Vrijdag 09/06/2023

'In mijn muziek laat ik zien wie de Belgen zijn'

De nacht is kort geweest, merk ik. Ik stel voor om later terug te komen, maar Arno zet de deur van zijn Brusselse appartement wijdopen. Succes, prijzen, geridderd in Frankrijk, maar geen kapsones. Hij groeide op in Oostende, lange tijd onze meest culturele kuststad. 'Gelukkig speelden er veel Engelse groepen en was het er kosmopolitisch, maar in de winter viel er niets te beleven. De Noordzee was een groot zwembad met boten, ik wilde er weg.'

Betty Mellaerts / Foto Stephan Vanfleteren

'In de kleuterklas had de juffrouw de kinderen een liedje aangeleerd. Ze zegt tegen mijn zoon: 'Dat is van je vader'. 'Neen', antwoordt hij, 'dat is van Arno.' Mijn kinderen denken er nog zo over. Arno en hun vader, dat zijn twee verschillende mensen. Zij willen er nog niet mee geconfronteerd worden, ook door de reputatie die ik heb.

"Mij interesseert het niet dat mijn imago niet samenvalt met wie ik ben. Zolang ze mijn naam maar goed schrijven ben ik content. Maar ik hoor dat mensen aan mijn muzikanten vragen: 'Hoe kun je nu met Arno spelen, die is iedere avond zat?'. Of ze denken dat ik een junk ben. Maar voor een optreden of tijdens een tournee drink ik niet en ik ben zeker geen junk. Hoe zou ik het anders al 25 jaar op een podium volhouden, denken ze? Je moet eens iedere dag zat zijn! Dat kan ik niet hoor, dan was het al lang met mij afgelopen. Op een podium staan is fysiek heavy stuff. Maar ik doe verder niets aan mijn conditie. Honderd meter liggen, hooguit.

"Met mijn twee linkerhanden kan ik nog geen video aansluiten of een stopcontact installeren. Mijn vader zegt altijd: 'Arno, kom in een straal van 20 kilometer niet rond mijn werk of het gaat kapot'. Daarom maak ik muziek, ik kan niks anders. En zolang ik dat doe, zit ik ook niet in de bars en loop ik niet op straat. Ik treed ook gewoon graag op. Zoveel duizend man die mee is met je muziek, dat is een extase. Klaarkomen. Maar dan langer, natuurlijk!

"Tijdens een optreden zijn je lichaam en geest één. Je zingt voor de mensen en al de rest is bollocks. Na al die jaren heb ik nog iedere keer de trac en ik ben ook altijd weer verwonderd dat er zoveel volk naar mij komt kijken. Het is alsof ik me nog altijd voor mezelf moet bewijzen. Maar het heeft ook met adrenaline te maken. Gisteren was ik vrij. Wel, rond een uur of drie begint die adrenaline te werken en komt er een onrust in mij. Volgens mij is dat de reden waarom veel muzikanten aan de dope geraken of aan de drank, om die adrenaline te kalmeren. Na een concert is ze weg en komt er rust. Aan dat gevoel ben ik verslaafd. Ze zeggen dat het weggaat met ouder worden, maar dat is niet zo, het verslechtert.

"Ik wil mensen gelukkig maken met mijn muziek. Ik ben een entertainer, zorg voor een lach en een traan. Misschien ben ik een emotioneel gefrustreerd of gecomplexeerd iemand, maar ik pak alles op wat ik tegenkom, gelijk een spons. Ook de agressie en frustraties van de wereld rondom mij. Dat is mijn bagage. Die emoties moeten eruit, in mijn liedjes. Het publiek herkent zich in wat ik voel en denk, ik houd de mensen een spiegel voor. En wat ik niet kan dragen, smijt ik weg.

"Eigenlijk heeft het publiek mijn carrière gemaakt. Een schilder of een regisseur kan niets meer aan een werk veranderen als het eenmaal af is, maar nummers krijgen een ander leven door ze te spelen. 'Les yeux de ma mère' heb ik door een opdracht eens bewerkt voor piano en stem. Toen ik het zo zong, was de hele zaal stil. Nu zing ik het altijd op die manier en overal krijg ik dezelfde reactie. Ik weet bij meerdere nummers op voorhand hoe het publiek zal reageren, waar het optreden ook is. Je zou de mensen zeker kunnen manipuleren. Vergeet niet, Hitler heeft de eerste PA's uitgevonden! Het was een smeerlap, maar in toespraken was hij goed. En daar teert het Vlaams Belang nog altijd op. Mensen snappen niet wat een gevaarlijke partij dat is en onze pers is daar zeer apathisch in. Kijk, ik ben geen VLD'er, maar voor De Gucht heb ik veel sympathie. Hij sprak over onbekwame ministers en corruptie in Kongo. Hij heeft gelijk, het is ons belastinggeld dat daar naartoe gaat. Dat mag De Gucht niet zeggen, vinden ze hier. Maar ze laten het wel passeren als Dewinter vindt dat een hoofddoek dragen vragen is om teruggestuurd te worden.

"Ik snap die Bracke niet die moderator wil zijn voor het Vlaams Belang. En toen die blonde madame, Anke Van dermeersch, in Terzake geïnterviewd werd, was ik beschaamd. Ik dacht: is dat nu een soap of wat? Polspoel en Desmet hebben soms ook zo'n Vlaams Belanger in de studio. Ik heb niets tegen die twee mannen, maar ik schijt in mijn broek van colère als ik ze met zo iemand bezig hoor. Zeg eens aan die gast dat hij een dictator is, denk ik dan. Nu lijkt het wel alsof het Vlaamse charmezangers zijn. Wanneer gaan de andere partijen eens aantonen dat het economisch een ramp zal zijn als dat Belang aan de macht komt. Maar er zijn geen staatsmannen meer. Eyskens, Tindemans, Spaak, Achilles Van Acker, Claes, die mannen stonden er, hé. Nu is er alleen De Gucht. En die willen ze dan onderuithalen. Gelukkig vecht hij terug. Die gast is rock-'n-roll."

"'Les yeux de ma mère' heb ik voor alle vrouwen geschreven. De grootste macho die er bestaat, zal op zijn moeder roepen als hij in de stront zit. Tegen een moeder kun je ook niet liegen, ze ruikt het gewoon. Mannen denken dat ze alles weten, vrouwen begrijpen alles. Zeker als het over hun zoon gaat. Bij mijn moeder was het ook zo. Ik zie ze nog voor mij, mooi gekleed, op hoge hakken en opgemaakt. Ze had heel kort haar, zoals Zizi Jeanmaire, maar ze was heel vrouwelijk. Echt een allumeuse. Maar ze was ook een feministe en links. Zij had een commerce in de vis, daarom hebben haar twee zussen ook veel voor mij gezorgd toen ik klein was. Die tantes zijn bijna tachtig nu, maar als ze me zien, word ik afgelikt.

"Ik heb van mijn moeder een instinct geërfd dat goed en kwaad aanvoelt bij de mensen. Ik ben zoals een hond, ik ruik het of iemand deugt. Daar heb ik mij nog maar zelden in vergist. Ik wil er niet aan toegeven, maar ik voorvoel ook bepaalde dingen. Als het niet goed gaat met mijn zoon dan weet ik het nog voor hij belt. Dat had mijn moeder ook. En ik weet wanneer er gevaar dreigt. Maar dat heb ik misschien eerder streetwise opgeraapt.

"Toen ze 42 was, werd mijn moeder ziek. Vijf maanden later is ze gestorven. Het was een heel andere tijd dan nu. De gebraden kiekens vlogen je in de mond en de jeugd wilde niet werken. Joints smoren, lang haar, wat non-conformistisch rondhangen, tegen het establishment zijn. Een beetje naïef, maar dat was de sfeer. Ik rookte joints van 's morgens tot 's avonds en werd naar Gent gestuurd, waar jonge advocaten een centrum opgericht hadden dat voor de 'marginalen' van de maatschappij zorgde. Die mannen hebben me gebrainwasht. Ze legden me uit wat ik wel en niet moest doen, maar ondertussen werd ik vanwege die joints gezocht door de BOB van Oostende. Ze waren zelfs tot bij het sterfbed van mijn moeder geweest om naar mij te vragen, maar mijn twee tantes hebben die mannen buitengezet, zo kwaad waren ze.

"We zagen haar dood aankomen, in het begin kon ik het wel aan. De klap kwam later. Ik werd fysiek heel moe en ben met het roken van joints gestopt. Ik kon het allemaal niet meer verwerken. Je mag nooit drinken of roken als je ongelukkig bent. Je ziet alles groter, erger, ellendiger. Enfin, ik toch. Haar dood heeft ook mijn vader veranderd. Hij werd minder scherp dan vroeger. Hij is altijd een syndicalist geweest, heel links, net als zijn vader. Die had daarom zelfs helemaal gebroken met zijn flamingantische familie. Ik heb van de Hintjens dus alleen mijn grootvader Charles gekend, die altijd piekfijn gekleed was, een echte dandy. Vanwege zijn politieke overtuiging is hij bij het uitbreken van de oorlog op een vissersboot naar Engeland gevlucht, met het hele gezin. Mijn vader was zeventien. Hij is er bij de Spitfires terechtgekomen, maar daar sprak hij niet veel over. Wij zijn de eerste generatie die geen oorlog mee heeft gemaakt, wij kunnen ons niet voorstellen wat die mensen allemaal hebben beleefd.

"Mijn broer en ik hebben als kind ook nooit geweten wat mijn vader allemaal deed. Wij vonden het normaal dat hij altijd weg was. Pas later hoorden we dat hij gratis gasleidingen had gelegd in de arbeidersbuurt waar wij woonden. Om de mensen een plezier te doen. Hij heeft gouden handen. Hij was schrijnwerker en hielp bij de restauratie van de Orient Express, maar eigenlijk is hij een intellectueel. Ik herinner mij dat hij altijd zat te lezen. Maar door de oorlog heeft hij niet de kans gekregen om te studeren. Dat is zijn frustratie geweest en waarschijnlijk was hij daarom zo ongelukkig dat ik niet wilde studeren. Ik kreeg de kans en nam ze niet. Ik ging gewoon niet graag naar school. Dat kwam door een juffrouw in het eerste leerjaar die over Sinterklaas sprak. Ik zei tegen de vriend die naast me zat: 'Sinterklaas bestaat niet'. Ja, ik heb geen katholieke opvoeding gehad! Die gast vertelt dat aan de juffrouw en ik moest de hele dag in de hoek staan. Ik werd gestraft omdat ik de waarheid had gezegd, dat snapte ik niet.

"Maar ik heb wel goede herinneringen aan een leraar zedenleer op het atheneum. Hij speelde ook jazz. Op een dag gaf hij les over blues en bracht platen mee van Lightnin' Hopkins. Ik dacht: shit motherfucker, wat is dat hier. Ik was vijftien en fan van The Stones, maar hun muziek kwam van ergens, natuurlijk."

"Mijn vader kon streng zijn, maar het was uit ongerustheid. Ik begrijp dat wel. Het was niet echt een verrassing in mijn familie dat ik muzikant wilde worden, ze hadden het zien aankomen. Maar gelukkig was mijn vader er niet mee. Voor mijn veertigste verjaardag belde hij me op en vroeg: 'Wanneer ga je eens een job zoeken?' Ik antwoordde: 'Daar is het te laat voor'. Toen ik in Parijs Chevalier des Arts et des Lettres werd, hadden de zusters van mijn moeder hem meegenomen naar de uitreiking. Om te zeggen: 'Kijk, Maurice, dat is je zoon'. Hij zegt dat hij mijn muziek niet volgt, maar ik denk dat hij maar doet alsof. Hij is content dat ik mijn weg gevonden heb. Maar wat moest die man met mij aanvangen toen ik op mijn zestiende niet meer naar school wilde? Ik ben dan naar de koksschool gegaan. Ik hield van de keuken en ik was er ook heel goed in. Dat zei iedereen toch. Maar ik ben gestopt. De muziek, dat kriebelt, hé.

"Mijn moeder dacht er anders over. Haar familie was nogal artistiek en wat losser. Mijn grootmoeder was een zangeres. Haar man, Ernest, had haar gedrageerd in een club, maar ze moest eerst hem niet hebben. Hij heeft het geforceerd en inviteerde haar voor de cinema. Ze zaten in de zaal en op een bepaald moment zei ze: 'Ik ga eens naar het toilet'. Dat was niet zo. Ze was een weeskind en zong bij de stomme films om geld te verdienen. Het was donker, mijn grootvader zag niet wie er zong en toen ze terug naast hem zat, zei hij: 'Marie-Louise, je hebt hier wat gemist, een madame, die zong ongelooflijk'. Zij heeft hem maar veel later verteld dat zij het was geweest. Ze had kloten aan haar lijf, mijn grootmoeder. En koppig! Maar een schoon mens. Ze kende Leon Spilliaert en James Ensor, maar ze wilde maar één vent in haar leven en dat was mijn grootvader. En al van toen ik heel klein was, zei ze tegen mij: 'Arno, iedere vent heeft een wolventand, maar jouw mond staat er vol van'. Ik verstond er geen zak van. Ze bedoelde: iedere vent gaat wel eens op jacht, jij zult veel prooien najagen. Maar ik weet niet of ik zo'n jager ben geweest.

"Twee broers van Ernest waren getrouwd met bordeelmadammen in Oostende. Maisons closes waar iedere welgestelde burger wel eens langs kwam. Wat daar allemaal gebeurd is! Ik ging met mijn vader op bezoek bij een van hen, tante Martha. Er stonden pluche zetels in haar appartement, ik ruik nog de geur. Het was er heel mooi en knus. Martha droeg bruine fluwelen broeken met witte kousjes in mocassins. Heel mannelijk, voor haar geen bullshit. Haar man, Theo, was dol op mijn vader en sprak heel zacht met hem over boeken terwijl er klassieke muziek op stond. Het was fantastisch.

"Thuis hoorde ik Mouloudji, Charles Trenet, Gréco, waar mijn moeder van hield, en mijn vader luisterde naar jazz. Dat heeft mij allemaal beïnvloed. Maar het belangrijkste gebeurde toen ik een jaar of zes was. Vier huizen verder in de straat woonde mijn vriendje Frank. Hij had twee oudere zussen van zestien, zeventien jaar. Echte fiftiesmadams, met een paardenstaart en van die brede rokken. In die tijd stond ik altijd vroeg op. Ik ging Frank ophalen om naar school te gaan, maar moest wachten tot hij klaar was met zijn ontbijt. Op een ochtend zetten die zussen een plaat op van Elvis Presley, 'One Night with You'. Ik kreeg kippenvel en kwam in extase, dat herinner ik me heel goed. Altijd opnieuw wilde ik dat nummer horen. En altijd was er dat gevoel. Het is toch raar dat muziek zoiets met je doet?"

'De Noordzee was voor mij een groot zwembad met boten erin, ik wilde er weg. Ik ging veel naar Londen, daar voelde ik me thuis. Maar gelukkig speelden er ook veel Engelse groepen in Oostende en eind jaren zestig liepen er nog Amerikaanse MP's door de straten. De Noord-Fransen zakten ook af, het was er dus kosmopolitisch, maar in de winter viel er niets te beleven. Ik ging op reis en leerde al snel dat het centrum van de wereld overal is, dat iedereen twee neusgaten heeft en dat het overal een lach en een traan is.

"Het reizen heeft ook geen muzikale invloed op mij gehad. Ik wist toen al dat ik Europese muziek wou maken. Ik heb wel respect voor andere muzikanten, maar ik heb nooit heroes gehad. Ik wil geen kopie zijn. Als ik mezelf in een nummer betrap op iets dat al bestaat, ben ik daar heel pissig over. Ik pak ook muzikanten met persoonlijkheid, die niet spelen zoals anderen. Al bij TC Matic waren ze alle vier heel verschillend van karakter, muzikale invloeden en achtergrond. Ik bracht ze samen en zei: speel eens een bepaald genre. Ze deden het allemaal compleet anders. Dat is de sound van TC Matic en ook van mij. Er zijn muzikanten die technisch beter zijn dan de mijne, maar die wil ik niet omdat ze geen persoonlijkheid hebben.

"Toen ik in de jaren zeventig naar Amerika ging, is die overtuiging nog versterkt. Ik moest de Amerikanen niet nadoen, zo goed als zij werd ik toch nooit. Ik moest muziek maken die zij niet konden maken, met onze cultuur erin, die rijker is dan die van hen omdat we een veel ouder continent zijn. België heeft het surrealisme uitgevonden, al eeuwenlang lopen hier verschillende culturen door elkaar. Maar we gebruiken die rijkdom niet genoeg. Daarom is het bullshit als zo'n pipo van het Vlaams Belang zegt dat we een Vlaamse heimat moeten hebben!

"Ik zit op het terras van het Metropole-hotel in Brussel en zie de hele wereld passeren. Dat gebeurt niet in Poelkapelle of Erps-Kwerps. Alle talen hoor je daar spreken en ze hebben daar nog garçons met lange schorten die 's'il vous plait, monsieur' zeggen. Dat is fantastisch. Ik heb een hekel aan hippe restaurants met serveersters als fotomodellen die niet weten waaruit een gerecht bestaat omdat ze niet eten. Of die geen wijn kunnen aanbevelen omdat ze niet drinken. En ik heb ook een hekel aan restaurants die allemaal Jamie Oliver willen zijn. Quel bazar. Die kan niet koken. Het is alsof ik plots een programma over computers zou presenteren. Je moet wel weten waarover je spreekt, hé zeg.

"In mijn muziek laat ik zien wie de Belgen zijn. Ik kom ook overal in de wereld. Op tournee in Vietnam komt in Saigon een jonge Engelse diplomaat naar mij en zegt: 'Ik vind jullie muziek formidabel, maar Belgium, dat is toch heel bizar. Wanneer ik daar geïnviteerd word voor een vergadering vangen zeven vertegenwoordigers mij op in plaats van één zoals in andere landen. Leven jullie nog in stammen of wat? En spreken die niet met elkaar?' Vijf parlementen, 68 ministers, 19 burgemeesters voor Brussel. Kom daar maar eens mee naar buiten voor 9,5 miljoen inwoners.

"Nu willen ze Zaventem sluiten. Al de mensen in de buurt hebben goedkoop een huis gekocht. Ze wisten dat ze dicht bij de luchthaven gingen wonen, maar nu hebben ze last van het lawaai. En maar op tv komen. En in De zevende dag, allez dat is de Vlaams Belangdag geworden, zitten de politici met zo'n smile. Waar zijn ze mee bezig? Ik ben niet dikwijls down, maar daar word ik het van. Ik denk aan mijn kinderen, later. Ik heb echt schrik voor wat er gaat gebeuren. Voor de jeugd van nu is het leven veel moeilijker dan het voor ons was. Welk beroep moeten die gasten kiezen? Daar lig ik wel eens van wakker. Als mijn zoon morgen loodgieter wil worden ga ik direct akkoord. Een loodgieter, daar moet je tegenwoordig drie maanden op wachten."

'Op mijn zestiende leerde ik in Oostende een Duitse madame kennen. Ze gaf me een harmonica, een bluesharp. Ik steek dat ding in mijn mond en begin te spelen, ik weet niet hoe ik dat deed. Ik maakte er nummers op en deed mee aan een rock-contest, samen met een gitarist met wie ik op het atheneum had gezeten. Hij en ik waren altijd de laatsten van de klas. Al de andere deelnemende muzikanten van Oostende en omstreken wilden mij direct in hun groep. Omdat er niet veel waren die mondharmonica speelden zoals ik dat deed, maar ook voor mijn imago, denk ik. Ik was anders gekleed, een rocker. Men zegt dat ik een beetje bizar was. Ik stotterde en naar het schijnt zei ik niet veel. Misschien ben ik door het stotteren wel chanteur de charme geworden. Niet dat ik het zo erg vond - je kunt nu eenmaal niet perfect zijn - maar als je zingt, stotter je niet. Dus stotteraars aller landen, verenigt u en begin te zingen!

"De manier waarop ik zing, heb ik niet gezocht, ze was er van bij het begin. Alle dvd's die je hier ziet liggen, dat is allemaal black music. Maar Edith Piaf vind ik ook blues. Ik zeg altijd aan mijn muzikanten: 'Als het niet goed klinkt, zit er geen seks in de muziek'. Mijn muziek komt uit de onderbuik. Als we die niet hadden, waren we niet op de wereld. Sensualiteit in de muziek is mijn drijfveer en alles moet ook op de eerste beat gebeuren zoals in de Arabische muziek of Indiase raga, in reggae of rhythm and blues. Het is human. Daarom heb ik problemen met sommige jazzmuzikanten en veel klassieke muzikanten snappen het ook niet. Die lezen van hun blaadje en daar staat geen beat op. Je moet dat voelen.

"In de literatuur waar ik van houd, zit ook een goede beat. Ik ben een zware fan van de jonge Engelse schrijver John O'Farrell, die rock-'n-roll schrijft. Korte zinnen die toch veel zeggen. Ik schrijf mijn teksten ook zoals ik spreek. Maar het is veel gemakkelijker om een tekst te maken in het Engels dan in het Frans. Franse teksten zijn veel poëtischer en in die taal de juiste toon vinden, is veel moeilijker."

"Dat stotteren was op het atheneum begonnen. Dat was in die tijd niet voor working class people, hoor. Op een paar jongens na waren het allemaal zonen van advocaten en dokters. Op de speelplaats spraken ze Frans. Er was een heel verwijfde jongen op school die gepest werd. Dat kon ik niet verdragen. Ik zorgde voor hem. En ik ben lesbisch, hé, laat daar geen misverstand over bestaan. Mij hebben ze nooit uitgelachen. Ik was de beste in sport en dan kijken ze naar je op. En ik had mijn attitude, ik had geen schrik. Ik voelde mij dus zeker niet minderwaardig, maar wel anders. Die jongens waren zo proper, die hadden brylcream in hun haar en ik zag er toen al uit als een clochard de luxe. Ik ben zo. Ik heb nog altijd niet veel nodig.

"Een van mijn zonen zei me eens: 'Papa, je leeft nog altijd zoals een student'. Toen hebben ze samen de badkamer geschilderd. Maar hij heeft gelijk. Ik heb boeken, platen, muziekinstrumenten, schilderijen maar verder staat er niets in mijn appartement. Mijn luxe is mijn vrijheid. Kunnen doen wat ik wil, zoals ik dat wil. En gelukkig is er in België geen stardom. Ik zou Michael Jackson of Prince niet willen zijn, ik wil om de hoek nog mijn sigaretten kunnen gaan kopen. Ambities heb ik ook niet. De top, wat is dat? Dan sta je daar on top of the world en alles vliegt in brand.

"Ik wist dat ik muziek wilde maken, maar in de jaren zestig was rock-'n-roll outlaw. Je hoorde dat zelfs niet op de radio, behalve om elf uur 's avonds op Radio Luxemburg. Nu is het mainstream geworden en de hele business is veranderd. Muzikanten zijn twintig jaar oud, maar in hun kleedkamer willen ze kaviaar en whisky. Wij speelden om te spelen, vier uur aan een stuk, want er waren nog geen dj's.

"In de jaren zeventig speelden Paul Decoutere en ik met Tjens Couter in alle Maisons de la jeunesse van Frankrijk. We kregen 12.000 frank per persoon, dat was veel geld in die tijd. We kwamen aan in Parijs. Paul had al zijn geld verbrast en ik had nog een beetje over, maar ook niet veel. In een tijdschrift zagen we dat ze op de televisie een rockwedstrijd organiseerden. De eerste prijs was 20.000 Belgische frank en een platencontract bij Barclay. We hadden niets te verliezen en deden mee. Twee zulke zotten hadden ze daar nog nooit gezien. We winnen dat. We waren zo blij met het geld, we wilden direct weg en vergaten het platencontract. Uiteindelijk hebben we voor het Belgische label Dwarf een plaat opgenomen.

"Voor we naar Frankrijk vertrokken, hadden we nog op de Gentse Feesten gespeeld. Er was een type naar mij gekomen die ons telefoonnummer vroeg want hij had een platenmaatschappij en wilde iets met ons doen. Maar wij hadden geen telefoon, we hadden zelfs geen adres. Hij geeft mij zijn visitekaartje. Dat vind ik maanden later in mijn portefeuille. Het was van Karel Bogaert, nu directeur van de baggerschepen in Singapore. Soit. Ik bel hem op en hij zegt: 'Eindelijk!' Een week later hebben we een plaat opgenomen. Tja, hoe konden wij dat platencontract in Parijs vergeten? Wij waren in die tijd zo stoned als een kanon, wij leefden als God in Frankrijk. Maar ik was wel echt met muziek bezig hoor. Alleen, business was niet cool in die tijd. En dat idee heeft bij mij nog verschrikkelijk lang geleefd."

'Nu houd ik professioneel hoe langer hoe meer alles zelf in handen. I'm the king on my ship and the sea is my kingdom. Veel platenfirma's zeggen: we geven je een budget. Maar dat moet je terugbetalen en zij bepalen hoe groot het is. Ik betaal alles zelf, mijn platen en tournees, en verkoop daarna mijn product aan de platenfirma. Ik heb ook mijn eigen uitgeverij. Dat heb ik allemaal een paar jaar geleden beslist, toen ik gefuckt werd. Niet door mensen rondom mij, maar door anderen die hen opgelicht hadden. Dat wil ik absoluut niet meer. Ik ben rock-'n-roll, ik kom van working class people en ik wil echtheid, geen fake.

"Men zegt dat ik hard werk. Ik zie dat niet zo. Heel vroeger heb ik een paar jobs gehad, toen ik echt geen geld had. Chef-kok tussendoor of achter de bar van café Slumberland. Tot ik dankzij Marcel Vanthilt en Gust De Coster met TC Matic Bazooka Joe mocht opnemen. Het was voor een plaat met Belgische muziek ter promotie van een jongerenrekening van de ASLK. Drie maanden na die opname kreeg ik een cheque van 75.000 frank aan auteursrechten en sinds die dag leef ik met mijn gat in de boter. Ik heb toch geluk gehad, hé zeg! Als ik zou durven te klagen, verdien ik een dik pak op mijn blote kont. Is dat niet?

"Ik leef wel alleen, ja. Maar dat is ook een luxe. Alleen opstaan en naar je eigen geluiden luisteren, is fantastisch. Ik ben ook altijd een eenling geweest. Maar het is waar, ik wil niet meer verliefd worden. Ik heb dat niet nodig. Wat is dat ook, verliefd worden? Life's a tale, told by an idiot. Dat is van Shakespeare. Neen, ik ben niet bang voor de liefde, maar je moet daar tijd in steken en zoals ik leef... Ik ben altijd weg. Ik vind dat niet erg, maar ik wil een vrouw niet ongelukkig maken. Je moet respect hebben voor andere mensen. Ik ben verliefd op mijn kinderen. Het klinkt misschien shitty, maar ik leef voor hen. En daarna voor mijn muziek en mijn muzikanten. In die volgorde. En ik heb veel vrienden en vriendinnen die ik graag zie en zij mij.

"De muziek is mijn maîtresse. Die helpt mij alles te verwerken. Ik kan huilen van geluk en van het lachen, maar de rest zit deep down inside. Dat komt naar boven als ik alleen ben. Of niet. De wereld is niet zo positief moet ik zeggen. En dat de mensen problemen maken omdat hun elektrische tandenborstel niet meer marcheert of de zapper van hun tv, dat snap ik niet. Soms is verdriet een stimulans om te schrijven. A la Française kwam er toen de moeder van mijn kinderen en ik uit elkaar gingen. Ik zie haar nog, ze is mijn zuster, maar toen ze wegging, deed het pijn. Partir c'est mourir un peu, daar is niks aan te doen. Maar ik zoek het verdriet of de ellende niet op, van dat soort ben ik niet. Ik leef graag. Ik vind het leven fantastisch en de mensen inspireren mij. Kom eens mee, ik zal je Brussel tonen."

Op zijn achterbalkon staan we ter hoogte van een rommeltje daken. Vervallen, nieuwe, gerestaureerde. Op de achtergrond appartementengebouwen met ervoor een oude kerk.

Arno: "Kijk, mooi en lelijk door elkaar, maar toch schoon. Wel, dat is mijn muziek."

Op 22 augustus verschijnt Arno's cd Live in Brussels en op 3 oktober de gelijknamige dvd.

'Mijn muziek komt uit de onderbuik. Als we die niet hadden, waren we niet op de wereld. Sensualiteit in de muziek is mijn drijfveer en alles moet ook op de eerste beat gebeuren''Gelukkig is er in België geen stardom. Ik zou Michael Jackson of Prince niet willen zijn, ik wil om de hoek nog mijn sigaretten kunnen gaan kopen. Ambities heb ik ook niet. De top, wat is dat? Dan sta je daar on top of the world en alles vliegt in brand'

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234