Maandag 27/03/2023

InterviewFrances Lefebure

‘Ik merk dat er een nieuwe generatie rondloopt waar ik totaal niets van snap’

‘Van één ding ben ik zeker: iedereen heeft zijn struggles. Of je nu een stabiel gezinsleven hebt of niet weet waar je volgende maand zult slapen.’ Beeld Johan Jacobs
‘Van één ding ben ik zeker: iedereen heeft zijn struggles. Of je nu een stabiel gezinsleven hebt of niet weet waar je volgende maand zult slapen.’Beeld Johan Jacobs

In F*** You Very, Very Much, de heerlijke comedyreeks op Play4, speelt Frances Lefebure (33) een roekeloze dertiger met een wijnfles in de ene en een smartphone in de andere hand. Un poco herkenbaar? Frances zelf manoeuvreert zich met beduidend meer kunde door de volwassenheid: ze is getrouwd met acteur Boris Van Severen, voedt mee zijn twee kinderen op én heeft een carrière die floreert als een woekerend bloemenveld. Tegenover me, stralend as ever, blinkt Frances 2.0. ‘Ik word liever 34 dan 24 of 14.’

Vincent Van Peer

Zo druk het is op de buis – Een echte job en F*** You Very, Very Much zorgen voor uw wekelijkse Frances-booster, DNA Scheire en Frances staat in de steigers – zo rustig is het in de modernistische stee die Frances en Boris betrekken in het pittoreske Drongen. De woonkamer staat vol meubels van het keurmerk Van Severen (familie van), maar de ruimte wordt toch vooral gevuld door Frances, die van ruimtes vullen haar broodwinning heeft gemaakt.

Frances Lefebure: “Hoe gezellig het ook is, ik ben hier nog altijd niet helemaal geaard. Ik denk dat het er iets mee te maken heeft dat Boris en ik de lockdown hebben doorgebracht in een onwaarschijnlijk droompaleis: een veilige cocon, verhuurd door vrienden van ons, in the middle of nowhere. Hier zitten we in een gezellige volkswijk: ook goed, maar mijn brein heeft dat nog niet helemaal door. Boris is veel makkelijker. Die landt ergens en hij is tevreden. Toen ons bed van de ene dag op de andere in een nieuwe kamer stond, rekte hij zich uit en dacht: tof, dit is mijn thuis nu. Ik ben nostalgischer. Af en toe moet ik echt huilen, omdat ik zo’n heimwee heb naar ons vorige huis.”

Hoelang hebben jullie daar gewoond?

Lefebure: “Twee jaar. Maar – en ik weet hoe melig dit klinkt – het waren wel de gelukkigste twee jaar van mijn hele leven. Voor veel mensen betekende de lockdown pure miserie, maar Boris en ik hadden elkaar net gevonden en zaten alleen in de natuur. Het beste begin ooit van een relatie! Nu begint het leven met horten en stoten weer op gang te komen, en ben ik nog afscheid aan het nemen van die zorgeloze periode. (Snel) Dit huis is overigens óók een paleis, hè, dat weet ik goed genoeg.”

Je hebt er een productief weekend op zitten: je hebt gevierd dat je zes maanden getrouwd was én je hebt een zetel gekocht.

Lefebure: “Dank je, we hebben er lang genoeg naar gezocht (lacht). Die zes maanden waren we eigenlijk vergeten. Typisch voor ons. Toen we het doorhadden, hebben we toch maar een fles champagne gekraakt. (Denkt na) Soms voelt het langer aan dan zes maanden, en soms korter.”

Als je elkaar leert kennen tijdens een lockdown, van de wereld afgesneden, leer je elkaar meteen intens kennen.

Lefebure: “Onze karakters zaten daar ook voor iets tussen (lachje). Wij zijn niet samengekomen als een koppel zonder bagage, hè. Boris had al kinderen. Dat is allemaal iets ingewikkelder dan wanneer je 20 bent. Zeker wat betreft de kinderen hebben we de tijd genomen om héél veel te babbelen. Ik ben er zeker van: je kunt vijf of tien jaar met iemand samen zijn en elkaar nog altijd niet half zo goed kennen als Boris en ik. Onze hechtheid, ons vertrouwen: dat is onovertroffen.”

Laten we het eens hebben over Een echte job, het VTM-programma waarvoor je enkele weken intensief meedraaide in een ziekenhuis. In de eerste aflevering zeg je dat je altijd al een ‘gezonde fascinatie voor het menselijk lichaam’ hebt gehad. Qué?

Lefebure (lacht): “Ik wilde gewoon zeggen dat het menselijk lichaam voor mij nooit raar is geweest. In ons gezin bestond geen preutsheid. En ik heb ook altijd graag naar lichamen gekeken, mannelijke én vrouwelijke. Het is toch grappig en leuk om te zien hoe anders iedereen is – wat bij jou strak is, zakt bij de ander onderuit en omgekeerd. Dat heb ik in het ziekenhuis, waar ik mensen van alle maten en gewichten gewassen heb, aan den lijve ondervonden.”

Die rijkheid aan lijven zie je niet op Instagram.

Lefebure: “En dat is spijtig. Verwarrend zelfs. Ik ken níémand die er in het echte leven zo mooi uitziet als die influencers. Ik vraag mij dan af: wie zijn die meisjes? En worden zij alleen een handje geholpen door hun filters, of is eraan gewerkt? Ik merk alleszins een opkomende eerlijkheid over fillers en botox. Ik volg al een tijdje een esthetische dokter op Instagram, en hij deelt vaak verhalen van patiënten. Die mensen voelen daar geen enkele schroom over: ‘Natuurlijk laat ik mijn lippen opspuiten!’ Ik sluit niet uit dat ik ooit zelf iets laat uitvoeren.”

Wat héb je al laten doen, Frances?

Lefebure: “Niks! Ik heb mijn gezicht laten laseren, maar dat telt niet. Ik had couperose: gesprongen adertjes, waardoor ik heel veel uitslag had. Je ziet ook dat ik overhangende oogleden heb. Nu valt dat mee, maar ik weet dat het erger zal worden. Ik wil maar zeggen: ik oordeel niet.

“Tegelijk stel ik me vragen bij hoe een aantal 16-, 17-jarige meisjes in mijn omgeving denken. Zij streven een Barbie-ideaal na, met megalippen en afgelijnde wenkbrauwen. Dan voel ik mij opeens heel oud (lacht).”

Nu al?

Lefebure: “Ik merk dat er een nieuwe generatie rondloopt waar ik totaal niets van snap. Ze luisteren naar muziek die ik niet ken, hebben andere schoonheidsidealen, gaan anders om met sociale media... Gloria Monserez, bijvoorbeeld, vind ik een supertof meisje, met wie ik een zekere verbintenis voel. Maar van haar Instagram snap ik de ballen. Opeens staat er een kikker op al haar foto’s. Wat betekent die kikker?!

“Shit, ben ik nu al uitgerangeerd? Zit er nu al een nieuwe golf aan te komen die mij zal wegspoelen? Of kunnen generaties ook naast elkaar bestaan?”

Zeg jij het maar, Frances!

Lefebure: “Ik voel frustratie, omdat ik het niet snap. Wat mis ik met die kikker?! (lacht)

“Met jongerentaal ben ik misschien nog een klein beetje mee, dankzij Boris’ kinderen. De oudste is bijna een tiener en zegt dus dingen als: ‘Die bro zit te chappen.’ Wat ‘eten’ betekent. Dan kan ik zeggen: ‘Wat denken jullie, jongens, gaan we chappen?’ (lacht) Oud, hè?”

Terug naar Een echte job. Jij werd ingedeeld op de kankerafdeling. Daar was jij helaas al geweest, in de periode dat je mama een terminale hersentumor had. Vond je het oké om daar tewerkgesteld te worden?

Lefebure: “Toen we toezegden voor het programma, werd ons meteen gevraagd of er iets was wat we zeker niet wilden doen. Ik heb toen gezwegen, bewust of onbewust. Dus ja, ik vond het oké. Mijn omgeving iets minder. Mijn zus was kwáád: zij is heel beschermend en ze kan het niet aan om mij te zien huilen op tv. In Make Belgium Great Again hebben ze mij zo eens geblinddoekt gedropt op een kamp voor kinderen die een ouder verloren waren. Toen ik mijn blinddoek afdeed en aan een kind vroeg waar ik was, ben ik meteen ingestort. Zelf had ik daar geen problemen mee, maar mijn zus was razend. ‘Wattefok doen die met u? Ze kunnen dat toch niet maken?!’”

Ik snap haar wel.

Lefebure: “Ik ook, hoor. Maar wat de afdeling oncologie betreft, had ik een vermoeden dat het louterend zou kunnen zijn. De ziekte van mijn mama is zo lang geleden dat ik me er maar weinig van herinner. Misschien wilde ik mij daar toch eens in wentelen, om te zien wat het met mij zou doen.”

Ik heb de indruk dat je nog altijd niet goed weet of je er nu goed aan hebt gedaan.

Lefebure: “Ik heb ’t alleszins zó hard onderschat (lacht). Het was niet normaal heftig, en ik heb bij momenten veel spijt gehad. Maar het is ook goed dat ik de confrontatie met mijn verleden ben aangegaan.

“Ja, achteraf denk ik blij te zijn dat ik het gedaan heb. Die ontmoetingen in het ziekenhuis waren waardevol. Familieleden van mensen die ik daar verzorgd heb, spreken me nu aan: ‘Mijn mama is in het programma gekomen, ze is nu gestorven.’ Mensen op straat spreken hun medeleven uit, of beginnen hun eigen verhaal te doen. Dat is toch fantastisch? Het voelde aan als een deugddoende ontmoeting met ‘het echte leven’, want soms kan ik met mijn job wel een béétje het gevoel hebben dat ik in een ivoren toren zit.”

Je staat niet altijd met je twee voeten in het slijk van de werkelijkheid?

Lefebure: “Ik hoor nu ook weer niet bij de jetset van Dubai, hè (lacht). Ik ben gewoon een plusmoeder die in Oost-Vlaanderen woont. Maar ik vind het altijd leuk wanneer ik mijn perspectief kan verruimen. Van elke oprechte ontmoeting leer ik bij, en word ik een beter mens.”

ZIEK DRANKPROBLEEM

Over ver weg van de werkelijkheid gesproken: eindelijk wordt het heerlijk geflipte F*** You Very, Very Much op de reguliere tv uitgezonden! Het grote publiek lonkt.

Lefebure: “De zender zal het misschien niet graag horen, maar het zou mij verbazen als het een kijkcijferkanon wordt (lacht). We hebben al een aantal voorbeelden gezien van programma’s die eerst op streaming en dan op reguliere tv zijn verschenen, en dat viel telkens tegen: Red Light en De bende van Jan de Lichte. Maar ik troost mij met het idee dat de reeks hoe dan ook z’n publiek gevonden heeft: het is de tweede best bekeken reeks in de geschiedenis van Streamz.”

F*** You Very, Very Much is een bizarre trip, waarin jouw personage in conversatie gaat met de kijkers van het programma, en waarin ook een interdimensionale Power Rangers-versie van jezelf rondloopt. Hoe leg je de reeks uit aan 60-plussers?

Lefebure: “Niet! Toen ik mijn vader onlangs vroeg of hij de reeks al gezien had, gaf hij het kortste antwoord ooit: ‘Ja, we hebben gekeken.’ Hij vond het verschríkkelijk (lacht).”

Over Dertigers zegt iedereen hoe herkenbaar die reeks is. Maar ik vond F*** You Very, Very Much in al z’n vreemdheid oprechter raken aan de ervaring van de jonge dertiger: de knagende angst je leven niet helemaal op orde te hebben op een moment dat dat eigenlijk wel de bedoeling is.

Lefebure: “Ik kan mij voorstellen dat Dertigers best herkenbaar is: niet iedereen is zó hard van het padje als de meisjes uit F*** You Very, Very Much, hè? (lacht) Van één ding ben ik zeker: iedereen struggelt, maar niet iedereen struggelt op dezelfde manier. Er zijn mensen met een stabiel gezinsleven die hun eigen besognes hebben, zoals er evengoed mensen zijn die niet weten waar ze de volgende maand hun kop te slapen zullen leggen.

“Het verbaasde me wel dat zoveel mensen zich herkenden in F*** You. Mijn personage is toch totaal begaaid? En het personage van Daphne Wellens ontwikkelt een ziek drankprobleem! Als mensen mij dan zeggen: ‘Ik ben blij dat ik gekeken heb, nu voel ik mij al iets normaler’, dan ben ik vooral blij dat mijn leven niet dat level van craziness bereikt (lacht).

“Er zijn natuurlijk veel dingen in de reeks die ik wél herkenbaar vind, met voorop: de vriendschappen. Zoals je zei: op een bepaald moment moet alles in je leven in z’n plooi vallen, wat natuurlijk net níét gebeurt. Wat ik heftig vind: al dat spartelend zoeken naar een eigen lotsbestemming heeft ook zo z’n invloed op je lange vriendschappen. Daphne, Evelien (Bosmans, die ook in de reeks meespeelt, red.) en ik kennen elkaar van toen we twintig waren. In die periode zit je allemaal in hetzelfde schuitje: kot, studeren, lieven die komen en gaan... Maar op je 30ste ben je uitgewaaierd. Ik ben plots in een gezinsleven gegooid, Evelien heeft een kind gekregen en Daphne huurt met haar vriend iets in Brussel. Opeens staat dat allemaal ver van elkaar af. Wij zijn allemaal bezig met ons eigen ding. En toch blijft er een soort eeuwige verbondenheid, een unbreakable bond.”

'Van mijn 15de tot nu ben ik hooguit een paar maanden vrijgezel geweest. Het is niks voor mij, ik ben graag samen met iemand' Beeld Johan Jacobs
'Van mijn 15de tot nu ben ik hooguit een paar maanden vrijgezel geweest. Het is niks voor mij, ik ben graag samen met iemand'Beeld Johan Jacobs

Ik heb hier een mooie uitspraak van Evelien: ‘We zijn allemaal aan het veranderen. In wezen is onze relatie met elkaar onze belangrijkste lange relatie: terwijl mannen kwamen en gingen, is onze vriendschap altijd stabiel gebleven. Daphne en Frances zijn de liefdes van mijn leven.’

Lefebure: “Dat is mooi! En waar. Behalve dan dat stukje waarin ze zegt dat onze vriendschap altijd stabiel is gebleven (lacht). Dat is Evelien ten voeten uit: alles het liefst van al met de mantel der liefde bedekken. Evelien is ook iemand die, wanneer ik zeg dat ik verdikt ben, onveranderlijk reageert met: ‘Néé, dat is niet waar!’ Terwijl het empirisch bewijs op de weegschaal af te lezen is. Evelien gedijt beter als alles mooi is en iedereen prachtig.

“Maar nee, de laatste jaren zijn allesbehalve stabiel geweest, ze waren zelfs ronduit woelig. Vroeger ging alles vanzelf tussen ons. Nu is het meer een actieve keuze om bevriend te blijven. Vergelijk het met een huwelijk: de vlinders zijn gaan vliegen en er moet gewerkt worden aan de relatie. Met Boris is dat net zo: ik kies voor hem, goed wetende wat de moeilijkheden zijn – alle shit erbij. Soms moet je brutaal eerlijk zijn, soms voel je je kut na moeilijke gesprekken... Dat hoort er nu ook bij.”

Ik heb vrienden die ik maar om de paar maanden zie.

Lefebure: “Misschien is dat wel onze struggle: wij willen aan elkaar vasthouden, elkaar in onze levens houden, maar het lukt almaar minder vlot om elkaar zo vaak te zien als vroeger. Wij struikelen over onze pogingen om elkaar vast te houden. Daphne zei onlangs: ‘Sinds jij een gezin hebt, heb je wat weinig moeite gedaan om mij nog te zien.’ Ik was eerst op mijn teen getrapt, en dan besefte ik: het is waar. Door mijn situatie heb ik haar soms het gevoel gegeven dat zij alle moeite moest doen, omdat zij toch ‘alleen maar’ een vriend had. Ik vind het heel veel waard dat je zulke dingen gewoon tegen elkaar kunt uitspreken.”

Is het leven naast minder zorgeloos ook minder mooi geworden?

Lefebure: “Helemaal niet! Deze laatste jaren zijn emotioneel gezien de heftigste geweest uit mijn leven. Maar ik heb me nog nooit zo dicht bij mezelf gevoeld. Ik ben veel vaker triest en veel vaker gestrest. Er zijn meer dagen dan vroeger dat ik mij ronduit rotslecht voel. Maar toch...”

Je bent eerlijker nu?

Lefebure: “Veel eerlijker! Met Boris heb ik de eerlijkste relatie die ik ooit heb gehad: wij kunnen álles zeggen tegen elkaar, er zijn geen taboes.

“Ik ben veranderd toen ik verliefd ben geworden op Boris. In de loop der jaren was er zoveel in mijn potje gepropt – ik spreek nu louter figuurlijk – dat ik op barsten stond. Toen ik hém tegenkwam, is het dekseltje metershoog in de lucht gevlogen en lag alle rotzooi plots op de koude stenen. Ik wist niet wat er aan de hand was: mijn hele leven stond opeens op losse schroeven.”

Hoort een explosie van verliefdheid niet net voor vlinders en overweldigend geluk te zorgen?

Lefebure: “Die verliefdheid wás mooi en gelukzalig en overweldigend. Maar ze was ook zo heftig dat ze een katalysator werd voor ik-weet-niet-hoeveel andere dingen. Alles wat ik tot dan toe aan het onderdrukken was, kwam als een geiser naar boven – ook de slechte gevoelens rond de dood van mijn mama die ik nog niet verwerkt had. Therapie heeft een grote rol gespeeld in dat proces van zelfontdekking, want zelf had ik nooit al die draadjes kunnen ontrafelen. Ik ontdekte dat ik allerlei emotionele verdedigingsmechanismen had ingebouwd om mezelf te beschermen. In vriendschappen, in relaties... Nu ben ik de stukjes van mezelf opnieuw aan het leggen.”

Ligt de puzzel er al?

Lefebure: “Dat begint.”

Ben je zachter geworden?

Lefebure: “Eerder genuanceerder. Ik was altijd degene die zei: ‘Geluk is overrated, zie maar gewoon dat je tevreden bent.’ Ik dacht van mezelf dat ik héél tevreden was. Maar nu twijfel ik daaraan: ik denk dat die tevredenheid ook een onderdrukking was van bepaalde dingen die ik niet wilde voelen. Ik wilde vroeger stabiliteit uitstralen, maar dat was gebaseerd op los zand. Ik maak nu misschien meer tuimelingen dan vroeger, maar ik maak tegelijkertijd ook ruimte voor die tuimelingen – ik rol méé (lacht). Vroeger hield ik elke tuimeling angstvallig tegen, en verwarde ik dat met stabiliteit. Snap je?”

Mag ik het verwarrend vinden dat je momenteel tegelijkertijd in de gelukkigste én ongelukkigste periode van je leven lijkt te zitten?

Lefebure (lachje): “De gelukkigste periode is voorbij: dat was de lockdown, toen ik nul zorgen had. Want dat is nog iets dat ik de laatste tijd over mezelf geleerd heb: ik ben ontzéttend snel overprikkeld. Ik keer mezelf in dit gesprek bijvoorbeeld binnenstebuiten – ik geef je heel veel – maar de kans is groot dat ik de rest van de middag zal moeten bekomen. Met werk heb ik dat ook. Boris is telkens de liefste persoon ever, die naar me toe komt huppelen om te vragen hoe het was, maar ik heb de neiging om dan bot te reageren, omdat mijn emmertje zo vol zit. Ik merk meer en meer dat ik eigenlijk best weinig aankan, en dat mijn job daarom heel heftig is.

“Weet je wat een goede samenvatting is? Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest, en dat komt net omdat ik de ruimte heb om óngelukkig te zijn. Ik heb schoonheid gevonden in ongelukkig zijn, terwijl ik daar vroeger geen ruimte voor liet. Dat ik dat nu wél doe, is niks minder dan een bevrijding. Nu laat ik alles heel puur binnenkomen: ik bedek mijn wonden niet meer, maar laat ze helen.”

Deed je vroeger dan te veel alsof?

Lefebure: “Ik weet het niet. Ik was 14 toen mijn mama ziek werd: ik wéét amper nog wie ik toen was. Maar als ik terugkijk, denk ik toch dat ik nu pas volledig in het reine ben met mezelf.”

Is dit dan wat ze noemen volwassen worden?

Lefebure: “Ja, zeker? (lacht)

Klinkt waardevol, maar niet zo leuk.

Lefebure: “Exact! (lacht) Maar waardevol schat ik hoger in dan leuk.”

Omdat je ‘leuk’ in je twenties al ten gronde verkend hebt?

Lefebure: “Ik weet eigenlijk niet of ik dat wel zo leuk vond, die twintigerjaren. Doordat mijn mama op mijn 17de is overleden, heb ik niet de normaalste jeugd gehad. Ik heb veel mooie herinneringen, daar niet van, maar... Weet je wat het is? Ik herken mijzelf als mens amper nog in die persoon van toen. Het was een ander leven.”

Je bent létterlijk niet meer dezelfde: om de zeven jaar heeft elke cel in je lichaam zichzelf helemaal vernieuwd.

Lefebure: “Ik weet het. En daarom heb ik dus ook opeens couperose gekregen: fuck my life! (lacht) Wie zal ik over zeven jaar zijn, en welke kwaaltjes komen dáár weer bij kijken?”

Met Daphne Wellens en Evelien Bosmans in ‘F*** You Very, Very Much’: ‘Vroeger ging alles vanzelf tussen ons, de laatste jaren was het woelig. Aan vriendschappen moet je werken.’ Beeld Streamz
Met Daphne Wellens en Evelien Bosmans in ‘F*** You Very, Very Much’: ‘Vroeger ging alles vanzelf tussen ons, de laatste jaren was het woelig. Aan vriendschappen moet je werken.’Beeld Streamz

KROT

Opvallend: in F*** You zet je het personage van Boris aan de deur omdat hij net alle dingen wil doen die jullie nu in het echt aan het doen zijn. Volgt de reeks een soort parallelle realiteit, gebaseerd op de vraag: ‘Hoe had Frances’ leven er kúnnen uitzien?’

Lefebure (lacht): “Misschien dat ik mij wel volledig had laten gaan als ik Boris niet was tegengekomen. Ik vraag het mij af. Ik kén dat niet, het vrijgezellenbestaan.”

Ben je nooit single geweest?

Lefebure: “Van mijn 15de tot nu: hooguit een paar maanden. Ik denk dat het niks voor mij is. Ik bén graag samen met iemand. En met Boris helemaal.”

Je zei eens dat je de neiging hebt om verslaafd te zijn aan relaties.

Lefebure: “Misschien dat relaties soms een vlucht voor me zijn geweest. Toen mijn mama overleden is, was ik samen met mijn eerste grote liefde: misschien is dáár dat verdedigingsmechanisme zich beginnen te ontwikkelen, maar het was ook een heel mooie, jonge, naïeve relatie die mij op dat moment in mijn leven ronduit gered heeft.”

Wat als jij, net als Boris, op je 22ste een kind had gekregen?

Lefebure: “Dan hadden Boris en ik nu een nóg ingewikkelder gezinsregeling (lacht).

Heb je ooit een kinderwens gehad?

Lefebure: “Ja, op een naïeve manier, zoals élk meisje ervan droomt, zonder er verder bij na te denken.”

Nu voed je mee twee kinderen op. Het plusouderschap gaat je goed af, maar je steekt niet onder stoelen of banken hoe zwaar het is.

Lefebure: “Weinig mensen spreken over hoe fucking heftig het is, en over hoe onwaarschijnlijk eenzaam ’t je soms doet voelen, een indringer in andermans huis.

“Het is raar hoe het mij verandert. Je oren staan opeens meer gespitst voor het gezinsleven van anderen. Of misschien beginnen mensen er nu spontaan tegen mij over te praten. Alleszins heb ik daardoor de laatste twee jaar een zeer rijk beeld gekregen van de positieve én negatieve kanten van het ouderschap. (Plots) Heb jij kinderen?”

Nee, en ik hoef er ook geen.

Lefebure: “Nu snap ik dat! Vroeger kon ik mij daar moeilijk iets bij voorstellen – ‘Hoezo, iederéén wil toch kinderen?’ – maar nu snap ik heel goed die bewuste keuze. Bij mij ontbreekt die ratio. Ik vóél dat ik kinderen wil. Ik zal er dus maar de risico’s bijnemen. Dat mijn relatie zal veranderen, bijvoorbeeld. Daar ben ik bang voor, want ik zeg het: ik heb nog nooit in mijn leven zo’n waanzinnig mooie relatie gehad. Die is mij onwaarschijnlijk dierbaar. Maar ik kan er echt niks aan doen: ik blijk een kind te willen, en ik wil dat kind van hém.”

‘Therapie heeft een grote rol gespeeld om de slechte gevoelens rond de dood van mijn moeder te verwerken, want zelf had ik al die draadjes niet kunnen ontrafelen.’ Beeld Johan Jacobs
‘Therapie heeft een grote rol gespeeld om de slechte gevoelens rond de dood van mijn moeder te verwerken, want zelf had ik al die draadjes niet kunnen ontrafelen.’Beeld Johan Jacobs

Waar zit jij tegenwoordig op het brede spectrum tussen romantische duif en cynische zak?

Lefebure (lacht): “Ik neig meer naar het romantische. Helemaal dankzij Boris.”

Straf voor wie ooit zei: ‘Wie in de eeuwige liefde gelooft, is achterlijk.’

Lefebure: “Zou ik opnieuw in de eeuwige liefde geloven? Misschien wel, nu ik er zo over nadenk. Maar dan op een rationele manier. Ik geloof nog altijd niet dat wij tweeën op een wolk naar onze tachtiger jaren zullen fietsen. Zo gaat dat niet.

“In mijn trouwgeloftes heb ik de liefde vergeleken met een huis, dat staat of valt met goede fundamenten. Doordat Boris en ik al een heel parcours hebben gelopen – het was bij momenten echt niet makkelijk, we hebben veel en diepgravend moeten praten – zijn onze fundamenten van beton. Maar verder is en blijft het een huis. Daar scheelt altijd van alles aan. Nu eens springt er een lampje, dan weer is de boiler stuk. En als je er twintig jaar lang niks aan doet, dan wordt het een krot. Snap je? Het is een droomhuis, maar het is aan ons om het te onderhouden zodat het een droomhuis blijft. Het is díé romantiek waar ik in geloof: ik heb Boris niet beloofd dat ik tout court voor altijd bij hem zou blijven, maar wél dat ik voor altijd aan ‘ons’ zou blijven werken.”

Iets anders: ik word dit jaar 33, net als jij nu. Nog tips?

Lefebure (lacht): “We hebben de leeftijd van Jezus gehaald. Dat is al mooi, hè?”

Jij wordt 34.

Lefebure: “En doe dus vlakaf béter dan Jezus. Dan heb je het al bij al toch zo slecht nog niet gedaan, me dunkt.

“Serieus, ik ben liever 34 dan 14 of 24. Ik heb het gevoel dat ik in woelige emotionele tijden zit, maar dat ik het leven – misschien voor het eerst – ten volle ervaar. Ik kijk zelfs al uit naar de 44: ze zeggen toch altijd dat je vanaf je 40ste een soort rust vindt?”

Zal je rusteloosheid ooit verdwijnen?

Lefebure: “Nee, mijn zee zal woelig blijven. Maar dat is niet erg. Er gebeurt altijd wel iets in je leven, hè? Stel nu dat ik een kind krijg, dan begint het weer te stormen. Laat het maar stormen dan. Trouwens, een volkomen rustig leven, welke boeddha wil dát?”

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234