'Ik wil veel meer betekenen'
Met Arnon Grunberg zegt ze dat hoffelijkheid boven alles gaat. En zo combineert Fien Sabbe (49) makkelijk twee, ook nog rijmende, liefdes: de literatuur en de advocatuur. Radio en televisie staan in de verleden tijd op haar cv. Mist ze niet. Alleen de micro wel. 'In mijn toga voel ik me zo bloot als iets.'
Het is 9 juni 2015 en de lezers van Het Nieuwsblad lezen dit: "'We zijn tevreden dat het eerste vonnis bevestigd werd', zegt advocaat Fien Sabbe, die samen met Natalie Aernoudts optrad voor Eddy Lipstick."
De titel boven dit krantenstukje: 'Eddy Lipstick ook in beroep vrijgesproken voor gangbangs.' Dat is iets anders dan Fienacolada presenteren. Of Vlaanderen Vakantieland. Het komt ook niet in de buurt van Uitgelezen, het mooie Vooruit-boekenprogramma waarmee Fien Sabbe samen met Anna Luyten en Jos Geysels al jaren door Vlaanderen reist. Eddy Lipstick, dat is porno. Dat zijn de bladen Stoeipoesjes en Gay Lips, dat zijn swingers en dat is een eigen versie van een bekende tv-serie: FC De Kapoenen. Met Clitoortje in de rol van Doortje.
Het klopte ook niet helemaal wat in de krant stond. Het was Natalie Aernoudts die de zaak van Edward Glazenmakers - zijn echte naam - voor het hof van beroep in Gent pleitte. Fien Sabbe was met haar patron meegekomen om de uitspraak te horen en de krant citeerde liever haar. Dat brengt het BV-schap. "Ik was wel bij de voorbereidende gesprekken en ik denk ook dat daar mijn kracht ligt", zegt ze nu. "Luisteren en de juiste vragen stellen. Maar daarom niet altijd de antwoorden."
Op de bank van de zitput in het huis in Heusden, dat haar vader - hij is architect - tekende, ligt Een heel leven van Robert Seethaler. En een uurtje geleden had Bart Moeyaert, bij het afscheid van een vorig interview, nog gezegd: "Doe Fien vele groeten." Ze lardeert dit gesprek met Grunberg, maar ook met Peter Verhelst, met Kafka en met Albert Camus. In het lezen zit het leven.
Dan dit verhaal met een anekdote over porno beginnen, is dus niet helemaal fair. Omdat de anekdote zelfs in haar nieuwe leven als advocaat atypisch is voor de zaken waar Fien Sabbe voor wil gaan. Maar zelfs dat ze advocaat is en werd, na jaren in de spotlichten waaierend van Radio Donna naar Radio 1 en 2 en zelfs 3 (de voorganger van Klara) tot bij Eén en Canvas, lijkt atypisch.
En dat is het niet. Bijna dertig jaar geleden studeerde ze in Leuven rechten. Is dit dan de draad oppikken? Ook dat is het niet helemaal. "Rechten boeide me toen eigenlijk niet echt", zegt ze. "Ik combineerde het in Leuven met theaterwetenschappen, dat hield de balans dan weer in evenwicht, nooit dacht ik eraan iets met rechten te doen. Dat ik mediarecht volgde, wat bijna niemand deed, was bewust: ik wilde in de media."
Maar in de media gelden soms vreemde wetten en vier jaar geleden was Fien Sabbe 46. Wat nu? "Ik ben altijd iemand die op het hoogtepunt van een feestje naar huis gaat. Ik schreef voor Zeno in De Morgen, deed zot graag reclamewerk, stemmenwerk, Uitgelezen deed ik dus ook en ik kon nog een aantal jaar als freelancer door. Ik zat 25 jaar in de media. Maar ik begon mijn gretigheid te verliezen. Peter Verhelst zei me ooit: 'Wat is het leven zonder verlangen?' Dat voelde ik. Misschien was mijn verhaal daarin wel gedaan. Je moet toch blijven uitkijken, goesting blijven houden. Ik stond niet elke ochtend meer op vol verwachting voor wat de dag zou brengen. En zo schoot het plots in mijn hoofd: studeren."
Ze citeert Walter Van Steenbrugge, ook wel eens te gast in haar literaire show. "Hij schreef ooit: 'Een goede rechter is een gentleman. Hij behandelt de partijen met respect, laat iedereen aan het woord en waakt erover dat de debatten in alle openheid en hoffelijk verlopen.' Dat sluit aan bij wat ik wil en mijn rechtendiploma gecombineerd met mijn ervaring als journaliste, leek me een goed idee."
Maar om deel te nemen aan het ingangsexamen voor de gerechtelijke stage heb je een jaar juridische ervaring nodig. We zijn 2016, bijna, we zweten het jaar nog even uit, maar ondertussen heeft ze anderhalf jaar aan de balie achter de rug. Daar zal ze wellicht blijven en ondertussen liep ze twee jaar stage bij strafpleitster Natalie Aernoudts. "Ik zocht een madame van mijn leeftijd", zegt ze. "Niet iedereen kan zomaar je patron zijn. Stagiair zijn is niet evident en het is ook anders als je, zoals ik, tegen je vijftigste aanloopt. Zij leerde me dat het niet erg is om op je bek te gaan, maar als je 23 bent en je maakt een fout sta je snel weer recht. Ik voel dat ik verkrampter ben. Ik wil niet zomaar ten onder gaan."
Engagement
Maar, we keren er nog even naar terug, Eddy Lipstick valt niet onder het jeugdrecht. Anderhalf jaar heeft ze gepleit: kleine strafzaken, soms de politierechtbank, bemiddelingen bij echtscheidingen. Alle dagen. Ze zegt: "Als journaliste dacht ik dat ik al wat had gezien, maar nu weet ik: ik had geen flauw idee. Bovendien zat ik vaak in de warme culturele wereld, maar zelfs in een groot bedrijf als de VRT heb ik nooit gevoeld dat iemand me de ogen zou uitkrabben. Natuurlijk lees je de kranten, maar je raakt verhalen aan en de volgende dag doe je iets anders. Nu zit ik sinds twee jaar in de miserie van mensen, je stapt er als advocaat in en ze kruipen in je kleren. En dat wil ik. Engagement in het leven. Ik wil veel meer betekenen."
Met twee verhalen illustreert ze die miserie. "Rond de jaarwisseling vorig jaar had een man met zijn halfbroer drugs gehaald in Antwerpen. Op die fatale avond hebben ze samen op zijn appartement gebruikt en is halfbroer gestorven. Hij heeft de hulpdiensten nog gebeld, te laat en hij is opgepakt op. Die man, die met een autistische stoornis kampt, heeft twee maanden vastgezeten met een immens schuldgevoel. En dat verhaal is niet voorbij. Gelukkig bestaat in Gent een proefproject dat de Drugsbehandelingskamer heet. Mensen die onder invloed van drugs een misdrijf plegen, krijgen daar de kans aan zichzelf te werken en een behandelingstraject te volgen. Pas nadien is er een uitspraak."
Het tweede verhaal: "Een man beging 25 jaar geleden een levensdelict, in een psychose, jarenlang zat hij in een penibele situatie vast. Nu is hij een van de eersten die door de oprichting van het Forensisch Psychiatrisch Centrum geholpen worden... Het is een hoogbegaafde man die een misstap heeft begaan met vreselijke gevolgen, maar die nu wel terug wil naar de maatschappij.
"Maar het blijft niet evident. Gelukkig staat Henri Heimans als voorzitter aan het hoofd van de Commissie ter Bescherming van de Maatschappij, hij wordt wel eens 'de meest menselijke rechter ooit in Vlaanderen' genoemd en dat klopt. Dus voor die mensen is er hoop. Maar het lukt niet altijd en de frustratie in het beroep is groot. Je loopt tegen muren en het is vaak Kafka en bij het minste wordt er weer uitstel gevraagd. Maar af en toe lukt het wel."
Ze vertelt dit gedreven. Je schrijft niet: als een pleitster. Dat is een te gemakkelijk beeld. Maar straks, in januari, schakelt ze over naar het advocatenbureau van Geert Decock en Sofie Van Rumst, gespecialiseerd in jeugd- en familierecht. "Daar gaat het vaak niet om straffen, maar om begeleiden. En dat spreekt me aan. Ik wil niet per se winnen of verliezen. Ik ben zeer bemiddelend en als ik jongeren kan helpen naar een betere toekomst, dan help ik daar toch de maatschappij mee?"
En dan komt toch de literatuur in dit verhaal. "De omgang met schrijvers heeft me heel veel geleerd. Arnon Grunberg zei me ooit: 'Hoffelijkheid boven alles.' De pure advocatuur draait vaak op een verwijtcultuur die mij niet ligt. Ik wil daar een begripcultuur van maken. De vijand de hand schudden, is niet makkelijk. Maar hoe moet je anders tot elkaar komen? Natuurlijk verdedig je tegenstrijdige belangen, maar het is wel heel belangrijk om te luisteren. En een slachtoffer wil volgens mij niet in de eerste plaats laten straffen. Een slachtoffer wil in de eerste plaats gehoord worden."
Het is 18 december als we praten en enkele dagen eerder heeft het droevige lot van Dylan Aendekerk in de krant gestaan. We weten dan nog niet wat we op 28 december zullen lezen: "mogelijk toch niet aangereden door zijn buurman". Maar Het Laatste Nieuws zet toch al 'dader' bij de foto van de buurman die vluchtmisdrijf gepleegd zou hebben. In de krant kwam ook de vader van de aangereden jongen uitgebreid aan het woord. Ze aarzelt. "Ik snap de vader van de jongen wel. Want je wilt niet meemaken dat je je de bedenking moet maken: 'Had mijn zoon nog geleefd als hij wel hulp had gekregen?' Maar zonder dat allemaal te vergoelijken, moet zo'n gast wel een verdediging krijgen."
"Het is niet erg om op je bek te gaan", zei ze. Maar ze zei ook dat ze het wel erg vindt. En wat dan? "Wenen hé", glimlacht ze, en dan vlug: "Maar niet in de rechtbank natuurlijk. Juridisch ben ik gewoon nog niet perfect onderlegd. Een fout is snel gemaakt of je verliest iets uit het oog. Terwijl je dat zo goed voorbereid hebt en dan wijst de rechter je daarop. Mijn patron walst daar in dat geval overheen, maar ik zak toch telkens door de grond. En ik pak het langer mee dan mijn collega's van 23. Die gaan gewoon naar de volgende zaak."
Maar, zegt ze meteen: "Daarom heb ik dat podium nog nodig dat Uitgelezen is. Het is iets wat ik helemaal beheers en dat met zelfvertrouwen te maken heeft. Op dat podium heb ik dat zelfvertrouwen al, maar nog niet als advocaat. De literatuur is daarom op veel vlakken een hulp. Ik ben ervan overtuigd dat boeken betere mensen maken. En van mezelf vooral een betere advocaat. (lacht) Ik geef toe: ik schitter graag en ik hoop dat ik dat op een dag in mijn nieuwe job ook zal kunnen. En je mag de schoonheid van de dingen niet vergeten. Een prachtige quote uit een boek: daar leef je toch van?"
Is daar in pleidooien plaats voor? Ze knikt, ze heeft zeker al quotes uit mooie boeken in een betoog gesluisd. "Walter Van Steenbrugge doet dat vaker. Hij was al eens gast in Uitgelezen en ik heb hem in een pleidooi voor de rechtbank eens horen zeggen: 'zoals in het onvolprezen boekenprogramma Uitgelezen werd verteld...' (lacht) Prachtig toch, dat je dat kunt. Of een passend citaat uit een boek toveren. Het zal de toehoorder zeker en vast ontgaan, maar zoiets geeft een pleidooi wel sterkte. En elk woord is belangrijk."
"Christine Mussche wees onlangs in Alleen Elvis blijft bestaan op het belang van elk woord toen ze pleitte voor mededogen en voor het oog hebben voor de gezinssituatie en de sociale omstandigheden. Soms brengt dat mensen dat tot iets dat ze niet wilden doen. Om dat begrip draait het toch vaak."
Je inleven
Twee zonen komen iets uit de koelkast halen en zeggen zeer vriendelijk dag: Bavo en Stan zijn dat, goede kerels, altijd de gsm wel ergens verkeerd gelegd natuurlijk. Zij zijn haar trots. Zoals zij dat was van haar ouders in Waregem. Hij een architect. Zij een sociaal geëngageerde zakenvrouw. Fien Sabbe is de mix.
"Mijn vader heeft een zeer goed oog voor evenwicht, balans en schoonheid. Hij wil creëren. Mijn moeder heeft de drive om dingen vooruit te laten gaan. In de jaren 70, toen van gestructureerde kinderopvang nog geen sprake was, heeft zij dat in West-Vlaanderen uit de grond gestampt. Zij had de roeping om iets te doen. Misschien ligt in hen beiden wel de start van alles, ja."
Applaudisseerden ze dan toen Fien Sabbe plots op tv kwam? "Niet echt", zegt ze. "Maar ze legden me ook nooit iets in de weg. Ze zijn vaak aan de kust nu en als we met onze boekenshow op Theater aan Zee zijn, komen ze kijken. Maar de wildste supporters? Dat zijn ze nooit geweest. Moet ook niet. (lacht) En West-Vlamingen hé."
"Als ze in zo'n zaal zitten, zijn ze ook niet te aanwezig. Maar ik zie ze natuurlijk wel zitten. En je doet wat je doet zeker ook voor je ouders. Maar nooit opdát ze trots zouden zijn. Dat is nooit mijn betrachting geweest. En voor hen hoef ik niet op een podium te staan om graag gezien te worden."
Haar talent ligt voor de hand. Iemand zei onlangs nadat Fien Sabbe als gastvrouw de presentatie van een nieuwe prijs had gedaan: "Je legt een warm dekentje over de zaal." Dat deed goed. "Ik sluit het publiek graag in mijn armen. Dat is wat ik graag doe. Met empathie en bezorgdheid."
Dat doet ze zelfs met confraters. "Hoe die elkaar soms aanschrijven, zich verstoppend achter een façade van geleerde woorden! Daar ga ik radicaal tegen in. 'Met vriendelijke groeten', schrijf ik in plaats van 'met confraternele groeten'. Pleiten in de rechtszaal is belangrijk, maar goed schrijven is dat net zo. En er zijn zo weinig mensen die daarin slagen. Het is hilarisch wat ik soms lees en wat er allemaal op papier gezet wordt. Ook daar zou empathie wel op zijn plaats zijn. Goed, je moet je inleven in een situatie. Maar denk alstublieft toch ook eens aan de tegenpartij."
Bij uitbreiding vindt ze dat een oproep aan de hele maatschappij. De politicus die zegt dat 'die dode kleuter niet onze schuld' is, ontmenselijkt bewust de jongen die Aylan heette. Politieke strategie en imago belangrijker dan het verdriet van een familie. "Dat klopt", zegt ze, "maar niet alleen hij doet dat. Ook bij veel anderen ontbreekt het engagement. Maar het zal mij niet tegenhouden om de juiste taal wel te vinden. Het gaat over mensen en over een leven, verstop je niet achter een paar zinnen. Ook daarom ben ik blij dat ik dit doe. Ik word vijftig, ik ben net op tijd veranderd. Nu heb ik de mogelijkheid nog iets te doen."
Als dat klinkt als spijt, dan corrigeert ze dat. Al zei ze ook eerder al deze namiddag: "Ik wil veel meer betekenen." Maar amusement op radio en tv, ontspanning, dat betekent voor veel mensen ook iets. "Dat klopt. En ik begon bij de radio met het idee: ik ga de mensen een plezier doen door hen door de file te begeleiden. Maar eigenlijk moet je zeggen dat je het toch ook vooral voor jezelf deed. Een beetje egoïstisch. Al die jaren bij Donna was de sky niet eens de limit. Zo plezant was dat. Maar wat ik nu doe, vraagt veel meer van mezelf en is 'echt' engagement."
Je kunt er veel over zeggen. Dat het onvergelijkbaar is, bijvoorbeeld. Anoniemer zeker. "Ik mis wel de micro. Letterlijk. Dat technisch hulpmiddel. Je stem klinkt er anders door, maar met een micro heb ik veel meer het gevoel dat ik de regie in handen houd. In een toga voel ik me zo bloot als iets. Zonder micro verlies ik een pak zelfvertrouwen en ik heb moeten leren dat je die micro niet nodig hebt om gehoord te worden. Maar de rechter en het openbaar ministerie zitten op een verhoog, als advocaat sta je letterlijk een trede lager. Dat is machtsvertoon dat toch indruk maakt."
Dicht bij de mensen
Vijftig. Het getal valt en je zegt dat je eigenlijk niet wilt vragen hoe erg ze dat vindt. En je vraagt het meteen toch. "Niet dat het me niks kan schelen. Maar vijftig worden, boezemt me geen angst in. Het is ook nog máár vijftig. Ik denk dat ik deze leeftijd op zijn minst even leuk vind als twintig. Toen dacht ik: over dertig jaar wil ik belezen en zelfverzekerd zijn, maar vooral ruimhartig en met humor in het leven staan. Ik weet niet of me dat ondertussen is gelukt, maar ik probeer het elke dag. Je zag daarnet Bavo en Stan. Bavo is 18 en Stan 14, en mag ik zeggen dat ik mezelf een geweldige moeder voor die twee vind?"
Op de tuintafel zit een poes en er staan wat beelden in de wintertuin die aan grijze herfst doen denken. Fotograaf Károly Effenberger zou haar graag in toga portretteren, maar dat mag helaas niet. De wet zegt dat je alléén in toga mag staan in het gerechtsgebouw. Jawel, dat is de wet. Maar hij mag wel achter haar op de bank liggen en in beeld komen. Dat mag van de wet wel. In de binnenvoering is haar naam in witte letters geborduurd: Fien Sabbe.
De journalist kijkt ondertussen rond. Weer naar de poes op de tafel. De aangewaaide bladeren. De boeken in de kast. Zit daar een lijn in, vraag je. Een rode draad? "Ik weet het niet. Je zag dat boek van Seethaler al liggen. Dat gaat over iemand met een leven vol tegenslagen, maar toch kijkt hij met een zekere genoegdoening op dat leven terug. Dat vind ik prachtig. Ook De vreemdeling van Albert Camus is een van mijn favorieten. Stoner van John Williams. Ik hield erg van Alsof het voorbij is van Julian Barnes en van Mr. Gwyn van Alessandro Baricco. Ook van het werk van Philippe Claudel. De rode draad is misschien dat het verhalen zijn die zeer talig zijn. Licht poëtisch misschien, maar toch dicht bij de mensen. Bij sciencefiction haak ik af."
Of die boeken iets over haar zeggen? "Ik weet het niet. Ik ben niet heel erg emotioneel en zal verdriet niet zo snel uiten. En liever troost ik een ander dan dat ik zelf getroost word. Als er verdriet is, ga ik een boek lezen. Of een muts breien."
Hoe oud is de jongste muts dan? Ze schatert. Zo verdwijnt het antwoord in een lach.
Het is tijd voor een glas wijn.
MORGEN DEEL 4
Dimitri Casteleyn: van ondernemer tot tv-maker en nu romancier