Ik heb de emotie in het voetbal onderschat
“Bij zijn intrede in Sint-Truiden eind maart 2004, noemde Roland Duchâtelet (58) zich een voetbalanalfabeet. Toch voelde de zakenman-politicus, met een vermogen van net geen 256 miljoen euro de 28ste rijkste Belg, zich geroepen de Kanaries van een gewisse dood te redden”Het Nieuwsblad, 22 januari 2005
In hoeverre bent u vandaag, vijf jaar later, geletterd in het voetbal?
“Ik ben een stukje opgeschoten in de juiste richting. Ik lees, ik discussieer met de mensen. Herman Vermeulen heeft me, toen hij trainer was, een boek gegeven over zonevoetbal. Ik kan er nu over meepraten en over meedenken.”
U stelde van bij het begin voorop dat u niet meer dan vijf uur per week aan STVV wilde spenderen. Doet u er nu veel meer?
“Absoluut. Ik ben nu veel meer betrokken bij de transfers. Vroeger liet ik dat over aan mensen die dat, euh... beter wisten dan ik. Ik bekijk nu de scoutingsverslagen, debatteer mee over de posities waar versterking nodig is.“Spelers moeten vooral bij STVV passen. Ik hecht er belang aan dat ze van de streek zijn. Wij hebben in de eerste klasse de meeste Belgen in de kern en de meeste spelers uit de eigen jeugdopleiding. Dat komt omdat ik de trainer bijna verplicht heb om dat te doen. De kern mag niet te groot zijn. Ik vind onze kern nu luxueus groot: 22 spelers. Dat is nog altijd een van de kleinste van eerste klasse, maar groter mag die zeker niet zijn. Anders krijgt de eigen jeugd geen kansen.”
Hoe wordt een Brusselaar die in Antwerpen is geboren en geen achtergrond heeft in het voetbal, voorzitter van Sint-Truiden?
“Ik ben in 2001 geheel toevallig bij de club terecht gekomen. Gewoon omdat shirtreclame in het voetbal efficiënt en relatief goedkoop is. Ik had voordien geen band met Sint-Truiden, maar was meteen gecharmeerd door de sfeer op Stayen. Verliezen was niet erg, goed voetbal en inzet was voldoende. Ik zag mensen dansen in de tribune, dat sprak me aan.“Maar het ging financieel slecht met de club en toen kwam de vraag of ik inderdaad voorzitter wilde worden. Ik heb daar toen ‘neen’ op geantwoord. Ik zei: ‘Kijk, ik heb veel andere zorgen, ik heb daar geen tijd voor. Ik wil dat niet doen.' Hun antwoord: ‘Maar onze club zal ten onder gaan.’ Ik heb dan vijf voorwaarden gesteld waarvan ik dacht dat ze er niet één zouden inwilligen. Een voorbeeldje: de mensen in het bestuur konden het geld dat ze hadden geïnvesteerd alleen terug krijgen in tickets of seats. In principe waren ze dat kwijt. Dat alleen al is iets waarvan je denkt: dat doet niemand. Maar al mijn voorwaarden zijn alle aanvaard, en toen kon ik niet anders dan de job aannemen.”
Had u destijds beslist dat wieler- sponsoring net zo’n handige marketingtool was als voetbal, had u dan ook een Marc Coucke kunnen zijn?
“Dat had perfect gekund. Maar fietsen heeft me nooit aangesproken. Je denkt toch altijd: is dat nu just of is dat niet just? Dat heb je in het voetbal niet.”
Uw eerste beleidsdaad was het aanstellen van Marc Wilmots. Hij bleef geen jaar.
“Wilmots was nochtans absoluut een referentie. Achteraf gezien was dat een goeie beslissing. Ook de spelers die hij heeft gehaald waren goed. Tamás Hajnal speelt nu bij Dortmund, ook Mathieu Béda zit nu in Duitsland. (Bij 1860 Mûnchen, in tweede klasse, JPDV). Hij heeft in korte tijd toch goeie spelers gehaald. Maar de resultaten leken niet goed genoeg. Er was ook een meningsverschil tussen Guy Mangelschots en Wilmots, die kwamen niet overeen. Dqt kzq; ook omdat ik geen tijd had om er te zijn. Als ik had bemiddeld, was dqt niet op de spits gedreven.”
Conflicten zijn de rode draad geweest op STVV, de voorbije vijf jaar. U houdt te veel van een horizontale hiërarchie, zeggen mensen die het kunnen weten. Met onduidelijk afgebakende bevoegdheden en een groot personeelsverloop tot gevolg.
“Dat is vaak zo voorgesteld. Maar dat was eigenlijk nooit het geval. Het fundamenteel probleem dat ik had met het voetbal, en heb, is dat ik totaal geen tijd heb om me daarmee bezig te houden. In vergelijking met mijn andere activiteiten is het voetbal minuscuul. In omzet minder dan één procent ten opzichte van de andere bedrijven waar ik een belangrijke aandeelhouder van ben. Ik hoopte dat ik door mensen aan te stellen die er wel verstand van hadden, geen tijd in voetbal moest investeren. Ik zou op zaterdag naar de wedstrijd komen en daar zien dat onze ploeg won of op zijn minst goed speelde. En dat iedereen content was. Bij momenten ging dat, op andere momenten ging het minder goed. Vraag is of de mensen die we gehaald hebben, de juiste mensen waren.”
U zei zelf al: ik heb me door de verkeerde mensen laten omringen.
“Is dat zo? Dat weet ik niet. Ik weet niet of die mensen zoveel beter of slechter waren dan andere. Wilmots was bijvoorbeeld een goeie keuze. Ook door de contacten die hij had. François Laureyssen (extern sportief raadgever, red.) had zeker kwaliteiten. Wij waren niet beter of slechter dan andere clubs. Wij stonden gewoon op onwe plaats. We roeiden met de riemen die we hadden.“STVV is nooit een club van hoge toppen geweest, het is een clubje van den buiten. Ik heb de resultaten van de voorbije jaren even opgeschreven: we hebben één goed seizoen gehad: in 2002-2003, toen we als vierde eindigden. Voor de rest van de voorbije vijftien jaar zijn wij altijd bescheiden geweest.”
Nog een uitspraak uit het verleden: 'Als we verstandig zijn, dan eindigen we elk jaar in de linkerkolom. Niet verstandig geweest?
“Heb ik dat gezegd? Ik herinner mij dat niet. Nu, ik zal het niet ontkennen. Zou kunnen. Er zijn natuurlijk wel wat lessen te trekken. Het is duidelijk dat we in het verleden verkeerd hebben gewerkt. Ik heb ondertussen veel geleerd. Voetbal is emotie, dat is waanzinnig. Ik had dat te weinig ingeschat.“Het is een fout die door veel mensen wordt gemaakt. Mensen die het voetbal niet goed kennen, denken dat het een spel is. Maar het is zo veel meer. Het is een stuk van het leven van heel veel mensen.”