InterviewRemco Evenepoel
‘Ik heb een betere balans gevonden tussen wielrennen en het leven. Ik besef nu dat het snel gedaan kan zijn’
Hij fietst weer, en dat mag een wonder heten. Eén millimeter heeft het gescheeld, of Remco Evenepoel (21) had vandaag niet op een koersfiets maar in een rolstoel gezeten. Sinds zijn zware val in de Ronde van Lombardije vorig jaar timmert het goudhaantje van Deceuninck-Quickstep aan de weg terug én aan een betere versie van zichzelf . ‘Ik heb een betere balans gevonden tussen wielrennen en het leven. Ik besef nu dat het snel gedaan kan zijn.’
Op 15 augustus 2020 wordt in menige – Vlaamse – huiskamer de adem ingehouden. Remco Evenepoel is tijdens een gevaarlijke afdaling in de Ronde van Lombardije over een muurtje geknald, metersdiep een ravijn in. Minutenlang is er geen nieuws over het wonderkind. Er zijn alleen de beelden van de crash, die de Italiaanse regie tot in den treure herhaalt. Tot plots het bericht komt dat Evenepoel bij bewustzijn is. ‘Oef, hij leeft nog.’ In diezelfde Vlaamse huiskamers wordt een zucht van opluchting geslaakt.
Maar het verdict is niet mals. Evenepoel loopt een bekkenbreuk, een schaambeenbreuk en een gekneusde long op. Zijn seizoen is voorbij. In oktober komt aan het licht dat hij twee keer door het oog van de naald is gekropen. ‘Ik had een gesprongen adertje in mijn lies’, vertelt hij bij Telefacts. ‘Dat hebben ze meteen moeten opereren in Italië. Hadden ze dat niet gezien op de scan, dan was ik gewoon doodgebloed.’ En net zo goed had Evenepoel vandaag zijn verhaal vanuit een rolstoel moeten doen. ‘De breuk zat op één millimeter van mijn zenuw. Als die geraakt was, was ik de rest van mijn leven verlamd.’
De weken gaan voorbij, Evenepoel revalideert. Het gaat goed: hij zit een maand voor op schema en traint in november al in Spanje. Vriendin Oumi gaat mee, ze amuseren zich. Evenepoel blinkt weer in zijn vel en stelt zich de Giro en de Olympische Spelen tot grote doelen van 2021. Maar midden januari volgt tijdens de teampresentatie van Deceuninck-Quickstep een nieuwe domper. Evenepoel verrast en zegt dat hij al enkele weken niet meer op de fiets zit. De breuk aan zijn schaambeen blijkt nog niet helemaal geheeld. Wanneer hij opnieuw zal mogen fietsen, is dan nog onduidelijk. Het groene licht komt er uiteindelijk pas op 8 februari.
Dat was exact drie maanden voor de start van de Giro. Geloof je in voortekenen, Remco?
Remco Evenepoel (lacht): “Neen, daar heb ik niet bij stilgestaan. Ik was allang blij dat ik eindelijk opnieuw op de fiets mocht.”
In oktober begon je met goeie moed aan je herstel, maar wat later moest je je trainingen alweer staken. Uiteindelijk stond je opnieuw acht weken aan de kant. Waar liep het fout?
Evenepoel: “Fout is een groot woord. Ik had toestemming gekregen om opnieuw te fietsen. Dat liep goed: kilometers malen, genieten op training. Maar zodra ik specifieke oefeningen moest doen, kreeg ik last van allerlei pijntjes. Er was me gezegd dat ik ‘rare’ pijn moest melden, maar wat is dat? Ik dacht tijdens mijn herstel dat pijn part of the game was, maar dat was het dus niet. De breuk was gewoon nog niet volledig geheeld.”
Ik las in Het Nieuwsblad dat je op de ploegstage amper op je zadel kon zitten tijdens een bepaalde rit.
Evenepoel: “Klopt, we reden over een slechte weg en ik voelde pijnscheuten in dat gebroken bot. In de volgwagen hadden ze dat ook gezien. Er volgde een nieuwe scan in Herentals, en ik bleek nog niet voldoende hersteld.”
Je hormonenstelsel sloeg zelfs op hol. Je lichaam was op.
Evenepoel: “Dat hebben ze vastgesteld na een bloedanalyse. Mijn lichaam was nog niet volledig hersteld van de val en is na die trainingen in overlevingsmodus gegaan. Het heeft ertoe geleid dat mijn lijf gewoon stop zei. Ik had last van oververmoeidheid en pijn. Omdat mijn hormonenhuishouding niet in orde was, werd het herstel van mijn bot geblokkeerd: de breuk kon niet dichtgroeien. Dus moest ik stoppen voor een paar weken.”
Een volledige reset?
Evenepoel: “Inderdaad, ik moest mijn lichaam wat tijd geven. Anders had ik mijn carrière in gevaar gebracht.”
Moest je daarna dan vanaf nul herbeginnen?
Evenepoel: “Ja. In totaal heb ik vier maanden stilgelegen. Dat is lang voor een wielrenner. Maar nu zit ik opnieuw fris op de fiets. Ik voel me goed en train al een paar weken zonder hinder.
“Ik heb ook lessen getrokken uit die revalidatie. In de toekomst ga ik beter communiceren. Daarom is er nu een whatsappgroep met de dokter, de kinesist, de trainer... Zodat we niet dezelfde fouten maken. Alles wordt nauw-gezet opgevolgd.”
Herinner je je nog iets van de val?
Evenepoel: “Bijna alles. Behalve de bocht vóór de bocht waar ik ben gecrasht – de plek waar in het verleden Jan Bakelants en Laurens De Plus zijn gevallen. Het is alsof het licht even uitging, alsof ik mijn ogen even heb dichtgedaan. Het volgende dat ik me herinner, is dat brugje dat voor me opdoemt. Het scheelde echt niet veel. Vijf centimeter naar links, en ik raak dat brugje niet.”
Die val is een paar meter naar beneden. Wat gaat er dan door je hoofd?
Evenepoel: “Het gaat zo snel dat je niet beseft wat er gebeurt. Ik herinner me dat ik de klap opving met mijn scheenbeen, daarna ging ik over de kop.
“Ik heb geluk gehad: het was ‘maar’ 10 meter diep. Een eindje verderop was het ravijn 30 à 40 meter diep. En bovendien landde ik op de best mogelijke plaats: een beetje meer naar links of naar rechts en ik was op rotsblokken geland.
“Het was erg donker daar beneden. Ik keek omhoog en dacht alleen maar: hopelijk vinden ze mij. Op dat moment kun je niets meer doen.”
Wist je meteen dat het erg was?
Evenepoel: “Eerst voelde ik niks, geen pijn. Maar ik kon me niet bewegen, dus ik besefte wel dat er iets mis was.
“Op het moment dat de dokters bij mij kwamen, wilden ze mij rechtop zetten, maar dat lukte niet. Zodra ze me draaiden, voelde ik extreem veel pijn. Toen heb ik gezegd dat ze voorzichtig moesten zijn, want ik werd misselijk van de pijn.”
Je bent al eerder gevallen, maar nooit zo hard.
Evenepoel: “Het was de eerste keer dat ik iets heb gebroken bij een valpartij. Hopelijk volgt er geen tweede keer, al besef ik dat een renner nu eenmaal valt. Ik ben nog jong, het zal nog gebeuren.”
Er was veel te doen over je daalkunsten. Of het gebrek daaraan.
Evenepoel: “Elke renner in die kopgroep had al eens een foutje gemaakt in die afdaling, maar zij hadden meer chance. Ik vind niet dat ik een slechte daler ben.”
In de podcast Thuismatch van Sporza verweet je jezelf dat je geen vertrouwen had in de renners voor jou.
Evenepoel: “In die afdaling heb ik geen enkele keer een gat laten vallen. Maar net voor we aan die brug kwamen, ben ik beginnen te remmen, omdat ik wist dat het een gevaarlijk punt was. Ik wilde geen risico nemen: ik was bang dat ze voor me zouden vallen en dat ze me zouden meesleuren. Dat is een fout.”
Wat had je dan wel moeten doen?
Evenepoel: “Ik had vertrouwen moeten hebben en volgen. Mijn focus lag plots niet meer op het dalen, maar op het idee dat er iets fout kon gaan. Dat mag je niet door je hoofd laten razen, want dan loopt het fout.”
Heb je de schrik nu te pakken?
Evenepoel (ferm): “Neen, zeker niet. Op stage kon ik bergaf in het wiel blijven van alle ploegmaats, ook van de goede dalers. Als ik bang was geweest, dan was ik pas tien minuten na hen beneden gekomen. Ik voel geen angst. Integendeel, ik denk zelfs dat ik nu nog iets meer durf.”
Hoe verklaar je dat?
Evenepoel: “Samen met de psycholoog heb ik hard gewerkt en visualisatie-oefeningen gedaan. Ik weet nu wat ik fout deed. Ik moet meer door die grens gaan.”
Welke grens?
Evenepoel: “Het punt waarop je je een beetje oncomfortabel voelt in een afdaling. Je moet door die grens. Je verstand op nul zetten en gaan. En natuurlijk: oefenen, oefenen, oefenen.”
Je ploegbaas Patrick Lefevere zei in Humo dat jullie vorig jaar voor de Giro een beroep zouden doen op Oscar Saiz. Een Spaanse ex-mountainbiker, die zich heeft omgeturnd tot daalcoach. Is daar nog sprake van?
Evenepoel: “Dat was het plan vóór mijn val in Lombardije, maar ik weet niet of dat nu nog nodig is. Nogmaals: ik vind mezelf geen slechte daler.”
TWEE ECLAIRS MINDER
Je kickt op motivational quotes. Op de T-shirts van je kledinglijn bij Zeb zien we quotes als ‘Life is a time trial’ en ‘Ride more, worry less’. Welke slogan inspireert je nu?
Evenepoel: “Het is niet echt een slogan, maar een hashtag, namelijk #worklifebalance.”
Verklaar.
Evenepoel: “Omdat ik zo lang op non-actief stond, kwam het besef dat het belangrijk is om een goede balans te vinden tussen mijn job als renner en mijn privéleven. Pas op, ik moet mijn uiterste best doen als coureur om resultaten te halen, maar trop is te veel. Als renner ben je veel weg van huis, en wanneer je dan eindelijk terug bent, mag je niet vergeten om tijd te maken voor je familie en vrienden. Het werk mag niet je hele leven overheersen. (Denkt na) Hoor mij nu, ik zeg nu wel ‘werk’, maar fietsen voelt niet als werken.”
Besef je dat je als renner bevoorrecht bent? Er zijn veel mensen die hun brood verdienen met jobs die ze niet graag doen.
Evenepoel (op dreef): “Als je je werk niet graag doet, zal het moeilijk zijn om gelukkig te zijn in het leven. Dan zit je met een verkeerde balans en kun je er maar beter zo snel mogelijk mee stoppen.”
Gaat jouw papa elke dag graag werken in de bouw? Ook als het vriest of snikheet is?
Evenepoel: “Voor papa zijn het inderdaad soms zware omstandigheden. Hij werkt soms bij 3, maar net zo goed bij 30 graden. Het is eigenlijk een beetje zoals een coureur, je kunt in elke type weer terechtkomen (lacht). Soms ziet hij af, maar hij weet dat er altijd een moment komt dat hij zijn verdiende loon krijgt.”
Geld alleen maakt niet gelukkig.
Evenepoel: “Klopt, je moet ook fier kunnen zijn op wat je doet. Soms passeer ik op training langs een werf waar hij bezig is, en dan zie ik dat hij mooie dingen aflevert en daar terecht trots op is. Als hij over zijn werk vertelt, is dat altijd met veel enthousiasme.
“Natuurlijk heeft iedereen al eens een moeilijke dag op het werk, wij als coureurs ook. Het loopt niet altijd zoals we willen, maar achteraf moet je altijd het positieve kunnen zien. Anders kun je niet gelukkig zijn in het leven.”
Het lijkt wel alsof er een nieuwe Remco is opgestaan. Je vertelde eerder al dat je veel bezig bent met mindfulness.
Evenepoel: “Ja, ik ben echt wel een ander mens geworden. Voor mijn val was ik alleen maar bezig met koers. Het hield nooit op, ook niet als ik thuiskwam. Daar ben ik volledig van afgestapt. Op stage en training ben ik 100 procent met mijn vak bezig, maar eenmaal thuis doe ik andere dingen.
“Ik kom nu meer tot rust. Er is een leven naast de koers. Ik probeer meer te genieten van het nu, want het kan sneller gedaan zijn dan je denkt.”
Is het door je hoofd gegaan dat je carrière voorbij kon zijn?
Evenepoel: “Welja, voor hetzelfde geld was ik nu invalide. Dan begin je wel wat na te denken, maar die mindfulnessboeken vormen een grote hulp. Je leert om dingen anders te zien. Om opties te zoeken, om dingen te leren appreciëren waar je vroeger geen oog voor had.”
Wat had je gedaan als het niet was goedgekomen?
Evenepoel: “Ik heb geleerd dat er meer is dan de koers. Dat kan zeker geen kwaad. Stel dat de dag komt dat ik moet stoppen, volgend jaar, of over tien jaar, dan weet ik nu: ik moet een plan B hebben. Ik wil niet in een zwart gat vallen.”
Je gaf eerder aan dat je minder egoïstisch in het leven staat en illustreerde dat met een fictief voorbeeld van drie eclairs in de koelkast. Vroeger zou je die allemaal zelf opeten, nu zal je vragen wie er één wil.
Evenepoel: “Dat voorbeeld blijft me achtervolgen (lacht). Pas op, een topsporter moet over een zeker egoïsme beschikken, maar op een goede manier: in het streven naar het allerhoogste. Alleen moet je die visie in het dagelijkse leven soms aan de kant zetten. Je kunt niet altijd jezelf vooropstellen. Je leeft ook samen met familie en gaat om met vrienden. In het gewone leven heeft dat egoïsme geen zin: het levert je meer vijanden op dan vrienden. Ik ben veel meer dingen gaan appreciëren die ik vroeger niet zag. Ik sta anders in het leven.”
Je mediteert nu ook.
Evenepoel: “Ik lees er boeken over en doe soms wat oefeningen. Zoals aan niets proberen te denken. Je moet dat eens proberen. Dat is echt niet makkelijk. Vijf minuten je ogen dichtdoen en... niets. Dat geeft rust.”
BIJ DE PSYCHOLOOG
Gaat jouw nieuwe mindset je helpen in de Giro? Patrick Lefevere vertelde dat de ploeg mogelijk met Joao Almeida als kopman naar de Giro gaat. Jij wordt de ‘surprise’. Kan de nieuwe Remco aanvaarden dat hij geen kopman is? Je bent een winnaar.
Evenepoel: “Dat klopt, ik wil winnen. Maar de realiteit is wat ze is. Ik heb langer stilgelegen voor de Giro dan ik getraind heb. Dan mag je niet dezelfde ambitie hebben als vorig jaar.”
Hoe zie jij die Giro?
Evenepoel: “Ik weet niet hoe mijn lichaam zal reageren. Ik rijd ook geen koersen voor de Giro, ik heb geen referentiepunt. Het zal meer dan normaal zijn dat ik af en toe een slechte dag heb, zeker na de klap die mijn lichaam heeft gekregen.
“Eerlijk? Ik beschouw die drie weken als een stage ter voorbereiding van mijn zomer: dán wil ik top zijn. Ik wil gewoon elke dag beter worden. Meer niet.”
Je kunt dat nu allemaal wel verkondigen, maar jij bent toch altijd ambitieus? Ik herinner me je eerste World Tour-koers, de UAE Tour in 2019. Vooraf zei je: ‘Ik leg me geen druk op, ik zie wel hoe ver ik raak in die eerste rit bergop.’ Je eindigde 15de, kon lange tijd mee met de besten. Iedereen was content, maar achteraf zat jij ontgoocheld te mokken op een bankje.
Evenepoel: “Dat is mijn persoonlijkheid. Ik ben een winnaar, en ik leg de lat hoog.
“Maar nu is de situatie helemaal anders. Ik ben dankbaar dat ik nog een kans krijg, dat ik er nog ben. Die insteek gaat me helpen om tijdens de Giro de dingen te aanvaarden. Let wel, dat wil niet zeggen dat ik geruisloos in het peloton ga fietsen. Als ik een goede dag heb, ga ik geen kans laten liggen. Maar als er een dag is dat ik 40 minuten tijd verlies, dan zal ik niet kwaad zijn, of teleurgesteld. Dat hoort gewoon bij het proces. Kijk naar Chris Froome: zijn comeback gaat ook niet over rozen.”
Je legt de lat altijd hoog voor jezelf. De druk is groot. Vrees je nooit voor een scenario zoals bij Tom Dumoulin? Dat je eronderdoor gaat, dat je het plezier in het fietsen verliest.
Evenepoel: “God ja. Dat is moeilijk te zeggen. Anderen hebben die vergelijking al gemaakt (in de podcast ‘De triune’ van Radio 1), maar ik lig daar niet wakker van. Ik wil me niet uit mijn lood laten slaan door wat anderen vertellen, of menen te weten over mij. Wat bereiken ze daarmee?
“Ik heb respect voor de beslissing van Tom, want hij maakt zeker niet de makkelijkste keuze.
“En wat mezelf betreft: ik weet niet wat morgen brengt. Ik probeer zo veel mogelijk te genieten van mijn tijd op de fiets. En als ik niet met de fiets bezig ben, probeer ik er niet aan te denken. Dan speel ik FIFA op de Playstation (lacht).”
Wielrennen is meer dan fietsen. Het gaat om voeding, materiaal, omgaan met pers, ploegmaten, stress… Er komt meer bij kijken dan tien jaar geleden.
Evenepoel: “Dat klopt. Het gaat allemaal veel sneller, de fietsen zijn beter, de wetenschap staat verder. Elk detail telt nu.”
Het verschil kan nu ook niet meer gemaakt worden met doping. De sport is properder.
Evenepoel: “Ik kan niet genoeg benadrukken hoe hard ik doping verloochen: ik ben 500 procent tegen. Helemaal weg zal doping nooit zijn, maar ik heb nu toch de indruk dat de ware atleten meer naar boven komen. Het verschil wordt gemaakt met kleine details.”
In reactie op het (tijdelijke) afscheid van Dumoulin vertelde ex-renner Maarten Tjallingii dat mentale weerbaarheid net zo trainbaar is als fysieke weerbaarheid, maar dat er er nog niet genoeg aandacht aan wordt besteed in het wielrennen.
Evenepoel: “Ik geef hem gelijk. Mentale weerbaarheid is van groot belang voor een renner. Zelf ben ik gezegend op dat vlak.
“Sinds mijn val heb ik een goed contact met de psycholoog van het team (Michaël Verschaeve, red.). In de Giro zal ik elke dag contact hebben met Michaël. Gewoon even polsen hoe het gaat, zowel op goede als op slechte dagen.”
HUMO Lees jij boeken over wielrennen? Of kijk je naar documentaires zoals ‘Code geel’ over Jumbo-Visma of de Netflix-serie over Movistar?
Evenepoel: “‘Code geel’ heb ik niet bekeken, die serie over Movistar wel. Het is weleens leuk om te zien hoe het eraan toegaat in een andere ploeg, maar veel leer je daar niet van. Elk team heeft zijn eigen DNA, zijn eigen mentaliteit en strategie.”
Sportbiografieën lees je wel, zoals die van de Borlées.
Evenepoel: “Dat vind ik interessanter. Door boeken te lezen van atleten uit andere sporten krijg je nieuwe inzichten. Hoe trainen zij? Hoe gaan ze om met tegenslag? Hoe proberen ze daar sterker van te worden?”
Onlangs zag ik de documentaire Ik ben God niet over Frank Vandenbroucke. Er was veel druk, van buitenaf, maar ook van hemzelf. Het werd deels zijn ondergang. Heb jij die documentaire gezien? En vond je het herkenbaar?
Evenepoel: “Ik heb ze gezien, maar ik wil me niet vergelijken met een ander. Frank leefde in een totaal andere periode in het wielrennen, had ook een andere levensstijl. Zijn koersmentaliteit vond ik prachtig, maar alles wat erbij kwam kijken vind ik gewoon afschuwelijk. Ik keek omdat ik geïnteresseerd was in de figuur Frank Vandenbroucke, maar als je dan de verhalen hoort over wat zich naast de fiets afspeelde: dat is gewoon jammer.”
Soms denk ik: als mensen nu maar wat vaker neen tegen hem hadden gezegd. Hij kreeg altijd zijn zin, was een verwende jongen.
Evenepoel (voorzichtig): “Tja, ik ga daar niet over oordelen. Ik heb hem nooit gekend.”
Veel mensen met talent en succes worden omringd door jaknikkers. Daar schuilt een gevaar in.
Evenepoel: “Dat is waar.”
Zeggen mensen nog neen tegen jou?
Evenepoel (lacht): “Natuurlijk. Zeker vanuit het team, en daar ben ik blij om. Er kan over alles gesproken worden en dat vind ik belangrijk. Als ik een idee heb, kan ik dat op tafel gooien. En omgekeerd ook. We komen altijd samen tot een compromis. Zo werk ik graag.”
FABIO EN DYLAN
Er is de laatste tijd veel te doen rond veiligheid in de koers. De UCI komt nu met een safetymanager op de proppen die het parcours moet keuren. Juich jij dat toe?
Evenepoel: “Er zal altijd een risico zijn op valpartijen, dat is inherent aan het wielrennen. Maar ja, er mag gerust wat meer aandacht naar veiligheid gaan. Kijk naar mijn valpartij: het had echt wel anders gekund. Volgens mij waren er bomen genoeg om een groot veiligheidsnet aan op te hangen. Goed, je koers is óók voorbij als je daarin verstrikt raakt (lacht). Maar het is toch beter dan op de grond smakken en je botten breken.
“Nu, ik vind het wel jammer dat ze de problemen op de renners afschuiven. Zoals die fietsposities die plots niet meer mogen van de UCI. Bij mijn overwinning in de Ronde van Polen reed ik 50 kilometer solo op kop, waarvan 40 met de polsen bovenop het stuur. Dat zou niet meer mogen, maar het is een ontspannender houding voor je schouders en je armen, én het is aerodynamischer. Let wel, op de stukken met slecht wegdek hield ik mijn stuur stevig vast. Renners letten heus wel op: het laatste wat we willen is met hoge snelheid vallen, want we weten hoe erg de gevolgen zijn.”
Jouw ploegmaat Fabio Jakobsen viel in Polen, door toedoen van Dylan Groenewegen. Collega-sprinter Caleb Ewan zei onlangs in een interview dat hij vreest dat de terugkeer van Groenewegen moeilijk wordt. Wellicht wacht hem geen warm welkom in het peloton na zijn schorsing.
Evenepoel: “Het lijkt me vrij logisch dat hij niet goed ontvangen zal worden. Wellicht denkt bijna iedereen in het peloton daar zo over, behalve Jumbo-Visma.
“Enfin, Dylan doet de deur niet één, maar twéé keer dicht in volle sprint. Hij mag van geluk spreken dat Fabio erdoor is gekomen. Iedereen weet dat het helemaal anders had kunnen uitdraaien. Dan heb je een ander verhaal.”
Ewan zei ook: ‘Elke sprinter maakt weleens een fout, maar er zijn verschillende gradaties. Als je de deur dichtdoet voor een renner die naast je rijdt, weet je wat er kan gebeuren.’
Evenepoel: “Absoluut. Het gebeurt weleens dat een sprinter van zijn lijn afwijkt, maar Groenewegen doet het twee keer én steekt dan nog eens zijn elleboog uit. Dat zijn drie fouten in 50 meter. En de gevolgen waren dramatisch.
“Blijkbaar kwamen Dylan en Fabio goed overeen voor dat incident, maar ik kan me goed voorstellen dat je zoiets niet vergeet en vergeeft. Hoe die mannen in de toekomst met elkaar zullen omgaan, is een zaak die ze onder elkaar moeten uitmaken. Van mij moet Fabio helemaal niet meer met Dylan spreken, het is volledig zijn recht om hem compleet te negeren en aan de kant te schuiven. Ik denk niet dat iemand van ons team Dylan nog zal aanspreken. Hij heeft iemand van de ploeg superhard gekwetst, letterlijk en figuurlijk. We kunnen hem dat nooit vergeven.”
Dat wordt niet makkelijk in het peloton.
Evenepoel: “Gelukkig is Fabio erdoor gekomen. En Dylan is intussen papa geworden en heeft mooie vooruitzichten na zijn schorsing. Het leven gaat verder, voor iedereen. Fabio concentreert zich nu op zijn comeback, hij wil weer doen waar hij de beste in was: sprints winnen. De rest is bijzaak.”
Hij wordt weer de oude?
Evenepoel: “Natuurlijk. Daar geloof ik hard in. We peppen elkaar op. Hij heeft nog altijd de wil om te winnen, dus ik zie niet in waarom hij niet opnieuw de Fabio van vroeger zou worden.
We duimen met je mee.
© Humo