Vrijdag 24/03/2023

'Ik wil dat de mensen

'Ik vind het zo vanzelfsprekend dat je normaal doet. Dat heb ik van thuis uit meegekregen. Wij moeten eigenlijk nog meer dan iemand anders dimmen, wij hebben zoveel geluk op onze weg gekend en dat gaat nog altijd door''Ik ben echt een Vlaamse gast. Ik wil ons eten, onze jaargetijden, ik wil weten wat onze Rode Duivels gedaan hebben en zoveel andere stomme dingen die eigenlijk totaal niet interessant zijn. Ik moet echt hier blijven'

mij goed vinden'

De zomer is voor zangers niet het moment om van een verdiende vakantie te genieten. Festivals, kleinere optredens, liedjesprogramma's op tv die aan de kust worden opgenomen, het is hard werken. En voor een populair artiest als Koen Wauters zit er zelfs geen wandeling in op de dijk. 'Het is voor mij een hel om nu aan de kust rond te lopen. Ik ben een attractie en dat is niet zo plezant.' Maar houdt hij van de zee? Betty Mellaerts

Foto Stephan Vanfleteren

'De zee bezorgt mij vooral veel angst. Ik heb een vorm van claustrofobie en in het water is dat helemaal erg. Daarom lukte het mij lang niet om te leren zwemmen. Ik geraakte altijd in paniek als iemand mij kopje-onder duwde en ik sloeg iedereen ook direct. Rond mijn twaalfde heb ik het mezelf dan maar geleerd en sindsdien probeer ik van het fobische af te geraken. Daarvoor heb ik zelfs leren diepzeeduiken. Pas op, in een aquarium, ik spring niet in de Oosterschelde.

"In het begin ging ik door de hel, maar nu kan ik ervan genieten. Ik krijg zuurstof uit de fles, word afgeleid door de visjes en de koralen. Maar gewoon zwemmen in zee blijft lastig. Zodra ik de vaste grond onder mijn voeten kwijt ben, slaat de paniek toe.

"Met varen heb ik veel minder last. Zolang ik niet stilsta bij de mogelijke gevolgen van een schipbreuk mag er zelfs veel windkracht staan. Zet mij dan maar vooraan en laat mij maar goed in die golven klotsen. Ik ben echt een adept van wilde tuigen in pretparken."

En krijgt u, rustig kijkend van op het strand, geen romantischer beeld van de zee?

Koen Wauters: "Ik blijf denken: God, wat een massa water! De dag waarop ze beslist dat ze ons opslorpt, is het gewoon gedaan met de lage landen. Het is in de zomer voor mij ook een hel om aan de kust rond te lopen. Ik ben een attractie en dat is niet zo plezant."

Veel mensen krijgen een besef van eeuwigheid als ze over het water uitkijken. Schiet dat u nooit door het hoofd?

"Dat overkomt me in de woestijn. Daar kan ik denken: mannen, waar zijn we thuis eigenlijk allemaal mee bezig? Ik hoor mensen soms zeggen dat ze in the middle of nowhere wonen, maar dat is absoluut niet waar. De bled, die heb ik in Mauretanië gezien. Tijdens de rally Parijs-Dakar reden we daar met drie piloten naast elkaar. Ik was als enige wakker en zag de anderen met hun hoofd op hun stuur liggen slapen, voet op het gaspedaal. Dat kan daar, kilometers en kilometers aan een stuk is er niets. Heel zelden zie je in een flits in je koplampen de oogjes blinken van een woestijnvos, maar die is vervolgens zo snel verdwenen dat je denkt dat je het je hebt ingebeeld. Er is alleen maar zand, vlak geblazen door de wind. Of duinen, als sculpturen bij elkaar gewaaid."

Hoe kwam het dat u nog wakker was en de anderen sliepen?

"Omdat ik fysiek enorme mogelijkheden heb als het eropaan komt. En ik kan mij gewoon niet inbeelden dat ik achter het stuur in slaap zou vallen."

Omdat u controle wilt houden?

"Daar heb ik nooit diep over nagedacht. Het is gewoon zo. Je kijkt naar een film en je valt niet in slaap in de zetel. Punt. Als ik voel dat ik moe word, zet ik de televisie uit en ga naar bed. Het zal wel uit zelfbehoud zijn, zeker? Er moest toch maar eens een rots staan waar je dan tegenaan knalt.

"Hoewel, ik heb al eens gedacht dat het licht de volgende seconde uit zou gaan en dat was een absoluut rustig, zalig gevoel zonder ook maar enig verweer. Het was tijdens een andere rally. We gingen tien keer over de kop en vielen in een ravijn. Maar er zat een ritme in dat tuimelen dat ik prettig vond. Plots was er een knal en gingen we een andere kant op. Ik dacht: nu spatten we 100 meter lager uit elkaar en toch was ik hoegenaamd niet bang. We zijn uiteindelijk tot stilstand gekomen. Dertig meter lager en we waren echt naar beneden gestort. We spreken nu over best wat jaren geleden. Nu zou ik waarschijnlijk wel anders piepen. Ik heb een gezin en dat maakt een heel verschil."

Wat is er voor u zo fascinerend aan de woestijn?

"Dat die van vandaag op morgen totaal anders kan zijn. Je kunt zelfs niet zeggen: ik volg je in je spoor, want dat wordt meteen uitgewist. Van op een afstand lijkt het allemaal één grote duin, maar als je erin rondrijdt, heeft het iets betoverends. Het is ook larger than life.

"In Mauretanië werden we overvallen. Mij hebben ze gelukkig niet uit de auto gekregen, maar maten van mij wel. Ze moesten knielen, handen in de nek, de kalasjnikov tegen de slaap. De overvallers wilden de auto's stelen en ook wat cash geld. Pas nadien sta je erbij stil. Stel dat ze ze hadden afgeknald en in het zand begraven, die lichamen vind je nooit meer terug. De woestijn gaat erover en je hebt geen enkel herkenningspunt. Daar heeft mijn fascinatie mee te maken.

"Ook: ik heb al wel het gevaar gevoeld van water maar nog nooit dat van de hitte van de woestijn. En mocht ik ooit voelen dat ik aan het sterven ben van de dorst dan zou ik nog veel meer respect hebben voor de woestijn dan ik nu al heb. Omdat het zand zo machtig is. Ik lees soms verhalen van de oorlog in Irak en hoe daar zandstormen opsteken. Dat moet verschrikkelijk zijn. Ik heb er een paar kleine meegemaakt en ik kan je verzekeren: zand kruipt o-ve-ral in. Met water is het net zo. Dat vind ik toch wel straf aan die elementen."

Hoe kijkt u op die overval in Mauretanië terug?

"Het is pech en geluk hebben tegelijkertijd. In onze auto kregen we zeven kogelinslagen waarvan één op een centimeter of tien van het been van mijn copiloot. Die had snel door wat er gebeurde en riep: 'Gas, ze schieten!'. Ik was enorm bezig met het rijden en had er nooit stil bij gestaan dat het überhaupt kon gebeuren, maar zijn stem klonk zo overtuigend. Ik heb geen seconde gedacht dat hij een grap maakte. Ik heb de lichten uitgezet en gas gegeven. Maar in de woestijn zie je echt niks zonder lichten. Het was dus hopen dat we niks tegen zouden komen. Ze hadden een band lek geschoten. Die auto moet constant geslingerd hebben, maar je krijgt een opstoot van overlevingsadrenaline, ik heb het pas 11 kilometer later beseft.

"Maanden nadien is mijn frank pas echt goed gevallen, maar het heeft mij er nooit van weerhouden om opnieuw mee te doen. Ik ben wel voorzichtiger geworden. Ik weet nu dat die mannen perfect weten waar je passeert. Zodra het donker wordt, zetten ze heel slim hun voertuigen in de tegenovergestelde richting. Je komt aangereden, ziet lichten en denkt: er staat iemand met een probleem aan de kant. Je vertraagt automatisch want er is een gentlemen's agreement in de wedstrijd dat je stopt om te zien of er geen gewonden zijn. Plots staan ze dan met een geweer voor je.

"Het jaar nadien heb ik heel geconcentreerd gereden in die etappe, om voor zonsondergang in het bivak te zijn. Toen hebben ze in het donker weer 45 auto's en vrachtwagens tegengehouden en daar waren er ook van ons team bij."

Hebt u zo'n wedstrijd nodig om het succes en de drukte hier te relativeren?

"Ik moet niet naar Afrika om te beseffen dat wij in riante omstandigheden leven en dat ik geen reden heb om te zagen over het weer of de sul voor mij in de file die zich arrogant gedraagt. Eigenlijk zou dat allemaal van je af moeten glijden, maar dat lukt me nog niet altijd. Daarom is het niet slecht dat die andere wereld af en toe nog eens pal voor mijn neus staat."

Succes, altijd applaus, alles wordt voor u geregeld. U zou heel gemakkelijk in een luchtbel kunnen leven, afgeschermd van de wereld.

"Ik kan daar zelfs geen treffelijk antwoord op geven, ik vind het zo vanzelfsprekend dat je normaal doet. Dat heb ik van thuis uit meegekregen. Ons ma en onze pa zijn zulke goede, brave, doodgewone mensen. Wij moeten eigenlijk nog meer dan iemand anders dimmen, wij hebben zoveel geluk op onze weg gekend en dat gaat nog altijd door."

Bent u bang dat het ooit ophoudt?

"Neen. Tenminste, ik ben daar nu niet bang voor. Ik ben gelukkig nooit aan materiële dingen verslaafd geraakt. Ik rijd wel met een chique wagen rond maar als het moet, kan het morgen ook met een Golfke. Hoewel, ik heb gehoord dat terugschroeven moeilijker is dan je denkt, ik moet me dus maar hoeden voor grootspraak."

Dikwijls verlies je met je geld en je status ook het respect van de mensen. Alsof met je job ook je waardigheid verdwijnt.

"Er zijn nu inderdaad onwaarschijnlijk veel mensen die op mij reageren op een manier die totaal buiten proportie is. Maar als ik stop met Clouseau en met de programma's op VTM dan vrees ik dat ik nog altijd heel bekend zal zijn. Dat zit zo diepgeworteld. Eigenlijk is dat spijtig. Een bankbediende die een totale carrièreverandering wil, kan dat in principe. Ik mag morgen om het even wat gaan doen, ik blijf bekend. Zolang ik in Vlaanderen blijf, tenminste."

Zo relatief is het inderdaad.

"Maar wat zou ik elders moeten gaan doen? Ik ben echt een Vlaamse gast. Ik wil ons eten, onze jaargetijden, ik wil weten wat onze Rode Duivels gedaan hebben en zoveel andere stomme dingen die eigenlijk totaal niet interessant zijn. Ik kan mij niet inbeelden dat het in Frankrijk of elders beter zou zijn. Ik moet echt hier blijven. Dat is een beetje vervelend, want mijn vrouw zou echt wel makkelijk naar het zuiden kunnen verhuizen, heb ik het gevoel. En zij mag daarin natuurlijk evenveel beslissen als ik. Daar zullen we het dus nog eens over moeten hebben. In ieder geval, wat ik nu doe, kan voorlopig alleen hier."

Kunt u hier met uw bekendheid makkelijk leven? Wordt u niet constant lastiggevallen en aangesproken?

"Ik vind dat het nogal meevalt. We wonen erg privé en daar ben ik dankbaar voor. Ik kan de deur achter me dichttrekken en er zeker van zijn dat niemand achter de hoek naar mij zit te kijken. Hoe normaler je doet, hoe gemakkelijker je je tussen de mensen kunt bewegen en je eraan went. Ik ben al bijna twintig jaar bekend, het zou wel gek zijn als ik er nu nog niet goed mee om kon.

"Mijn vrouw heeft er meer last van. Zij mérkt nog dat mensen elkaar aanstoten of naar ons gapen. Het enige waar ik het moeilijk mee heb, is als mensen op straat komen vragen of ze in de kinderwagen eens naar ons kindje mogen komen kijken. Dan antwoord ik altijd: 'De Zoo is in Antwerpen, hé madam'. Maar het is zeker niet zo dat ik mijn deur niet uit kan komen zoals tijdens de Clouseau-gekte destijds. Gelukkig heb ik het toen niet echt beseft. Ik had er de tijd niet voor, we waren echt zeven dagen per week aan het werk. Enfin, werken is niet het juiste woord. Optreden is spelen en ik kan mij zeer gelukkig prijzen dat ik dat voor ongeveer negentig procent van mijn werk kan zeggen."

Denkt u nooit wanneer u om vijf uur thuis vertrekt voor een optreden: ik zou nu toch liever thuis zitten bij vrouw en kind?

"Het is moeilijker geworden, maar ik treed nog altijd erg graag op. Op het podium mag ik met mijn kont zwaaien, roepen, tieren, springen en onnozel doen en ik krijg er nog applaus voor ook. Zingen op zich is ook heel plezant. Voor mij is dat een heel natuurlijk gegeven. In de familie hebben we dat allemaal altijd graag gedaan. Onze ouders zingen ondertussen dik vijfenzestig jaar in het kerkkoor."

Maar als ik u in het Sportpaleis drie uur aan een stuk alles zie geven, dan moet u toch kapot zijn? Dat is werken.

"Ja, maar het is elke seconde genieten. En ik heb niet liever dan dat het zweet van mij afdruipt. In de fitness, bij het lopen, tijdens een optreden. Ik sta graag vooraan en vind het lekker dat de mensen naar me roepen en meezingen. Dat heeft er altijd in gezeten. Ik heb eens video-opnames van een tante gezien waar ik als klein ventje al zot sta te doen voor de camera, ik wilde toen al in beeld komen. Maar ik zou niet weten van wie ik het heb. Onze pa en ons ma zijn alle twee veeleer bescheiden."

Misschien omdat u de jongste was?

"Dat zou kunnen, ik heb het ook het meeste van de zes. Op een podium kruipen en zingen is voor mij een vanzelfsprekendheid. Enfin, nu toch, want toen ik veertien was en voor het eerst optrad, keek ik alleen naar de planken onder mijn voeten. Eric Baranyanka (nu zanger van de Ketnetband, BM) kwam me toen zeggen: 'Kop omhoog. Je moet de mensen tonen: ik ben hier, kijk naar mij'. Dat heb ik een beetje moeten laten bezinken eer ik mij durfde te laten gaan. Uit schaamte, ja, en dat gevoel heb ik soms nog wel eens.

"Ik moet het ook van de sympathie van de mensen hebben, terwijl andere artiesten zo'n stem hebben dat het hen niet echt uitmaakt wat het publiek ervan denkt. Ik heb dat talent niet, maar behalve wanneer ik een moeilijke zangdag heb of in de studio moet opnemen, vind ik dat ook niet erg. Ik weet wat ik wel kan, ik ben niet vals bescheiden. Alleen, Stevie Wonder is toch wel het beste klootzakske, met zo'n stem geboren worden!"

Wanneer schaamt u zich dan nog?

"Hoe kleiner de groep mensen voor wie ik moet zingen, hoe meer kans dat ik schaamte voel. En als ik een nieuw nummer moet inzingen in de studio wil ik daar niet te veel volk bij. Kris wil altijd eerst een plaat opnemen en dan pas toeren. Hij vindt dat je met een fris geschreven nummer nog alle kanten op kunt. Dat is zo. Ik kom ook liever niet naar een optreden om zes nieuwe songs uit te proberen op de mensen, maar de vorm die een nummer na ettelijke optredens krijgt, komt er niet zomaar. Met een nieuw nummer sta je als zanger in een studio toch redelijk in je blootje. Je moet zoeken naar de juiste interpretatie, de frasering, de timing. Soms weet ik: zo moet het klinken en dan krijg ik het niet zo gebracht. Dat kan wel frustrerend zijn. En als ik dan op het einde van een tournee de evolutie hoor die een nummer als 'Van binnen' door heeft gemaakt dan zou ik de opname in de studio nog een keer willen overdoen. Ik moet er dus toch nog eens met Kris over praten voor we de volgende nummers voor de eeuwigheid op cd branden."

Ze vragen het altijd aan de moeders, maar hoe gaat u uw drukke leven combineren met dat kleine meisje en een vrouw?

"Ik ben natuurlijk wel iets gewend. Als ik het niet druk vind, moet je dat zwaar tussen aanhalingstekens plaatsen. Er zit geen vast ritme in mijn dagen. Voor een optreden ben ik vaak een hele dag thuis, bij mijn dochter. Andere dagen sta ik al om halfnegen in Nieuwpoort voor de opname van een televisieprogramma. Het kan alle kanten opgaan, waardoor je een soort jetlaggevoel krijgt en fysiek heel stevig moet staan. Daar is jaren training niet slecht voor.

"Sommige jaren valt alles samen, een plaat, toeren, drukke televisieopnames, en dat is gewoon even slikken. Als dat toevallig een jaar is waarin je ook een kind krijgt, denk je soms wel: dat hadden we beter kunnen plannen. Ik heb dergelijk denkwerk overigens gedaan, maar ik ben ermee gestopt of we waren in 2010 nog altijd niet bevallen."

Wilt u bij de televisie wel eens iets anders dan wat u totnogtoe hebt gedaan?

"Neen, ik hoef niet plots een serieuze talkshow. Daar ben ik niet belezen of geschoold genoeg voor. Maar wat ik nu doe, kan ik wel. Natuurlijk is het hoe langer hoe moeilijker. Bij VTM willen ze met een nieuw programma toch liefst van al zoveel mogelijk de zekerheid dat de kans op slagen groot is. Dus ik kan om de zoveel tijd wel eens komen met Koen & The Gang, maar als dat mislukt, heb je het wel vlaggen. Hetzelfde met De sleutel, waar ik zo graag aan gewerkt heb. Dat het niet aansloeg, was heel frustrerend omdat het om een nieuw idee ging en niet het zoveelste aangekochte format uit het buitenland. Het loopt helaas niet altijd zoals je zou willen."

Als je altijd succes hebt gehad moet zo'n mislukking hard aankomen. Hoe verwerkt u dat?

"De cijfers van Koen & The Gang hebben mij fantastisch met mijn voeten op de grond gezet. Maar ik ben heel koppig en wil zeker de moed niet laten zakken. Ik móét en zal tot het laatste greintje, gaatje, druppeltje proberen dat schip nog in de juiste richting te krijgen. Meestal is het al gezonken tegen dan, maar goed. Mijn enige troost is dat het heel zelden gebeurd is en dat het altijd om een gedeelde verantwoordelijkheid ging."

Maar rijdt u dan triest naar huis of loopt u wat rond in de bossen om u af te reageren?

"Ten tijde van Koen & The Gang was ik net met mijn ex, Carolijn. Zij woonde nog in Londen. Daar aangekomen viel de werkstress van mij af tot ik weer voet zette op Vlaamse bodem. Het vliegtuig was nuttig, een brug tussen de liefde en de miserie. Maar verder heb ik geen specifieke manier om mij af te reageren. Het hangt ook af van het soort verdriet. Wat ik voelde toen mijn hond stierf, had ik nog niet eerder meegemaakt, maar verder leven alle mensen nog die ik graag zie. En de relaties die kapotgingen, daar was telkens een reden voor.

"Als het echt niet goed gaat, spreek ik tegen mezelf. 'Denk aan alle goede dingen', zeg ik dan. En: 'Niet zagen, maat. Je hebt een beetje pijn, maar er zijn mensen die geen benen meer hebben.' Er bestaan altijd ergere dingen en zo kan ik al snel concluderen dat mijn problemen maar van voorbijgaande aard zijn."

Heeft vader worden u erg veranderd?

"Neen, maar het is toch ingrijpender dan je denkt. Nu begint mijn dochter ons te herkennen, straks zal ze praten en lopen. Ik herken mezelf fysiek in haar, later zullen daar ook sommige van mijn manierkes bij komen. Dat is wel spannend."

U bent zelf opgegroeid in een warm nest.

"Ja! Als je na je dood naar de hemel gaat, zit ons moeder waarschijnlijk niet meer dan drie, vier plaatsen van God verwijderd. En ons vader ook, aan zijn andere kant. Dat is een poging om te zeggen hoe hoog wij onze ouders inschatten. Wij hé, want ik ben niet de enige thuis. Altijd zijn er gezellige feestdagen, samen zingen aan de afwas en toen we heel klein waren een gedichtje voordragen voor het slapengaan. Voor elk kleinkind dat nog maar half jarig is, komen we allemaal bij elkaar en wordt er veel plezier gemaakt. Het is echt een toffe familie. Dat is wat ik als kleine pagadder heb gezien en gevoeld en blijkbaar meegenomen heb."

U schrijft nu volop zelf nummers. Dat heeft een tijd geduurd. Omdat u niet durfde of niet kon?

"Allebei. Voor onze tweede cd schreef ik al 'Zo gek'. Dat vond ik tof gedaan van mij, met binnenrijm en zo, maar niemand heeft er ooit iets over gezegd. Daarnaast werkte ik met tekstschrijvers, nam nummers van anderen op, maar op een bepaald moment heb je zelf meer te vertellen. In het begin was ik twintig, nu bijna veertig. Ik heb ervaring opgedaan en heb met de tijd ontdekt hoe ik een tekst het best gezegd wil hebben. Dat schrijven gaat ook altijd beter dan ik vermoed.

"Aan 'Ik denk aan jou', een nummer voor mijn hond, begon ik een half jaar nadat hij gestorven was. Ik wilde het in de vorm van een brief doen, had de begroeting al geschreven, maar de rest van het blad werd ondergeregend door de tranen. Ik ging er toch mee door en dan lijkt het of je in een soort roes vertoeft, waardoor het allemaal makkelijker wordt.

"Het helpt mij ook als ik één specifieke persoon in mijn hoofd heb over wie ik wil schrijven. Voor 'Van binnen' was het iemand aan wie ik mij verschrikkelijk ergerde door het uiterlijk vertoon en de vele chirurgische aanpassingen. Ik was blij dat ik er een keer tegen kon fulmineren. Dan weet ik voor ik begin heel goed wat ik wil zeggen. 'Passie' heb ik voor Babette (van Veen, BM) geschreven, een jaar na onze breuk. Ik ben nogal een trage emotionele verwerker. Alleen de geboorte van mijn kind heb ik snel verwerkt. Eerst was er voornamelijk ongeloof maar dat heeft snel plaatsgemaakt voor een ongekend soort liefde. Mij moeten ze niet vragen wie ik het liefst zie, mijn vrouw of mijn kind. Dat zijn gewoon twee totaal verschillende liefdes."

Jullie gaan ook dit jaar door met een concertreeks in het Sportpaleis. Waarom blijven de mensen naar Clouseau komen, denkt u?

"Een paar verklaringen zijn niet speciaal gelinkt aan Clouseau. De mensen willen nu eenmaal graag geëntertaind worden, de mooiere kant van de wereld zien, een moment van geluk beleven. En die behoefte zal er zeker niet op verminderen, ons beroep kent geen einde.

"In het Sportpaleis speelt bovendien het massagevoel mee. Mensen horen er veel over praten en willen daar ook bij zijn. En zolang wij erin slagen om iets neer te planten waar de mensen bij het naar buiten komen een tof gevoel aan over houden, zullen ze blijven komen.

"Het is elk jaar wel een ander concert. Van bij het begin hebben we geprobeerd om onze liveoptredens goed te verzorgen. Het gros van het geld dat we vroegen voor een optreden is altijd teruggevloeid naar de productie, om te investeren in beter licht, een goede klank. Dat konden we doen omdat we vanaf onze eerste full-cd veel platen verkochten, we verdienden geld genoeg met de royalty's om van te leven.

"Ergens zal er wel een stop zijn aan de groeimogelijkheden van de concerten in het Sportpaleis. Ik denk ook elke keer: nu komt er minder volk. 250.000 mensen, dat is veel. Hoewel, wij vragen ons ook dikwijls af: en die 5.750.000 anderen dan? Maar dat is in een moment van misplaatste arrogantie."

Is dat uw doel: de mensen een goede avond bezorgen?

"Het is in ieder geval een van de hoofddoelen. En als ik het gevoel heb dat dat niet lukt, kan ik niet stoppen. Of ik dan voor honderd man sta of voor veel meer, ik ga door tot ik zie dat het publiek zich amuseert. Dat zal wel met eergevoel te maken hebben, maar ook met het feit dat ik wil dat de mensen ons goed vinden. Ik wil dat voor alles wat ik doe, ook op tv en zelfs bij het racen, al is dat dan maar een hobby. Onlangs had iemand ons raceverslag fout ingevuld. Daar heb ik een vlammende mail voor gestuurd, hoor! Potverdorie, ik zit daar zo mijn best voor te doen en dan veegt er iemand een beetje zijn broek aan."

We moeten afronden, ik weet het. Maar de tattoo rond uw vinger intrigeert mij. Is dat uw trouwring?

"Ja, ik verdraag geen ringen en andere ornamenten. Ik heb dus gezocht naar een manier om mijn vrouw te bewijzen dat ik echt de intentie heb om bij haar te blijven. En dit leek mij een goed idee."

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234