Blik op BelgiëArdennen
In de Ardennen gedraagt de Vlaming zich als ‘le roi’: ‘We worden overspoeld door Vlamingen die alles opkopen’
Als Ardennen-dorpjes in vakantieparken transformeren, gebeurt er iets vreemds: aan de taalgrens vergeten Vlamingen hun manieren.
In het hart van de Ardennen heb je soms geen horloge nodig. Wanneer in elk doodlopend straatje een versleten auto voor een vakantievilla geparkeerd staat, zie je zo dat het vrijdagmiddag is. Ververstijd. De midwekers zijn gaan vliegen, de gasten voor het weekend zijn onderweg.
“Om vier uur staan ze hier al”, zegt de eigenares van de piepkleine Hyundai nerveus, en stelt voor het nummer van de eigenaars van deze gigantische gîte te geven. Het zijn “des flamands”, klinkt het. Een blik op de cortenstaal buitenkachel was ruimschoots voldoende om dat te weten.
We zijn in Beffe, een gehucht van Rendeux dat is neergeplant op de richel boven de Ourthe-vallei. Beneden ligt Rendeux-Haut. De stenen in het dorpscentrum zijn ouder – hoe mooier het zicht, hoe nieuwer de materialen – maar dat houdt de zondvloed niet tegen. “Sinds een jaar of vijf worden we overspoeld door Vlamingen die alles opkopen”, zegt Sabine Rumfels (49). “Dat verstoort het hele ritme van deze regio.” Ze wijst in alle windrichtingen. “Marche, Hotton, La Roche, het is overal hetzelfde. En het zijn geen kleine gîtes hoor.”
En dan valt een zinnetje dat in bijna elk verder gesprek zal vallen. “Ik heb niks tegen Vlamingen, maar”, gevolgd door een waslijst aan nuisances. Feestjes tot vier uur ’s nachts, zwerfvuil langs de baan, leeggeplunderde supermarkten in het hoogseizoen. “Bonjour, ça va, patati, patata. Zo leven wij hier”, steekt Lucien Leruth (75) van wal. “Maar de Vlaming steekt de kop in de grond, loopt naar het laatste brood in de winkel en zegt: ‘Dat is van mij.’”
Met dat soort klachten zit de mailbox van de lokale burgemeesters propvol. Nu al bevriezen ze goedkeuringen voor nieuwe gîtes, maar dat kan enkel als er verbouwd wordt bij een herbestemming. Waals minister van Ruimtelijke Ordening Willy Borsus (MR) wil de lokale besturen nu meer slagkracht geven door alle huizen met een toeristische bestemming vergunningsplichtig te maken.
Een goede beslissing, klinkt het bij alle bewoners. Zelfs Wendy Buelens, een van die Vlamingen die de voorbije 25 jaar een rits vakantiehuisjes opkocht in deze regio, heeft begrip voor de grieven van de bewoners. “Staat er iets te koop, dan is het binnen de week aan een Vlaming verpatst. De mensen uit de streek hebben geen schijn van kans, de prijzen zijn enorm opgedreven.”
In zakenkranten noemen ze dat het ‘Coucke-effect’. Vanuit Durbuy sijpelt de prijzenoorlog door naar de omliggende gemeenten, versterkt door de heropleving van het Ardennen-toerisme na de eerste lockdown. Van de mensen die in 2020 een huis kochten in Rendeux of La Roche, woont meer dan een derde aan de andere kant van de taalgrens.
De drie jongeren die in de Delhaize van Rendeux rekken aanvullen voor het weekend, weten dat het een tweesnijdend zwaard is. Enerzijds hebben ze hun job te danken aan al dat toerisme – de enige reden dat deze supermarkt zo’n buiten proportie geblazen aperitief-rayon heeft. “Maar zelf een huis kopen? Als je geen rijke ouders hebt, ben je gedoemd om te huren.”
Meer nog dan een financiële, speelt er een gevoelskwestie. Het doet me denken aan De Ideale Wereld, die ooit een sketch had over de ‘Vervlaamseraar’, een toestel dat anderstalige plaatjes omzet in Nederlandstalige liedjes. Deze hele regio is door die Vervlaamseraar gedraaid. “De balans is zoek. ‘Is er hier een restaurant waar ze Vlaams praten’, dat soort vragen zie ik steeds vaker op Facebook passeren”, zegt Miguel Alen (49), uitbater van brasserie T’Rendeux en – jawel – Vlaming.
De Vlaming begint hier te domineren, en dat blijkt een vervaarlijk kantelpunt. Dan gedraagt hij zich als le roi, maar hangt tegelijkertijd de leeuw uit. Dat laatste mag u trouwens vrij letterlijk nemen. “De laatste jaren zie je steeds vaker Vlaamse vlaggen aan de gevel hangen”, zegt Lucien Leruth, vanonder zijn tricolorevlag. “Moeten wij dat zomaar pikken?”
Die frustratie begrijp je, als je laatdunkende uitspraken over arm Wallonië naast de vastgoedhonger van rijk Vlaanderen legt. En moet je vaststellen: op vlak van integratie heeft Vlaanderen bijzonder weinig lessen uit te delen.