'Ik wil echt uit mijn kot komen'
Sinds het internationale succes van D'Ardennen heeft de hele wereld begrepen dat Kevin Janssens (38) meer is dan de BV uit de boekskes. In de gangsterfilm Tueurs maakt Janssens zijn Franstalige debuut, en wie weet volgt straks Hollywood.
Hij is opgegroeid met de films van Martin Scorsese. Michael Manns Heat heeft hij minstens dertig (!) keer gezien. En hij is geobsedeerd door de Bende van Nijvel. Toen Kevin Janssens opgebeld werd voor een gangsterrol in de Waalse actiethriller Tueurs, moest hij niet lang nadenken.
Dat hij überhaupt dat telefoontje kreeg, heeft Janssens te danken aan D'Ardennen: het sterke debuut van Robin Pront, over twee broers die heel hard - tevergeefs - proberen om zichzelf niet in nesten te werken. De film ging in wereldpremière op het belangrijke filmfestival van Toronto, en Janssens' vertolking als tragische Johnny (enfin, Kenny) werd in binnen- en buitenland geprezen. Eindelijk was iedereen het erover eens dat Janssens - bij velen vooral bekend van tv en uit de boekskes - echt kon acteren.
Wie de afgelopen jaren af en toe naar het theater ging, kon dat al weten. Janssens was in het Toneelhuis te zien in, onder andere, Hamlet vs Hamlet en Caligula. Een uitdaging die hij zichzelf had opgelegd: "Vier jaar geleden heb ik beslist me opnieuw toe te leggen op het theater. Want op de planken moet ik echt uit mijn kot komen." Maar film blijft zijn grote passie. "Daarin voel ik me thuis."
Ook als je in het Frans moet acteren, zoals in Tueurs?
Kevin Janssens: "Ik had in het theater al stukken gespeeld in het Frans, dus ik wist dat ik dat kon. Maar het blijft een avontuur. Tegelijk is het heel bevrijdend om in een andere taal te kunnen spelen. Je herontdekt jezelf. Je bent alerter, en je bereidt je nog beter voor."
Hoe is deze rol bij jou terechtgekomen?
"Dankzij D'Ardennen. Die film heeft heel veel teweeggebracht voor mij, vooral internationaal. Er komen nu bijvoorbeeld veel voorstellen uit Frankrijk: daar waren ze wild van D'Ardennen. Ik heb er een agentschap dat me vertegenwoordigt."
Je hebt ook een manager in de VS. Is daar al iets uit voortgekomen?
"Ik heb heel dicht bij een Amerikaanse rol gestaan, maar die is uiteindelijk niet doorgegaan. Amerika is nog iets anders dan Frankrijk. Mijn agentschap wilde me naar castings voor Dunkirk en Alien: Covenant sturen. Heel fijn om zulke voorstellen te krijgen, maar ik besef dat ik daar waarschijnlijk kandidaat nummer 60 zou zijn. Daarom ben ik eerder geneigd om op kleinere projecten te mikken. Ik ben op een leeftijd gekomen waar ik geen zin meer heb om maandenlang in L.A. te zitten, en van casting naar casting te gaan."
Had je dat tien jaar geleden wel gedaan?
"Mmm... Vijftien jaar geleden misschien. (lacht) Vroeger droomde ik - zoals elke beginnende acteur, denk ik - zeker van Amerika. En ik zou het nog altijd mooi vinden om daar te kunnen werken. Maar het hoeft niet. Weet je, ik ben echt heel blij met wat ik nu in België en Frankrijk kan doen. En er zijn nog zoveel jonge regisseurs met wie ik graag zou werken. We maken in ons land hele goeie dingen, en daar mogen we best fier op zijn."
Geniet je van de erkenning? Tot voor kort was je in de ogen van velen vooral een posterboy. Die perceptie is sinds D'Ardennen eindelijk veranderd.
"De erkenning is natuurlijk fijn, maar het belangrijkste is dat je zelf weet wat je kan, en waar je vandaan komt. Dat oppervlakkige beeld dat van mij bestond, was gewoon wat bepaalde media van mij maakten. Omdat ik af en toe iets commercieels heb gedaan in een dansprogramma (Janssens nam in 2010 deel aan het VTM-programma Sterren op de Dansvloer, LT), of relaties heb gehad met bekende vrouwen. Dat laatste behoort trouwens tot mijn privéleven. Maar bepaalde media vinden het belangrijk om enkel daarover te schrijven. Ik neem hen dat niet kwalijk, maar ik vind het wel jammer. Want die mensen doen hun job niet goed: ze kijken niet eens naar mijn werk. Kom eens naar het theater, zou ik dan zeggen."
Wat voor rollen zou je in de toekomst graag nog spelen?
"Dingen die me heel hard uitdagen, die ver van mezelf liggen. Ik wil niet te veel in mijn comfortzone blijven hangen, en het liefst van al zou ik rollen willen spelen waarin ik fysiek heel ver kan gaan. Een transgenderpersonage bijvoorbeeld, dat lijkt me een heel interessant proces om te onderzoeken, ook voor mezelf als man."
Tueurs is vanaf vandaag te zien in Brussel en vanaf 3/1 in Vlaanderen.