Donderdag 08/06/2023

GetuigenissenInflatie

‘Ik denk er elke dag over na om er gewoon mee te stoppen’: zelfstandigen over de hoge inflatie

Katja Matthyns en Cedric Lenaers. Beeld Stefaan Temmerman
Katja Matthyns en Cedric Lenaers.Beeld Stefaan Temmerman

Deze maand zagen 1,3 miljoen werknemers hun loon met meer dan 11 procent geïndexeerd worden door de aanhoudend hoge inflatie. Kleine zelfstandigen en freelancers zijn zelf verantwoordelijk voor het al dan niet optrekken van hun prijzen. Sommigen doen het alsnog, anderen durven niet, uit angst klanten kwijt te geraken. ‘Ik denk er elke dag over na om er gewoon mee te stoppen.’

Stijn De Wandeleer

“Ik hoor van veel van mijn collega’s die een kleine horecazaak uitbaten dat ze het extreem moeilijk hebben. Het gaat er niet over dat we al drie maanden aan het watertrappelen zijn, eigenlijk zitten wij al drie jaar in overlevingsmodus.”

Veertien jaar geleden startte Katja Matthyns haar horecazaak Starfish & Coffee op in Antwerpen. Ze verkocht er jarenlang veganistische gerechten en koffie, maar moest zich tijdens de pandemie noodgedwongen heruitvinden.

Vandaag is haar koffiezaak een deli geworden, en verkoopt ze ambachtelijke instantmixen voor allerlei voedingswaren, zoals cake en taart. “Die hoge kosten van energie en grondstoffen vielen op ons dak toen we nog maar net uit de vorige crisis geklauterd kwamen. We zaten dus sowieso al met een lege portemonnee en, om eerlijk te zijn, met weinig fut om ons ook hiertegen te verweren.”

Katja Matthyns is eigenaar van horecazaak Starfish & Coffee in Antwerpen. ‘Ik heb mezelf al ontelbare keren opnieuw uitgevonden, en heb mezelf altijd als een erg veerkrachtige mens beschouwd. Maar het huidige klimaat waarin ik moet werken is gewoon te demotiverend.’ Beeld © Stefaan Temmerman
Katja Matthyns is eigenaar van horecazaak Starfish & Coffee in Antwerpen. ‘Ik heb mezelf al ontelbare keren opnieuw uitgevonden, en heb mezelf altijd als een erg veerkrachtige mens beschouwd. Maar het huidige klimaat waarin ik moet werken is gewoon te demotiverend.’Beeld © Stefaan Temmerman

Hoewel Matthyns de duurdere grondstofprijzen natuurlijk wel zelf moet betalen - “de prijs van cacao verdubbelde het voorbije jaar bijvoorbeeld” - voerde ze geen prijsstijging van haar producten door. “Dat kan ik niet”, zucht ze. “Ambachtelijke producten zijn in België nu eenmaal extreem prijzig om te maken. Uiteraard geloof ik in de meerwaarde van wat ik aanbied en ben ik ervan overtuigd dat mijn mixen kwalitatiever, lekkerder en authentieker zijn. Maar als ik de prijzen nog optrek, wordt het wel heel moeilijk om nog iets te verkopen.”

Voor haar betekenen die gestegen prijzen dus vooral dat ze het vandaag met een loon moet stellen dat een kwart lager ligt dan voordien. “Trouwe klanten vertellen me wel dat ze nu even op hun centen moeten letten, en dat ze meteen weer bestellingen plaatsen zodra de financiële storm is gaan liggen. Ik begrijp dat volledig, hè, maar ik moet deze periode natuurlijk eerst nog zien te overleven.”

Geen reserves

Dat het met onze kleine ondernemingen inderdaad niet bijzonder goed gesteld is, werd eerder dit jaar nog eens in de verf gezet in het nieuwste kmo-rapport van Unizo. Daaruit bleek dat drie op de tien Vlaamse kmo’s door hun financiële reserves heen zitten.

Kleine zelfstandigen met personeel in dienst krijgen het daarbij door de hogere loonkosten opvallend zwaarder te verduren. Bij 45 procent van de werkgevers staat het water aan de lippen. Van de zelfstandigen die geen personeel in dienst hebben, heeft 23,5 procent geen reserves meer over om een volgende financiële schok op te vangen.

“Vooral kleine zelfstandigen worden zwaar getroffen door de stijgende inflatie”, zegt ook Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van Unizo. “Waar grote bedrijven gemiddeld 60 procent van hun gestegen kosten doorrekenen aan hun klanten, is dat bij kmo’s met minder dan tien werknemers maar 40 procent. Door de oorlog in Oekraïne zijn de energiekosten geëxplodeerd, wat nog eens boven op de sterk gestegen grondstofprijzen kwam. Dat krijg je als kleine ondernemer gewoon niet meer doorgerekend, want op een bepaald moment beginnen ook klanten af te haken. Die prijsstijging moeten ondernemers dan vaak zelf dragen.”

Ook bij freelancers die in de dienstensector werken, merkt Van Assche terughoudendheid om hun lonen te indexeren. “Ze vrezen vaak dat ze, door hun prijzen op te trekken, veel duurder worden dan hun concurrenten en zichzelf zo uit de markt prijzen. Maar een ander groot probleem is dat veel bedrijven op dit moment willen besparen, waardoor freelancers een kostenpost zijn waarin gemakkelijker gesnoeid kan worden. Ook die angst speelt bij heel wat freelancers.”

Meer werk, zelfde loon

Het is inderdaad voor een groot deel de sector waarin je werkt die bepaalt of je de indexatie al dan niet gemakkelijk krijgt doorgevoerd. Jan, een freelance videomonteur, laat weten zijn tarieven te hebben geïndexeerd zonder ook maar een beetje gemopper van een van zijn klanten. Bart, een vertaler, vertelt dan weer dat het in zijn sector veel moeilijker ligt om te indexeren, en is daardoor vooral meer en sneller gaan werken.

Melissa* is freelance stylist en journalist, en wil haar verhaal enkel onder een schuilnaam kwijt, uit angst dat “geklaag” over haar loon slecht valt bij opdrachtgevers. Al meer dan twintig jaar werkt ze als freelancer in de mediasector, en dat doet ze nog steeds volgens de tarieven waartegen ze destijds begon. “Eigenlijk is dat pure waanzin”, zegt ze. “Daar moet ik wel bij vertellen dat ik twintig jaar geleden goed mijn boterham verdiende. Maar al die jaren later is de rest van de wereld vooruitgegaan, terwijl wij zijn blijven stilstaan.”

De workload is de voorbije jaren bovendien alleen maar gegroeid, zegt Melissa. “Het werk dat we vroeger in drie dagen deden, moet vandaag in één dag gebeuren. Iets zeggen van die discrepantie tussen loon en werk, ligt in veel mediabedrijven heel moeilijk. Want als ik mijn prijzen optrek, is er altijd wel iemand anders die het werk wél nog voor het oude tarief aanvaardt. De mediasector is nu eenmaal enorm aantrekkelijk voor jongere mensen, wat het extra moeilijk maakt om te onderhandelen over je tarieven: er staat altijd wel een 25-jarige klaar om je plek in te nemen. Dat leidt tot grote verdeeldheid, waardoor ik tussen freelancers onderling ook heel weinig solidariteit opmerk.”

Melissa vindt het vooral spijtig voor de sector, zegt ze. “Want er is veel kwaliteit aan het verdwijnen, zowel bij journalisten, fotografen als stylisten.” Voor enkele klanten met ruimere budgetten heeft Melissa vorig jaar wel een indexatie doorgevoerd. “Over het algemeen is daar heel slecht op gereageerd. Ik had bijvoorbeeld een klant die zei dat hij begreep dat ik mijn prijzen optrok, maar dat ik dan in de toekomst enkel nog halve in plaats van volle dagen kon factureren. En een andere klant die zélf zijn prijzen had opgetrokken, liet niets meer van zich horen toen ik zei hetzelfde te willen doen. Dat is het probleem met freelancewerk: opdrachtgevers zijn ons niets verschuldigd. Zelfs als je al twintig jaar met iemand hebt samengewerkt, hoeven ze je eigenlijk niet eens te laten weten dat de samenwerking ten einde loopt. Ze hoeven je alleen maar niet langer op te bellen.”

Internationale concurrentie

Stijn Baert, professor arbeidseconomie aan de UGent, erkent dat het voor heel wat zelfstandigen haast onmogelijk is om de stijgende inflatie volledig door te rekenen in hun prijzen. Hij ziet evenwel nog een extra uitdaging voor bedrijven die met internationale klanten samenwerken. “Ondernemingen die in competitie treden met spelers uit het buitenland, waar ze geen automatische loonindexering kennen en dus ook minder te kampen hebben met stijgende loonkosten, kunnen haast onmogelijk hun prijzen volledig aanpassen aan de inflatie”, meent Baert. “Dan zouden ze immers een stevig marktaandeel verliezen. Zij moeten, om dat marktaandeel te behouden, tijdelijk genoegen nemen met kleinere marges.”

IT-consultant Cedric Lenaers: 'Voor het eerst in mijn carrière moet er stevig onderhandeld worden over mijn tarieven, iets wat vroeger niet het geval was.' Beeld © Stefaan Temmerman
IT-consultant Cedric Lenaers: 'Voor het eerst in mijn carrière moet er stevig onderhandeld worden over mijn tarieven, iets wat vroeger niet het geval was.'Beeld © Stefaan Temmerman

Cedric Lenaers (45) werkt als IT-consultant vooral met internationale bedrijven samen, en merkt ook op dat de concurrentie met werkkrachten uit goedkopere landen steeds moeilijker wordt. “Taken die ik vroeger zelf deed, worden plots door andere, goedkopere werkkrachten uitgevoerd. Twee van mijn grootste klanten zitten ondertussen bijvoorbeeld met hun IT-afdeling in India. Daar zijn ze natuurlijk vrij in, maar die tarieven kan ik uiteraard niet bijbenen. Je merkt dus wel dat klanten toch wat voorzichtiger zijn geworden om een loonsverhoging zomaar door te voeren.”

Voor enkele oude klanten, die hem ook tijdens de pandemie werk zijn blijven geven, heeft Lenaers zijn tarieven daarom nog niet geïndexeerd. Bij nieuwe klanten doet hij dat standaard wél. “Ik probeer genoeg te vertrouwen op mijn eigen kwaliteiten, en om me zoveel mogelijk bij te scholen, zodat ik mijn hogere kosten nog steeds waard ben. Op dit moment heb ik ook niet gevoel dat ik mezelf door mijn hogere vergoeding uit de markt speel. Maar voor het eerst in mijn carrière moet er wel stevig onderhandeld worden over mijn tarieven, iets wat vroeger niet het geval was.”

Indexatie in de vriezer

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de kloof tussen loontrekkenden en zelfstandigen niet groter blijft worden? Danny Van Assche van Unizo meent dat we vooral zo snel mogelijk onafhankelijk moeten worden van fossiele brandstoffen, omdat die de inflatie het afgelopen jaar zo de hoogte in hebben gestuwd. “Duurzame investeringen moeten nóg meer worden aangemoedigd”, meent hij. Daar ziet van Assche vandaag gelukkig wel al positieve evoluties: “Negentig procent van de kmo’s was eind vorig jaar al bezig met te investeren in hernieuwbare energiebronnen, of overwoog om dat in de nabije toekomst te gaan doen.”

Vervolgens moeten we volgens hem ook naar manieren zoeken om de loonkosten enigszins onder controle te houden. “Ons standpunt daarover is duidelijk: laat ons de indexatie in 2024 een jaar in de vriezer steken, zodat we het hele systeem eens kunnen herbekijken. Wij pleiten voor het implementeren van een duurzaamheidsindex, waarbij fossiele brandstoffen uit de index gehaald worden. Doen we dat niet, dan prijzen we onszelf op den duur uit de markt. Eigenlijk zijn we dat nu al aan het doen.”

Twijfel om te stoppen

Voor heel wat kleine ondernemingen is de huidige situatie in elk geval niet langer houdbaar. Melissa geeft toe dat ze voor het eerst in meer dan twintig jaar is beginnen nadenken over andere carrièrepaden. “Als de situatie zo blijft, dan stop ik met freelancen en ga ik ergens vast in dienst”, zegt ze. “Het is gewoon niet meer leuk op deze manier. Mijn omzet lag vorig jaar al 35 procent lager dan voor de pandemie, en die is sindsdien niet meer omhoog gegaan.”

“Veel van de kleine ondernemers die ik ken die nog niet gestopt zijn, dénken eraan om te stoppen”, zegt ook Katja Matthyns van Starfish & Coffee, die de toekomst van kleine ondernemingen behoorlijk somber inziet. Voor het eerst in veertien jaar denkt ze er ook zelf aan om de handdoek in de ring te gooien. “Ik heb mezelf al ontelbare keren opnieuw uitgevonden, en heb mezelf altijd als een erg veerkrachtige mens beschouwd. Maar het huidige klimaat waarin ik moet werken is gewoon te demotiverend.”

“Mijn collega’s en ik posten op sociale media regelmatig berichten waarin we oproepen om vooral de locals te blijven steunen. Want het zijn toch wij die gezelligheid brengen, en die de persoonlijke touch meegeven? Maar in alle eerlijkheid vraag ik me soms af of de meerderheid er wel om zou malen als die kleine zaken ertussenuit vallen. Ik hoop van wel, maar de laatste tijd ben ik daar niet meer zo zeker van.”

* Melissa is een schuilnaam

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234