Dinsdag 30/05/2023

InterviewFrank Deboosere en David Dehenauw

‘Ik voel nu hetzelfde als bij de Pukkelpopstorm in 2011’

Weermannen Frank Deboosere en David Dehenauw. Beeld Kristof Ghyselinck - Tine Schoemaker
Weermannen Frank Deboosere en David Dehenauw.Beeld Kristof Ghyselinck - Tine Schoemaker

Nooit eerder beleefden de weermannen een week als deze, met meer regen dan ooit en vooral grotere gevolgen dan ooit. Informeren en waarschuwen, méér konden Frank Deboosere (62) en David Dehenauw (50) niet doen. En dan: bang afwachten en de schok verwerken. ‘Die béélden. Mocht ik daar zijn, ik weende mijn ogen uit mijn kop.’

Sven Spoormakers

Jullie kijken elke dag naar de weerkaarten en op een gegeven moment zie je dat er iets heel uitzonderlijk op ons afkomt. Wat schoot er toen door jullie hoofd?

Deboosere: “‘Het zal toch niet waar zijn, zeker?’ Het was maandag toen ik zag dat het alarmerend was en dan weet je dat je in waak-modus moet gaan.”

Dehenauw: “In het weekend wisten we al dat er veel neerslag ging vallen. Hoeveel en waar, dat was pas maandag duidelijk. Toen wist ik: we moeten een waarschuwing sturen. Het probleem was: in principe kunnen we dat pas in detail doen bij een voorspelling voor de komende 24 uur. We hebben dat voor één keer eerder gedaan en al 48 uur op voorhand gewaarschuwd dat er in de provincie Luik plaatselijk meer dan 150mm regen per vierkante meter zou vallen - wat extreem veel is.

Moeten jullie dan ook de overheid op de hoogte brengen?

Dehenauw: “Ik heb, als hoofd van het weerbureau van het KMI, de verantwoordelijkheid om code rood af te kondigen. En dan gaat het naar alle belanghebbenden bij de overheden. Gevolg: ik heb héél veel crisisvergaderingen gehad - met de gouverneurs, het federaal crisiscentrum, de civiele bescherming, aan Binnenlandse Zaken. Maar we mogen als KMI niets zeggen over mogelijke overstromingen: in Vlaanderen en Wallonië gieten de verantwoordelijke diensten onze voorspellingen in hun riviermodellen, zodat ze kunnen berekenen wat de impact van de neerslag op het waterpeil.”

Is er adequaat gereageerd?

Dehenauw: “Ik heb het federaal crisiscentrum een paar keer per dag gebrieft over het weer. Ik hoorde hoe ze het op het terrein aanpakten en welke problemen ze hadden. Minister Verlinden van Binnenlandse Zaken zat donderdag zelf bij de briefing. Ze hebben zeer hard gewerkt, maar ik kan mij niet uitspreken over overstromingen - ik ben geen hydroloog, hé. Ik heb me enkel gepermitteerd om begin deze week te zeggen dat het niet het moment was om te kamperen in de Ardennen.”

Voelen jullie je verantwoordelijk?

Deboosere: “Je hoopt dat je de mensen voldoende hebt gewaarschuwd, maar als er zoveel schade en menselijk leed is, denk je: ‘Had ik de mensen nòg meer moeten waarschuwen?’”

Dehenauw: “Ik voel mij nu hetzelfde als na de Pukkelpopstorm in 2011. Toen hebben we ook gewaarschuwd, maar was de storm ongelooflijk krachtig. En nu weer: dit was ongezien. Dat maakt me heel nederig.”

Deboosere: “Ik moest terug denken aan de orkaan aan de kust van 25 augustus 1990. Toen waren er tien doden, nu meer dan het dubbele. Toen hadden we ook gewaarschuwd dat het heftig werd. Maar de mensen zijn vrij om te beslissen of ze onze raad opvolgen: de voorbije nacht wilden mensen nog altijd niet geëvacueerd worden.”

Dehenauw: “Ik snap wel dat de ene mens meer gelooft in een weerbericht dan een andere. Achteraf vind ik het dan wel jammer dat mensen niet hebben geluisterd - niet naar mij als weerman, maar naar de raadgevingen van de overheid.”

Behalve het besef dat er grote problemen op ons afkomen, zit er toch ook ergens wat wetenschappelijke nieuwsgierigheid in een hoekje van je brein?

Dehenauw: “In het begin van mijn carrière had ik dat nog. Nu niet meer. Ik zou het liefst van al hebben dat de voorspelling niet uitkomt en dat niemand schade lijdt. Ik zou niet goed zijn als weerman in de States, met al die orkanen en doden.”

Deboosere: “Als het extreem wordt en er verschijnen cijfers waar je van achterover valt, overvalt mij vooral groot ontzag voor de kracht van de natuur. Dan voel je je heel klein, maar tegelijk - als wetenschapper - vind ik dat interessant. Maar dat krijgt snel een donkere rand als er slachtoffers vallen.”

Dan neemt het hart van de mens het over van het hoofd van de wetenschapper?

Dehenauw: “De wetenschapper blijft aanwezig, maar ik was ervan aangedaan, ja. Die béélden. Goh. Vreselijk, gewoon. Ik had het emotioneel echt moeilijk en dan was ik niet eens ter plaatse. Mocht ik daar zijn, ik weende mijn ogen uit mijn kop.”

Deboosere: “Tegelijk moet je blijven informeren, natuurlijk. Maar als je dan beelden ziet van ouders die met hun kinderen urenlang op daken zitten, gaat het door merg en been, hé. Ik heb zelf kinderen en dan denk je al snel: ‘Voor hetzelfde geld zat ík daar.’”

“Ik woon ver van de Maas vandaan, maar toch: mijn hart - en van iedereen in Vlaanderen, denk ik - lag dáár. Omdat je beseft dat het net zo goed bij ons had kunnen gebeuren, in het Scheldebekken - dan zou het minstens zo erg zijn geweest, want het water in Vlaanderen stroomt minder snel en zou dus langer blijven staan zijn.”

Dehenauw: “Ik hoop dat er nu een grote solidariteitsactie komt. Sterker nog, ik roep op een grote nationale benefietactie op te zetten, met de Vlaamse en Franstalige zenders. De mensen in de getroffen streken zijn álles kwijt. Na de coronacrisis en de economische gevolgen krijgen ze dát er nog eens bij. We moeten nu toch ons hart laten spreken om de mensen te helpen? Ik ga zeker meedoen en een serieuze financiële bijdrage doen.”

Tot slot: wordt het weer nu beter?

Deboosere: “Reken maar. ‘Oef, er is licht aan de tunnel', dacht ik toen ik zag dat we nu een drogere periode krijgen. En zelfs de zon komt er stilaan terug door.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234