2 miljoen inwoners, wingewest van bendes veerovers, slachtoffer par excellence van de opwarming van de aarde.
De vrouwen die komen luisteren naar Abibah Moru, de oude veehouder die zijn beesten over de savanne loodst, op zoek naar plassen drinkbaar water en een streepje vers grasland, de piepjonge veehouder die een zonnepaneeltje hoog houdt om zijn gsm op te kunnen laden, de gebroken Ngorok Angelokori met de al even kwetsbare pas geboren kuikentjes. Ze kijken zo open in de lens, zo zonder pose, zonder masker, dat ze de adem benemen. Ze kijken ons zo zonder voorbehoud aan, dat het pijn doet.
“Het zijn mensen die niets meer te verliezen hebben”, zegt Dirven. “Het is hun wanhoop die je ziet.” De hulp die Dierenartsen zonder Grenzen, de ngo waarmee Dirven naar het gebied reisde, hen aanreikt door onder andere hun vee in te enten tegen agressieve virussen en parasieten, grijpen ze aan als een laatste strohalm.
Maar hoeveel verweer hebben ze echt? Drieduizend mensen verloren hier sinds 2019 – het jaar waarin de onrust weer begon in de regio, na een decennium van relatieve vrede – het leven door de conflicten tussen verschillende clans. Het is sowieso een onderschatting.
Hoeveel hoop is er wanneer het wantrouwen tussen mensen je hele samenleving ontwricht? Wie vanmiddag je weg kruist, kan vannacht je vee komen stelen, je huis binnendringen, je kinderen en ouders vermoorden. Hoe hou je moed, wanneer de hitte zo onverbiddelijk ieder stuk grasland verbrandt, iedere bron laat opdrogen, dat je hele bestaan op de helling komt te staan? Wat is een volk van veehouders zonder vee?
Gewassen verbouwen hebben ze geprobeerd, maar met extreme droogte en rupsplagen kon dat alleen maar leiden tot desastreuze misoogsten. Steeds meer inwoners van Karamoja leggen zich daarom toe op de verkoop van hout en houtskool. Het is de zekerste en snelste weg om geld te verdienen. Maar de ontbossing veroorzaakt ook hevige bodemerosie, waardoor bij de minste regen die er dan toch eens valt, lappen vruchtbaar akkerland onherroepelijk worden weggespoeld.
Het overgebleven vee wordt ’s nachts intussen zoveel mogelijk samengedreven in een kraal, waar militairen de runderen bewaken. Niet alleen is zelfs die beveiliging ontoereikend, het vee staat daar met tienduizenden zo opeengepakt, dat er met de regelmaat van de klok dierlijke ziekten uitbreken. Met een ongeziene kalversterfte tot gevolg.
Tim Dirven heeft al wat gezien in zijn carrière. Voortdurend reist hij de wereld rond, naar de onherbergzaamste gebieden eerst, om het vergrootglas te richten op dat wat ieder ander over het hoofd ziet. Dat belet niet dat ook hij erg aangegrepen is door wat hij in Karamoja aantrof.
“Toen we landden in Zaventem, kregen we een bericht. Op de kraal waar we een dag eerder nog waren, had die nacht een grote raid plaatsgevonden. Vijfendertig doden. Via WhatsApp kregen we de foto’s door. Ik kan dat alleen maar vergelijken met de genocide in Rwanda. Een hoop mensen in mootjes gehakt.”
Het is een door en door negatieve spiraal waarin de regio zit, zegt Dirven. “En het is compleet onderbelicht. We staan allemaal te kijken naar het drama in Turkije en Syrië, we volgen nauwgezet alles wat beweegt in Oekraïne. Maar daar in Oeganda is zich zo’n grote ramp aan het voltrekken – die trouwens nog erger geworden is doordat de oorlog in Oekraïne de voedselprijzen zo heeft doen stijgen. Maar niemand ziet het blijkbaar gebeuren.”