Vrijdag 31/03/2023

InterviewFiliep Bataillie

‘Ik kan de regeringen weinig verwijten. Behalve één ding’: Filiep Bataillie, hoofdarts AZ Herentals, werd plots zelf coronapatiënt

Filiep Bataillie: ‘De ambulancier die me thuis kwam ophalen, moest zich in zo’n pak hijsen, elk contact werd gemeden. Dat is niet de zorg die we gewoon zijn. Zo onpersoonlijk.’  Beeld Tine Schoemaker
Filiep Bataillie: ‘De ambulancier die me thuis kwam ophalen, moest zich in zo’n pak hijsen, elk contact werd gemeden. Dat is niet de zorg die we gewoon zijn. Zo onpersoonlijk.’Beeld Tine Schoemaker

Filiep Bataillie (60) leidde zijn ziekenhuis door­heen de pandemie. En toen lag hij ineens zelf aan de zuurstof op intensieve zorg. Dat alles heeft hij nu verwerkt in een theatermonoloog. ‘Ik kan de regeringen weinig verwijten. Behalve één ding.’

Sofie Mulders

De eerste golf van de pandemie heeft hij altijd met een oorlogssituatie vergeleken. Iets wat zijn regisseur overdreven vond. Maar hij niet. En hij kon het weten. Als hoofdarts van het AZ Herentals moest Filiep Bataillie dagelijks meemaken hoe penibel de situatie voor de ziekenhuizen was. En nadat hij zelf ook corona opgelopen had, besloot hij zijn ervaringen van zich af te schrijven. “Omdat heel die periode mij emotioneel zo geraakt heeft.” Het resultaat is de monoloog Adem!, die hij vanaf volgende week zestien keer zal opvoeren.

Het zal geen vuurdoop zijn voor Bataillie om op het podium te staan. De orthopedist heeft een verleden in theater. In Kortrijk, waar hij is opgegroeid, deed hij jarenlang voordracht. Toen hij in Herentals begon te werken, sloot hij zich aan bij Theaterspektakel, een lokaal gezelschap. “Eerst deed ik de productieleiding. Ik ben nogal een organisator. Ik doe dat graag. Dus kwam ik altijd af met werkschema’s als er een nieuw stuk gepland stond. Iets wat ze in de theaterwereld niet per se gewend zijn. (lacht) Daarna heb ik meegespeeld in een achttal producties. Ondertussen is het wel 25 jaar geleden. (lacht) Het woord ‘theaterverleden’ is dus juist gekozen.”

En dan gaat u ook nog eens helemaal alleen op het podium staan. Hebt u stress?

“Een bevriend acteur zei me: ‘Filiep, ik ken veel beroepsacteurs die een monoloog niet aandurven.’ Voor de try-out had ik veel stress. Ik was er op dat moment van overtuigd dat ik een flutverhaal geschreven had. Dat zei ik ook tegen de regisseur. Ik dacht: die gaat mij geruststellen, maar hij antwoordde: ‘Ik weet het ook niet meer.’ (schatert)

“Daar stond ik, vijf dagen voor ik voor de eerste keer voor publiek ging spelen. Bon, zei ik, we doen het toch, en als ze het niet lusten, voeren we het af en gaan we veel tijd hebben in september. Maar de reacties na de try-out waren bemoedigend. Het stuk kwam blijkbaar binnen bij de mensen. Ik denk dus dat het wel zal meevallen met mijn zenuwen.”

Dat hij emotioneel geraakt was, zei hij daarnet, en als ik hem voorleg of dit wel past bij een hoofdarts, vindt hij dat een vreemde vraag. “Ik weet niet wat het beeld is van de ideale hoofd­arts, maar als je op een middag in maart beslist om een covid­afdeling in je ziekenhuis op te richten, en ’s avonds is die er omdat een heel leger van mensen alles op alles heeft gezet, ja, dan raakt mij dat. Zo’n extra afdeling creëren kan eenvoudig klinken, maar dat is het allesbehalve. Het is een huzarenstukje om zoiets in enkele uren klaar te spelen, waar alle mogelijke diensten bij betrokken zijn: de technische dienst, communicatie, verpleegkundigen, directie, de poetsploeg, de apotheek, de dienst opname, de dienst aankoop, de administratie, IT.”

Van 1998 tot 2004 was Bataillie al eens hoofdarts van AZ Herentals. In januari 2019 werd hij opnieuw gevraagd omdat de vorige ontslag genomen had. Hij zou het tijdelijk doen, tot er een vervanger was gevonden. Althans, dat was de bedoeling. Maar in september 2019 besliste hij om het te blijven doen, in combinatie met zijn orthopedische praktijk. “Eén dag per week hou ik consultaties, één dag per week opereer ik, en de andere drie dagen ben ik hoofdarts. Een pittige combinatie, inderdaad. Maar ik doe het allebei te graag om maar één weg te kiezen.”

In maart 2020 moet u toch even gevloekt heb­ben omdat u die job opnieuw aanvaard had.

“Even wel, ja. Maar ik heb vooral gevloekt omdat we het allemaal onderschat hadden. Toen in november de berichten uit Wuhan kwamen, hadden we allemaal het idee dat het over een virus ging dat wel in China zou blijven. Met het vorige SARS-virus was dat tenslotte ook het geval geweest. Dat had zich doodgemuteerd nog voor het uit China was geraakt. Nu is het anders gelopen. Alles barstte los toen ik eind februari op vakantie was in Zuid-Frankrijk. Ik was daar met vrienden een huis aan het verbouwen. We volgden het nieuws wel een beetje, maar ik realiseerde me toen nog niet dat het zo ernstig was. Dat besef kwam pas toen ik naar huis reed.”

Filiep Bataillie: ‘Ik heb altijd graag aan sport gedaan: veel gefietst, twee marathons gelopen. Maar sinds mijn ziekte durf ik niet meer.’ Beeld Tine Schoemaker
Filiep Bataillie: ‘Ik heb altijd graag aan sport gedaan: veel gefietst, twee marathons gelopen. Maar sinds mijn ziekte durf ik niet meer.’Beeld Tine Schoemaker

In Adem! schetst u het verloop van de eerste golf. U vertelt over een vergade­ring met de Antwerpse gouverneur op 3 maart waar de voorraad maskers wordt besproken. ‘Geef nog geen maskers aan patiënten of bezoekers, want jullie zullen ze allemaal nodig hebben’, wordt afgesproken. Werd het aanvankelijke advies van de virolo­gen, dat maskers voor het grote publiek niet nodig waren, dan toch zo gegeven omdat er te weinig materiaal was?

“Ik weet niet of het zo doordacht gebeurd is. In elk geval is het bij ons zo gecommuniceerd: alle maskers zijn nodig om de zorgverleners te beschermen. Personeel dat niet op een covid­afdeling stond, hebben we zelfs verboden een masker te dragen. We konden niet anders. Die maskers komen van China, maar al het transport lag stil. We zagen onze voorraad met de dag slinken. Ziekenhuispersoneel dat ziek wordt, dat zou helemaal een ramp geweest zijn. Ik zei het al: het was oorlog. Hoe moet je een pandemie bestrijden als je geen maskers of schorten hebt?”

Heeft men iets geleerd uit dat gigantische tekort aan medisch materiaal?

“Ik weet niet wat men op federaal vlak gedaan heeft, maar wij hebben in elk geval zelf een grote voorraad aangelegd. Ik denk dat iedereen nu inziet dat je niet op een louter economisch verantwoorde manier met beschermingsmiddelen moet omgaan. Je hebt een grote buffer nodig, ook al betekent het dat een hoop materiaal misschien ongebruikt blijft.

“Ik kan de regeringen eigenlijk weinig verwijten. Behalve één ding. Op donderdag 12 maart 2020 besliste de regering-Wilmès dat op vrijdagavond alle cafés en restaurants zouden sluiten. En die vrijdag pas krijgen wij om 21.30 uur een mail met het bericht dat wij de volgende dag moesten sluiten. Dat betekende dat we één avond hadden om alle mensen met een afspraak op zaterdag af te bellen. En een weekend om alle consultaties voor de komende dagen en weken af te bellen. Het was waanzin. Dat had echt vroeger gecommuniceerd moeten worden. Maar bon, voor de politiek was dit ook een ongeziene crisis. En dan moest men die crisis nog met een overgangsregering beheren.”

Ik kan me voorstellen dat u de eerste maanden amper geslapen hebt.

“Dat is zo. Je moet jezelf verzorgen, en dat is ook wat iedereen rondom jou zegt, maar je doet het niet. Het was gewoon niet aan de orde. Toen plots mijn rechterhand in het ziekenhuis positief werd, lieten de CEO en ikzelf ons ook testen. Als wij ook nog gingen uitvallen, zouden we een heel groot probleem hebben. Het was een van de grootste dreigingen die dagen: hopelijk houden we het zelf zo lang mogelijk uit.”

Hebt u ooit gedacht: we halen het niet?

“Zeker. Zondagavond 15 maart, toen de lockdown net begonnen was, was ik echt bang dat we zouden moeten sluiten. Het was toen al duidelijk dat we het niet gingen halen met onze maskers. De schorten werden ook precair. Als we geen maskers meer hadden voor het personeel, zouden we niemand kunnen opnemen. Onvoorstelbaar. En als wij in Herentals geen maskers meer hadden, zouden de ziekenhuizen van Geel en Turnhout een week later hetzelfde probleem hebben. Toen vreesde ik echt voor Italiaanse toestanden. Nee, die avond vergeet ik niet vlug meer. We hebben echt diep gezeten.”

Het heeft ook echt niet veel gescheeld of jullie hadden het niet gehaald?

“Absoluut. We hebben het allemaal nipt gered omdat we de patiënten nog net naar andere ziekenhuizen konden doorschuiven, maar de piek had niet veel hoger mogen liggen.”

BIO
• 60 jaar, opgegroeid in Kortrijk • woont in Lichtaart • getrouwd en vader van een dochter en een zoon • orthopedisch chirurg, gespecia­liseerd in de heup en de rug • hoofdarts van AZ Herentals • speelt vanaf 16 september zijn zelf­geschreven monoloog Adem!

Nadat de verpleegkundig directeur al besmet was, en ook uw rechterhand in het ziekenhuis was uitgevallen, kreeg u begin april zelf corona. Hoe bent u daarachter gekomen?

“Aanvankelijk ontkende ik alle verschijnselen. Ik had een hoest, maar ik heb al vijftien jaar last van een prikkelhoest. Ik liet me testen, maar volgens de test had ik geen covid. Ik was ook heel moe. Maar ja, ik werkte van 6 uur ’s morgens tot middernacht, en ’s nachts lag ik te piekeren, dus leek het me logisch dat ik moe was.

“Op een dag werd ik ’s morgens wakker en had ik voor het eerst lang en diep geslapen. Maar toen ik even later in het ziekenhuis arriveerde, viel ik in slaap boven mijn bureau. Toen wist ik: dit is niet oké. Dat had ik al die weken niet gehad. Ik liet een CT-scan uitvoeren, en de beelden waren duidelijk.”

Het moet akelig zijn om op zo’n scan te zien hoe je longen aangetast zijn.

“Bij die scan dacht ik nog: bon, ik heb het, ik zal naar huis gaan, quarantaine doen en na tien dagen sta ik hier terug. Maar dan begin je elke dag achteruit te gaan en verslechteren je waarden. Het akeligste was dus twee weken later, toen ik er nog veel erger aan toe was. Nu zou ik er misschien rustiger onder blijven, maar toen werd ik toch wat bang.”

Aan de beademing hebt u uiteindelijk niet ge­le­gen. Maar u bent wel op intensieve beland.

“Eerst had ik thuis al extra zuurstof gekregen. Niet dat ik tegen een opname was, maar mijn huisarts zei dat het kon om nog thuis te blijven. Tot zijn dochter er zich mee bemoeide. (glimlacht) Zij is spoedarts aan UZ Leuven. Iemand met mijn waarden moest meteen naar het ziekenhuis, zei ze, en ze heeft dan een ambulance gebeld.”

Hoe voelt een hoofdarts zich als er plots een ambulance aan zijn voordeur staat om hem naar zijn eigen ziekenhuis te vervoeren?

“Het was vreemd. Vooral omdat het allemaal zo onpersoonlijk was. De ambulancier moest zich eerst in zo’n pak hijsen, elk contact werd gemeden. Dat is niet de zorg die we gewoon zijn. Maar onderweg was duidelijk dat het nodig was. Tijdens de rit naar het ziekenhuis kon ik al niet zonder extra zuurstof.”

Hebt u nu nog ergens last van?

“Ik heb altijd graag aan sport gedaan; veel gefietst, twee marathons gelopen. Maar ik durf niet meer. Mijn loopschoenen heb ik sinds mijn ziekte niet meer aangetrokken. Ik weet niet goed waarom. De trappen in het ziekenhuis doe ik wel opnieuw. Het gaat niet even vlot als vroeger, maar het gaat. En vorige zomer heb ik samen met mijn dochter en haar vriend een berg beklommen in Frankrijk. We hebben toen toch 1.100 hoogtemeters gedaan en dus wist ik dat mijn longen mij weer gaven wat ik nodig had. Maar blijkbaar ben ik er toch niet klaar voor om die longen nog verder uit te dagen.

“Ik kan daarmee leven, hoor. Mocht ik thuis niet meer met mijn handen kunnen bezig zijn, dat zou ik heel hard gemist hebben. ’s Morgens beginnen aan een klus en daaraan tot ’s avonds werken, dat doe ik heel graag. En dat kan ik gelukkig nog. Dus veel last heb ik eigenlijk niet.”

Heeft het feit dat u aan de andere kant van de zorg beland bent, uw kijk op de zorg en de omgang met patiënten veranderd?

“Er was geen echte behandeling voor covid. Het ging vooral om verzorging. Het verschil zit dan in kleine dingen. De glimlach van een zorgverlener, de lichaamstaal die aangeeft dat hij of zij echt met je begaan is. Vroeger lette ik daar weinig op. Nu valt het mij meer op. Ik had een verpleegkundige van ons genomineerd voor de verkiezing Nurse of the Year 2020, wegens haar inzet en empathie voor de patiënten. Ook voor mij als patiënt. Ze heeft de verkiezing niet gewonnen, maar de nominatie op zich vond ik een belangrijk signaal.”

“Ik weet niet of ik hard veranderd ben. Maar in vergelijking met vroeger ben ik wel meer tevreden met wat we hebben. We hebben de oorlog overleefd, en ik ben er doorgesparteld.' Beeld Tine Schoemaker
“Ik weet niet of ik hard veranderd ben. Maar in vergelijking met vroeger ben ik wel meer tevreden met wat we hebben. We hebben de oorlog overleefd, en ik ben er doorgesparteld.'Beeld Tine Schoemaker

Wordt er vandaag nog genoeg gedaan om de pandemie voort in te dijken?

“Ik denk het wel. De cijfers van de ziekenhuizen in Vlaanderen vallen heel goed mee. In Brussel niet. De vaccinatiegraad is er veel te laag. We zouden in heel het land boven de 80 procent moeten halen. Wat ik daarvoor zou doen? Ik zou de vaccinatie verplichten.”

Voor wie?

“Voor iedereen. Net zoals voor de pokken. Natuurlijk is dat een moeilijke beslissing, omdat het over een vaccin gaat dat nog maar heel recent ontwikkeld is. Maar de cijfers van Vlaanderen, en ook Wallonië, tonen aan dat het werkt: hoe meer mensen gevaccineerd zijn, hoe minder ziekenhuisopnames. Die delta­variant is op dit moment wel een probleem. Hoogstwaarschijnlijk zullen we eind dit jaar, begin volgend jaar naar onze derde prik gaan.”

Het vaccin moet dus volgens u ook verplicht worden voor het zorg­personeel?

“Uiteraard. Daar kun je zelfs niet over discussiëren.”

Is er personeel in uw ziekenhuis dat niet gevaccineerd is?

“Drie procent. Het gaat dan om zwangere vrouwen die in het najaar alsnog hun vaccin gaan halen. Of om mensen met auto-immuunziekten die bang zijn. En ook om enkele principiëlen.”

Hebt u anti­vaxers in uw vrienden- of familie­kring?

“Eén iemand die ik heel goed ken.”

Gaat u met die persoon in discussie?

“Als hij mijn mening vraagt wel. Indien niet, spreken we er niet over, en respecteer ik zijn standpunt. We leven in een vrije maatschappij. Die 3 procent overtuig je nu toch niet meer met argumenten. Die kun je alleen bereiken met een verplichting.”

Hier en daar wordt ook geopperd dat mensen die niet gevaccineerd zijn en met Covid-19 op intensieve belanden hun zorg deels zelf zouden moeten betalen.

(beslist) “Nee. Dan kunnen we ook beginnen over rokers, obesitas, alcohol, noem maar op. Zo’n redenering is een hellend vlak. Dat is niet waar onze gezondheidszorg voor staat.”

Er zijn ook mensen die kwaad zijn en het waan­zin vinden dat bepaalde coronamaat­regelen nog steeds gelden. De bevolking wordt gepest, zeggen ze, en ze zijn bezorgd om het inperken van de individuele vrijheid.

“Aanvankelijk had ik geen begrip voor zulke redeneringen. Ook niet voor artsen die na enkele weken al weer consultaties wilden opstarten. Ik dacht: we zitten in een pandemie, dit is een ongeziene oorlogssituatie en in een oorlog moet je niet dezelfde verlangens hebben als in vredestijd. Maar hoe langer de lockdown duurde, hoe meer ik besefte welke psychische druk het voor sommigen met zich meebracht, en dat het veel zwaarder was dan we vermoed hadden. Tegelijk moeten we wel erkennen dat de lockdown heel efficiënt is geweest. Zeker op het moment dat niemand gevaccineerd was.

“Wat we nu moeten doen, weet ik niet goed. Eerst dacht ik: laat alles maar los nu zoveel mensen gevaccineerd zijn, dan kunnen we groepsimmuniteit opbouwen. We hebben weinig sterfgevallen en degene die er zijn, waren bijna onvermijdelijk. Maar als ik dan Erika Vlieghe (voorzitter van experten­groep GEMS, red.) hoor zeggen dat het voor mensen met comorbiditeit (twee of meer chronische aandoeningen bij één persoon, red.) nog veel te gevaarlijk is als alle maatregelen gelost zouden worden, dan volg ik haar wel. Ik denk dat de virologen de situatie het best kunnen inschatten.”

Een nul­risico­maatschap­pij bestaat natuurlijk niet.

“Klopt. De griep leidt ook elk jaar tot sterfgevallen, en daar leven we al jaren mee. Maar de infectiegraad en morbiditeit van covid zijn veel hoger dan griep. Dat is een belangrijk verschil. Ik denk trouwens dat we tot volgend jaar nog aan testing zullen doen. Want we zien het hier in het ziekenhuis ook: patiënten of zorgverleners die dubbel gevaccineerd zijn en toch positief testen met een hoge infectiegraad. We hebben ook al personeel gehad dat dubbel gevaccineerd is maar opnieuw in quarantaine moest. Zolang je in die situatie zit, moeten we toch voorzichtig blijven.”

De lockdowns zijn efficiënt geweest, zei u, maar er was ook veel nevenschade. Niet alleen psychisch en financieel, maar ook medisch, door alle uitgestelde consultaties en niet-noodzakelijke operaties. Hoe problematisch was dat in uw ziekenhuis?

“Wel, als er iets is wat we niet hadden moeten doen in de eerste golf, is het de consultaties stoppen. In de tweede en derde golf hebben we alle consultaties laten doorgaan zoals gepland, en dat werkte. Anderzijds: het argument van schade door alle ingrepen die niet zijn doorgegaan wordt veel gebruikt door mijn collega’s, maar ik volg hen daar niet helemaal in. Wij hebben die wachtlijst vrij snel weer bijgewerkt. Veel mensen wilden zich ook na de eerste golf nog niet laten opereren. Zeker mensen die geen grote hinder van hun probleem ondervonden. Daardoor kwam er meer plaats vrij voor de dringende zaken.

“Maar dat er in het begin van de lockdown op spoed geen enkel hart­infarct binnenkwam, dat sloeg nergens op. Want ook tijdens een pandemie krijgen mensen infarcten. Er waren ook patiënten met een kwaadaardige aandoening die niet naar het ziekenhuis durfden te komen. We belden hen op om ze te proberen te overtuigen, maar de hetze was zo groot dat ze niet wilden.”

Maar jullie zijn dus niet nog altijd de schade aan het inhalen van al die onder­zoeken en operaties die zijn uitgesteld?

“Nee. Integendeel, we halen nog steeds niet de bezetting van 2019. Mede doordat er veel minder kinderen ziek zijn geworden wegens de mondmaskerplicht, en doordat we bijna geen griepgevallen hebben gehad. Financieel is dat geen goede zaak voor een ziekenhuis, maar voor de gezondheid van de mensen natuurlijk wel.” (glimlacht)

Nu de opnames in de Brusselse zieken­huizen weer stijgen, stellen sommigen zich ook de vraag hoe het komt dat een zieken­huis al transfers moet uitvoeren als er vijf covid­patiënten op een intensieve binnen­komen. Is er de voorbije periode dan niet gewerkt aan extra capaciteit, vraagt men zich af.

“Dat klinkt veel simpeler dan het is. Het belangrijkste probleem is capabel personeel vinden. Want covidpatiënten op intensieve verzorgen kan niet iedereen. Daar is toppersoneel voor nodig. Tijdens de drie golven waren dat verpleegkundigen die in het operatiekwartier werkten. Maar als alle operaties weer plaatsvinden, zijn die mensen daar opnieuw nodig. Bovendien heb je voor één covidpatiënt twee verpleegkundigen nodig: een om alle medische handelingen te doen, en een om te helpen met aan- en uitkleden wegens de strikte hygiënische voorschriften. We hebben al een groot tekort aan medisch personeel, dus waar zouden we die verdubbeling van personeel dan moeten gaan halen?

“Zo’n intensieve box wordt ook niet zomaar even bijgebouwd. Dat zijn heel complexe units met hoogtechnologische apparatuur en monitoring.”

Nu u terugkijkt op het voorbije anderhalf jaar, bent u dan veranderd? Bent u een andere mens dan toen u vanuit Frankrijk terug naar huis reed?

“Ik weet niet of ik hard veranderd ben. Maar in vergelijking met vroeger ben ik wel meer tevreden met wat we hebben. Mijn dochter ging vorig jaar trouwen, en dat is natuurlijk niet doorgegaan, maar zulke zaken waren niet meer zo belangrijk. We hadden de oorlog overleefd, en ik was er doorgesparteld. Ik kan meer relativeren dan vroeger. Mijn kinderen ook. Mijn dochter is vorige week trouwens getrouwd.”

Adem!, vanaf 16/9 in Herentals, Olen en Kortrijk: adem2020.be. In december verschijnt ook een boek (adem2020.eu). Alle opbrengsten gaan naar een kunstwerk ter ­herinnering aan de coronacrisis.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234