AchtergrondHuiswerk
‘Ik zat tot vijftien uur per week naast mijn zoon’: moet je je kind helpen bij huiswerk of niet?
Ouders die hun kroost helpen bij het huiswerk schieten daar soms in door en maken de taak of opdracht gewoon zelf. Maar is dat wel een goed idee? ‘Op het hoogtepunt zat ik tot vijftien uur per week naast mijn zoon.’
“Oei. Dat kan niet van jou zijn.” Toen Nadia, leerkracht Nederlands in het secundair, enkele jaren geleden een taak terugkreeg van een van haar leerlingen, wist ze meteen hoe laat het was: het dagboekfragment dat het meisje in de klas begonnen was en thuis had moeten afwerken, was door haar ouders geschreven.
“Dit was een moeilijk geval: door die ene taak was die leerling wel geslaagd voor dat rapport”, zegt Nadia. Na overleg met directie en collega’s besloot Nadia om er geen zaak van te maken. Al zegt ze nu nooit meer opdrachten uit de klas thuis te laten afwerken door leerlingen, uit vrees dat ouders het afwerken.
Misverstanden
Dat ouders hun kroost wel vaker dat tikje te veel helpen met het huiswerk, staat buiten kijf. Hoe vaak is moeilijk te zeggen. In een Amerikaanse bevraging uit 2005 zegt 51 procent van de ouders dat kinderen huiswerk alleen zouden moeten doen. Toch geeft 73 procent van de ouders toe hun kind daarbij te helpen.
Ook in Vlaanderen lijken ouders wel te beseffen dat ze soms een beetje te veel helpen. Uit een bevraging van ouderkoepel GO! Ouders uit 2016 blijkt wel dat “ouders iets meer geneigd zijn om huiswerk te corrigeren dan dat ze denken dat de school dat van hen verwacht”. En ook An Ryckmans van de ouderkoepel KOOGO zegt dat zij “tijdens bemiddelingen tussen ouders en scholen merkt dat er vaak misverstanden bestaan over huiswerk”.
Wellicht helpen ouders vaker mee wanneer de techniciteit van een taak stijgt, zoals bij het bouwen van een maquette, een herbarium aanleggen of een filmpje opnemen. “Dat klinkt zeer herkenbaar”, zegt een schooldirecteur die zijn zoon (op de eigen school) zelf al eens helpt. Die moest creatief aan de slag met een boekbespreking.
“Dan kom je al snel uit bij een video”, zegt hij. “Voor dat soort opdrachten hebben leerlingen nog niet voldoende technische vaardigheden om creatief met de inhoud bezig te zijn.” Dus nam zijn papa een stuk van de technische kant op zich en hielp hij bij het schrijven van het scenario. Al was dat met de expliciete bedoeling zijn zoon zo meer ruimte te geven om met de inhoud van de taak bezig te zijn. “Maar het klopt, dat is geen evidente grens om bewaken.”
Huiswerkklassen
Los van de grote discussie over het nut van huiswerk, is de wetenschap wel duidelijk over dit: het is geen goed idee om taken van zoon- of dochterlief in hun plaats te maken. “Je kunt je kind zo aangeleerd hulpeloos maken: je leert hen aan dat mama of papa het altijd zal doen”, zegt onderwijswetenschapper Tim Surma (Expertisecentrum voor Effectief Leren van de Thomas More-hogeschool). “Al zijn er nog redenen: het kan verwarrend zijn voor kinderen. Papa heeft misschien wel leren schrijven in de jaren tachtig, maar leerkrachten gebruiken daar nu andere methodes voor.”
Toch is exact dat wat Katrien jarenlang gedaan heeft: naast je kind zitten en die van a tot z helpen. “Ik dacht dat ik op het hoogtepunt tot vijftien uur per week naast mijn zoon zat om huiswerk te maken”, zegt ze. “Ik heb zijn notities gestructureerd, spreekbeurten voorbereid en boekbesprekingen gemaakt.”
Al heeft ze daar wel een heel goede reden voor: haar zoon kreeg de diagnose van autismespectrumstoornis en had die hulp gewoon nodig. “Ik zat niet naast hem omdat ik dat wilde, maar omdat hij dat zelf vroeg en nodig had”, zegt Katrien. Waar trok ze dan de lijn?
“Ik hielp hem bij alle taken die misschien wat creatiever waren, maar een ballast waren voor hem. Zo moest hij eens een overzicht maken voor godsdienst van zijn laatste levensjaar. Ik snap waarom die leerkracht zo’n taak geeft, maar ik vond dat niet nodig voor hem. Mijn zoon wilde absoluut studeren. Maar kennis moest je er bij hem inslijpen: daar had hij veel tijd voor nodig. Dus heb ik altijd geholpen zodat hij zich kon bezighouden met het instuderen van leerstof.”
Los van het uitzonderlijke karakter van het voorbeeld hierboven, is het probleem dat niet elke ouder de mogelijkheid heeft om te helpen met huiswerk, om verschillende redenen. Doen ouders dat dan toch, dan werkt het ongelijkheid in de klas in de hand. Het is een van de redenen waarom scholen zoals Middenschool Voskenslaan in Gent huiswerkklassen organiseren. “Omdat we aanvoelen dat het niet evident is voor sommige ouders”, zegt directeur Bob Podevijn. “Ook kunnen leerlingen tijdens pauzes en na schooltijd daarom gebruikmaken van een open leercentrum.” Ook andere scholen, zoals het GO! Koninklijk Atheneum in Antwerpen, organiseren zulke huiswerkklassen.
Huiswerktips van Tim Surma voor ouders:
1. Creëer gewoontegedrag. “Het is normaal dat een kind bijvoorbeeld eerst een halfuurtje speelt als hij thuiskomt, maar bouw dan de gewoonte in dat hij nadien elke dag even met huiswerk bezig is.
2. Stel impliciet hoge maar realistische verwachtingen. “Vraag je kind niet dat hij altijd 90 procent haalt op taken of toetsen, maar laat voelen dat je huiswerk belangrijk vindt. Bijvoorbeeld door te vragen wat ze moeten doen of hoe ze dat zullen aanpakken. Door te tonen dat je het belangrijk vindt, gaan kinderen dat na verloop van tijd normaal vinden.”
3. Ondersteun je kind als het daarom vraagt. “Gebruik je gezond verstand. Als een kind hulp vraagt, mag je natuurlijk helpen. Maar ga het niet zelf maken. Zeg dus nooit: ‘We gaan aan het huiswerk beginnen’, maar vraag hoe je kind het huiswerk wil aanpakken.”