InterviewIKRAAAN
IKRAAAN: ‘Amenra heeft mijn ziel echt overgenomen. Na hun concert ben ik twee dagen moeten bekomen’
Drie jaar geleden liet IKRAAAN (24) haar sirenestem voor het eerst opstijgen langs de flanken van de Mechelse kathedraal. Het leverde haar meteen een finaleplaats in De Nieuwe Lichting op. Intussen is ze naar Brussel verhuisd, noemt ze de intieme soulvibes van haar eerste ep ‘boring’ en bereidt ze op Geestelijke gezondheidszorg een muzikale medicijnencocktail waarvan we niet zouden schrikken mocht doorbraakitis één van de bijwerkingen zijn. ‘En als witte mensen het comfortabel vinden om dit hiphop te noemen, dan doen ze maar.’
‘Dissociatie’, ‘Ik val diep’, ‘Moord op haar’, ‘Ontken me niet’… Meer dan de tracklist van Geestelijke gezondheidszorg heb je niet nodig om te weten dat Ikraan Mohamed Haji geen vrolijk debuut heeft gemaakt. Ze zingt over haar leven dat het een dode bloem is en dat het haar werd afgenomen. Als luisteraar voel je je betrapt, alsof je zonder te kloppen de kamer binnenstapt waar IKRAAAN net is opgestaan uit de zetel van de psycholoog die ze sinds twee jaar bezoekt.
Herinner je je nog de eerste keer dat je met je psycholoog hebt gesproken?
IKRAAAN: “Dat was twee jaar geleden, toen ik uit een relatie ben gestapt omdat mijn partner gewelddadig was. Ik was amper 22 jaar en dacht dat partnergeweld enkel bij oudere koppels voorkwam. In het begin dacht ik dat ik niets aan zo’n psycholoog zou hebben, maar het is de beste beslissing die ik ooit heb gemaakt. Het is arrogant om te denken dat je nooit zo iemand nodig zal hebben.”
Krijgt je psycholoog ook je songteksten te zien?
IKRAAAN: “Sommige toch. Ik weet niet wat ik schrijf op het moment dat ik het schrijf, en achteraf ga ik samen met haar door mijn teksten om te zien wat ik nu eigenlijk bedoel. Maar de teksten van Geestelijke gezondheidszorg zijn al zo oud dat ik me totaal niet meer kan vereenzelvigen met wat ik zing. Sindsdien heb ik een paar dierbaren vergeven die me veel pijn hebben gedaan. Eigenlijk hebben ze dat niet verdiend, maar voor mij is het een manier om verder te gaan. Dat ik zo ben veranderd, maakt het wel ongemakkelijk om die nummers nu live spelen. Ik ben het beu om al die zielige muziek te brengen.”
Weten die dierbaren dat je hen vergeven hebt?
IKRAAAN: “Nee, dat heb ik voor mezelf gedaan.”
Over wie die mensen zijn en wat ze hebben gedaan, blijft IKRAAAN vaag. “Je mag het gerust vragen hoor, de vibe verandert daar niet door of zo. Maar ik stel gewoon mijn grenzen in wat ik deel met mensen en wat niet.” Of zoals ze het zingt in ‘Introvert’: ‘Mijn verdriet is niet te koop.’
Je voert in je teksten psychiaters op die hun patiënten niet geloven en hen volproppen met pillen. Waarom ben je, ondanks je eigen goede ervaringen, zo kritisch voor de geestelijke gezondheidszorg in België?
IKRAAAN: “Zelf heb ik heel veel geluk gehad, omdat ik hulp krijg bij het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg, maar ik heb vrienden die geen geld hebben voor psychologische hulp en op ellenlange wachtlijsten staan. Ik heb dierbaren zien terugkomen uit de psychiatrie met in hun ogen een doodse blik van alle pillen die ze moesten slikken. Zij kunnen hun noden niet verwoorden zoals ik dat kan. Voor hen wil ik er zijn.”
De muziek op je eerste ep, Happy Pill’ omschreef je als soultrap. Heb je voor Geestelijke gezondheidszorg ook zo’n term?
IKRAAAN: “Voor alle duidelijkheid: ik heb het woord ‘soultrap’ niet uitgevonden. Maar nu zou ik gaan voor klassiek, met invloeden van elektronica en jazz. Aan dat laatste dacht ik eerst totaal niet, tot ik mijn eigen nummers in het Engels begon te vertalen. (Improviseert een versie van ‘Zwarte vijvers’) ‘Jump with me in the dark waters...’ Da’s echt oude jazz.”
In elk geval geen hiphop, r&b of godbetert urban, termen die al te vaak worden bovengehaald voor muziek van jonge zwarte artiesten.
IKRAAAN: “Die discussie heb ik losgelaten. Ik kan mensen er alleen maar op wijzen dat ik dat niet nice vind, maar ik ga hen niet meer aanvallen of er emotioneel van worden. Ik ben een zwarte vrouw, ik weet dat ik genius ben, en als mensen zich comfortabel voelen bij de term hiphop omdat ze niet gewoon zijn dat iemand met een andere huidskleur Vlaamse muziek kan brengen: that’s on them. Ik ben een zwarte vrouw en ik vind dat vanuit maatschappelijk standpunt zelfs een privilege, net omdat ik het leven niet kan zien door een roze bril. Dat is nog altijd beter dan de andere kant op kijken.”
Je hebt de muziekindustrie in meerdere interviews bestempeld als racistisch. Zie je intussen verbetering?
IKRAAAN: “Er is iets veranderd in positieve zin, ja. Black Lives Matter heeft ervoor gezorgd dat mensen niet meer onwetend kunnen zijn. Het is niet langer uitsluitend iets van allochtonen, maar van de hele maatschappij. De witte Vlaming wordt geforceerd om het gesprek aan te gaan en ik kan alleen maar hopen dat mensen blijven praten met elkaar, zodat ze beseffen dat het net de verschillen tussen hen zijn die deze wereld zo boeiend maken.”
Het valt me op dat heel verschillende artiesten jou vragen als voorprogramma. Zwangere Guy en Brihang wilden je mee op tournee, maar pas speelde je nog een show met Amenra.
IKRAAAN: “Ik kende Amenra niet voor frontman Colin (H. Van Eeckhout, red.) mij een berichtje stuurde. Dan ben ik hun muziek gaan checken en die is echt wel goed. Tot dan was ik eigenlijk alleen fan van Tupac en Melanie Martinez, maar Amenra heeft mijn ziel echt overgenomen. Na hun concert ben ik twee dagen moeten bekomen. Ik weet nu al dat ik het niet zal aankunnen om hen ooit nog live te zien.”
Doet het jou iets als zo’n grote band met je wil samenwerken?
IKRAAAN: “Nee. Dat zijn gewoon andere mensen die net zoals ik muziek maken. Ik ben nooit hyped over andere mensen en ik wil ook niet dat mensen dat zijn over mij. Dat ik muziek maak, maakt mij niet per se boeiender.”
Ik kan me voorstellen dat je fans daar niet mee akkoord gaan. Hoe ga je om met hun reacties?
IKRAAAN: “Vroeger zat ik vol zelfhaat en kon ik niet tegen te veel complimenten. Nu apprecieer ik al die lieve woorden wel. Mensen vertellen me dat ik ben wat onze maatschappij nodig heeft, dat ik hen help in hun persoonlijke strijd of zelfs hun leven heb gered. Maar dat is wat de muziek voor hen betekent, niet ik als persoon. Er is een grens tussen die twee. Als ik merk dat mensen zich lager dan mij zetten, dan zeg ik hun dat ook. Niemand staat boven mij, ik sta boven niemand. Doe gerust normaal.”
Op de hoes laat je de binnenkant van je lip zien, waarop ‘GGZ’ staat getatoeëerd. Is dat echt?
IKRAAAN (trekt haar lip naar beneden en laat de zeer echte tattoo zien)
Is dat niet wat drastisch voor een plaat waar je nu al van vindt dat ze niet meer bij je past?
IKRAAAN: “Geestelijke gezondheidszorg is meer dan muziek, het is een deel van mijn nalatenschap. Ik zal er altijd trots op blijven. Misschien zal dat niet erkend worden, maar ik weet dat ik geschiedenis heb geschreven.”
Wat hoop je dat mensen binnen twintig jaar over deze plaat zullen zeggen?
IKRAAAN: “Het interesseert me niet hoe andere mensen erover zullen oordelen, maar ik denk oprecht dat ik een nieuwe manier heb gevonden om Nederlandstalige muziek te maken. Je hebt zeker mensen in België en Nederland die goede commerciële muziek in het Nederlands maken, maar zo volwassen, emotioneel intelligent en welbespraakt? Nee. Ik vind persoonlijk dat ik de beste Nederlandstalige artiest bent. Mensen zullen me een egotripper vinden, maar dat is gewoon mijn mening. En mocht iemand anders Geestelijke gezondheidszorg hebben gemaakt, dan zou ik hetzelfde zeggen over die persoon.”
IKRAAAN speelt releaseshows in Het Bos (5/5) en de AB (13/5).
Geestelijke gezondheidszorg is uit bij Top Notch.
© Humo