ReportageBrexit
In Brexitland aan Zee zijn ze niet zo zeker meer van hun keuze: ‘Het is niet gegaan zoals ik had gehoopt’
Drie jaar na het vertrek uit de Europese Unie vindt nog maar een op de vijf brexitstemmers dat de uittreding goed verloopt. In de kustplaats Skegness, waar driekwart voor de brexit stemde, nemen de inwoners ook nog weinig vooruitgang waar.
Een schaapachtige glimlach verschijnt op het gezicht van Malcolm Webster wanneer de brexit ter sprake komt. “Ik heb er bij het referendum voor gestemd,” zegt de 60-jarige stalhouder op de uitgestorven markt van Skegness, “maar het is niet gegaan zoals ik had gehoopt.” Hij wijst op de horloges die hij samen met zijn vrouw Marianne verkoopt, naast het garen en de wol. “Die kopen we in op het vasteland, maar de prijzen zijn omhooggeschoten. Reizen naar Europa is ook moeilijker geworden, en de schappen in de supermarkten zijn minder rijk gevuld dan vroeger. Nee, met die wetenschap zou ik nu anders stemmen.”
De vriendelijke marktkoopman is niet de enige bregretter, zoals de spijtoptanten heten. Drie jaar nadat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie officieel verlaten heeft, klinkt er gemor in brexitland. Uit een onderzoek van opiniegoeroe John Curtice bleek onlangs dat het aantal brexitstemmers dat ontevreden is met de uitvoering van het uittredingsproject nog nooit zo hoog is geweest. Ruim 30 procent van hen wil bij nader inzien toch hechtere banden met de rest van Europa. Slechts een op de vijf vindt dat de brexit goed verloopt. De term rejoining (weer lid worden) valt steeds vaker, alhoewel nog niet bij de grote politieke partijen.
Zelfs in de conservatieve, brexitgezinde pers zijn twijfels ontstaan, al richt de kritiek zich meer op de uitvoering van de brexit dan naar het brexitprincipe zelf. In The Daily Telegraph schreef commentator Sherelle Jacobs dat hereniging met Brussel dichterbij is dan haar landgenoten denken. “Het is tijd dat het brexitkamp begint te beseffen dat de Tory’s zo’n puinhoop van de brexit hebben gemaakt dat het project waarschijnlijk niet meer te redden is. Gezien Labours eurogezindheid is de kans om er iets van te maken altijd beperkt gebleven tot een Conservatieve regeertermijn. Nu is het einde ervan nabij en er is haast niets bereikt.”
Dat is ook de indruk die wordt gewekt in het twintigduizend inwoners tellende Skegness, bijgenaamd Brexitland aan Zee.
Burgemeester blijkt ‘bregretter’
In deze kustplaats aan de Noordzee stemde zeven jaar geleden meer dan driekwart van de overwegend gepensioneerde bevolking voor het verlaten van de EU. Het werd gezien als een protest tegen zowel Brussel als Londen, vanuit een afgelegen oord waar mijnwerkers en andere arbeiders uit Midden-Engeland vakantie plegen te vieren. Dat was vooral het geval in de jaren voordat het vliegen naar de zon voor iedereen betaalbaar werd. In 2008 raadde Boris Johnson, toen nog columnist, de Telegraph-lezers nog aan Skegness te mijden, dit ten faveure van de Middellandse Zee. “Stuff Skegness”, spotte de latere brexitpremier.
Na het referendum kreeg Skegness, Noors voor ‘baardachtige landtong’, te maken met plaagstootjes van The New European. Die eurogezinde krant zette The Jolly Fisherman, het aloude boegbeeld van ‘Skeggy’, op de voorpagina, begeleid door de tekst “Ga weg”. De bejaarde burgemeester Tony Tye onthulde zichzelf in die krant onlangs als een bregretter, eentje die voor de gek zei te zijn gehouden door Boris Johnson. De Conservatief Tye lijkt te zijn teruggeschrokken, want hij wil er tegenover ons geen woorden meer aan vuil maken. “Ik wil niets meer zeggen over de brexit”, laat hij telefonisch, op wrevelige toon, weten.
De 75 jaar oude burgemeester beleeft turbulente tijden. De minister van Binnenlandse Zaken heeft drie maanden geleden vijf hotels in Skegness afgehuurd om 120 migranten in te huisvesten die in bootjes over het Kanaal illegaal het land zijn binnengevaren. Voor plaatselijke brexitstemmers was het zuur, omdat het beperken van immigratie een belangrijke, zo niet de belangrijkste reden was vaarwel tegen de EU te zeggen. Afgelopen jaar kwamen 504.000 immigranten naar het Verenigd Koninkrijk, een record.
In de Storehouse, een kerk annex café naast de ‘brexitpub’ Sea View en tegenover de zeehondenopvang, ziet een groep oudere ‘Skeggies’ deze ontwikkeling met lede ogen aan. Naast elkaar op een sofa zitten Paul Marshall en John Farrell, twee 77 jaar oude mannen die elkaar al vanaf hun kinderjaren kennen. Met weemoed praten ze over hun jeugdherinneringen aan Skegness, en dan vooral aan de Fairy Dale, de kunstmatige meertjes langs de boulevard waar kinderen op bootjes varen. Beiden hebben op brexit gestemd, in de nostalgische hoop dat goede tijden zouden terugkeren.
Werkgevers zitten te springen om arbeidskrachten
Ze hebben de hoop nog niet opgegeven. “Wij Engelsen zijn op ons best als we met de rug tegen de muur staan”, aldus Marshall, een diep-religieuze man die in nachtclubs heeft gewerkt. “We worden in ieder geval niet meer door Berlijn en Brussel geregeerd”, stelt zijn maat, die jarenlang een camping uitbaatte. Buiten lopen groepjes migranten, van wie sommigen vrijwilligerswerk verrichten in de voedselbank van de kerk. “Het idee van de brexit was dat we onze buitengrenzen beter zouden bewaken, maar nu hebben de Fransen de grens opengezet”, beweert Marshall, “en onze regering staat machteloos.”
Terwijl de asielzoekers tijdens hun procedure de tijd proberen te doden in het stille Skegness, zitten werkgevers te springen om arbeidskrachten. Daar weet Chris Baron alles van, de ondernemer die twintig jaar lang Butlin’s bestuurde, het befaamde vakantiepark dat 86 jaar geleden door Billy Butlin op een modderig veld bij Skegness is opgezet. “Een vijfde van mijn werknemers was Oost-Europees. Tijdens de pandemie zijn velen teruggekeerd naar hun land van herkomst en nooit meer teruggekomen. En nu is het moeilijk buitenlands personeel aan te trekken. De lonen zijn gestegen, maar waar zijn de werknemers?”
Niet alleen in de horeca en het amusement (‘Skegvegas’) is de situatie precair, dat is ook zo in de teelt van groenten, fruit en bloemen. Dat is de belangrijkste sector in het platte graafschap Lincolnshire, waar de streek South Holland toe behoort. De dreigende realiteit van een mislukte oogst heeft de regering afgelopen jaar doen besluiten om boeren alsnog dispensatie te verlenen voor het aantrekken van seizoenarbeiders. Wat de parlementaire afgevaardigde Matt Warman van Skegness betreft is dat een tijdelijke oplossing, nu er op het eiland versneld wordt geïnvesteerd in landbouwmachines die mensenhanden vervangen.
De problemen voor de Britse boeren blijven niet beperkt tot personeelsbeleid. Vanwege de brexit is de export naar het vasteland moeilijker geworden, vooral door de controles bij de grens. Dat heeft in het bijzonder gevolgen voor landbouwproducten met een beperkte houdbaarheid, van frambozen tot bloemen.
Wanhoopsoffensief van de brexiteers
Tegelijkertijd zijn de brexiteers bezig met een wanhoopsoffensief. Ze willen alle Europese regels uit het Britse wetboek schrappen, waarbij het vooral gaat om wetgeving met betrekking tot natuur, milieu en arbeidsvoorwaarden. Het idee is om het bedrijfsleven te helpen, maar in Skegness heeft schroothandelaar Sid Dennis weinig last van ‘Brusselse’ invloeden. “Ik volg alle regels en zorg zelfs goed voor de zeemeeuwen op mijn bedrijfsterrein”, lacht hij. Dennis wijst op een loods met afgedankt voedsel. “In de containers liggen speciale loopplanken voor de meeuwen, want die vreten zoveel dat ze niet meer kunnen wegvliegen.”
De 72-jarige, die een vakantiehuis heeft op Kreta en jarenlang als komiek op het vasteland heeft opgetreden, heeft tegen de brexit gestemd. “De grote problemen creëren we zelf. Zo is het moeilijk mensen aan het werk te krijgen. Laatst vroeg een sollicitant of hij misschien 16 uur per week kon werken, omdat hij anders zijn uitkering verliest. Ik werk verdorie nog steeds 16 uur per dag.” Graag praat hij over zijn grootvader Sid, die in 1884 met paard en wagen oud ijzer begon te sprokkelen, wat het begin zou vormen van het familiebedrijf. Het is het soort ondernemerschap waarnaar brexiteers, vooralsnog tevergeefs, terugverlangen.
Het is een klein wonder dat Dennis, die vier jaar geleden burgemeester van Skegness was, nog zo actief is. Hij heeft huidkanker overleefd en zijn lichaam draait op een nier die hij van zijn vrouw heeft gekregen. Over ’s lands gezondheidszorg heeft Dennis geen klachten, maar dat ligt anders voor plaatsgenoten met een smallere beurs. Op de markt zegt koopvrouw Marianne Webster, die drie decennia als verpleeghulp heeft gewerkt, al jaren te wachten op een heupoperatie. In de Storehouse zegt Paul Marshall op een ellenlange wachtlijst te staan voor een operatie aan zijn ruggengraat, alsmede voor een bezoek aan de cardioloog.
Die medische misère strookt niet met de belofte dat de National Health Service (NHS) er na de brexit flink op vooruit zou gaan, mede door de 350 miljoen pond die niet langer elke week naar Brussel zou gaan maar naar de Britse zorg. De NHS beleeft een crisis als nooit tevoren, en dat komt volgens een onderzoek van een zorgdenktank mede doordat meer dan 4.000 Europese artsen en verpleegkundigen zijn vertrokken. Ondanks de vele pensionado’s heeft Skegness maar 4 huisartsen en geen fatsoenlijk ziekenhuis. Wie eerste hulp nodig heeft, moet naar het grotere Boston, 38 kilometer verderop.
Hopen op profijt van reisbeperkingen
Toch is het niet allemaal kommer en kwel in Skegness, waar voetgangers moeten uitkijken voor scootmobiels, bingohallen lijden onder de koopkrachtcrisis en de attractie Fantasy Island een nieuw leven krijgt. Mede door de problemen in het vliegverkeer heeft Skegness een goede zomer achter de rug, en de stille hoop is dat nieuwe brexitgerelateerde reisbeperkingen zullen leiden tot meer staycations. In zijn gordijnenzaak aan Lumley Road verwacht Neil Thompson dit voorjaar veel klandizie. “Ik ben de enige die caravangordijnen verkoopt in de stad”, glundert de 75-jarige oud-mijnwerker en brexitstemmer (“Het is te vroeg voor een oordeel”).
Ook Chris Baron is hoopvol gestemd. Namens de gemeente was hij betrokken bij onderhandelingen over geld uit het zogeheten Towns Fund. Na de brexit heeft de Conservatieve regering besloten om, in een poging de Britse welvaart te herverdelen, geld te steken in achtergebleven gebieden in het midden en het noorden van het land, gebieden waar veel voor het vertrek uit de EU is gestemd. Voor dit levelling up heeft Skegness vele miljoenen ponden gekregen. Op de voorpagina van de Skegness Standard staat groot dat 8 miljoen pond naar erfgoed in de omgeving gaat, zoals de restauratie van een windmolen, enkele mijlen buiten de stad.
“Dat is goed, want Skegness moet meer zijn dan een badplaats”, zegt Baron. Rondrijdend door de stad laat hij enthousiast zien waar het brexitdividend heen moet gaan. “Zie je het station? Dat is toch geen entree, zo gedateerd? De winkeliers langs Lumley Road, de hoofdstraat, krijgen geld om hun gevels te verfraaien. Het Embassy Theatre is al gerenoveerd. Daar ontvangen we later dit jaar het West End-toneelstuk over Hendrik VIII en zijn zes vrouwen. Een hele eer. En we krijgen een vakopleiding, om schoolverlaters te behouden voor de stad.” Op de vraag of dit alles een positief gevolg is van de brexit, is Baron, een tegenstemmer, voorzichtig. “Het heeft Skegness op de kaart gezet, maar het rijk had deze investeringen ook kunnen doen als we lid waren geweest van de Europese Unie.”