ReportageOorlog in Oekraïne
‘Ik ben heel bezorgd over wat ons te wachten staat’: voor Russische Belgen is het leven niet meer hetzelfde
Een Russisch eethuisje in Mechelen dat tot voor kort alleen enthousiaste beoordelingen kreeg, wordt op Tripadvisor plots uitgejouwd. Sommige Russische supermarkten zien klanten wegblijven. Het leven van Russische Belgen is sinds de start van het conflict in Oekraïne niet meer hetzelfde.
Het rek aan de kassa van de Russische supermarkt Nostalgie in Gent ligt boordevol kleurrijk verpakte pralines en bonbons. Alyonka is Ruslands bekendste chocolademerk en in de supermarkt is er voorlopig geen schaarste. “Eigenlijk zijn we geen Russische, maar een Oost-Europese winkel”, zegt zaakvoerder Emil Walevski (41). “Onze producten komen vooral uit Duitsland.”
Op het internet is de winkel nochtans te vinden als Ruswinkel. “Dat is zo gegroeid”, zegt Walevski. “Ik kom uit Litouwen, mijn vrouw komt uit Oekraïne. In mijn ogen zijn we één grote familie.”
Zelf ziet hij nog geen klanten wegblijven. Andere Russische supermarkten zien dat wel. Maar om geen olie om het vuur te gooien, willen uitbaters daar niet openlijk over praten in de krant. “Er zijn klanten die wegblijven, maar het is nog te overzien”, zegt Viktor Ermolaev, die vier winkels van Mix Markt uitbaat. “Ik ben vooral heel bezorgd over wat ons nog te wachten staat.”
Sinds de start van de oorlog in Oekraïne is het leven van de Russen in Europa niet meer hetzelfde. Media berichtten over intimidatie van Russen in Nederland, en van mensen van wie wordt gedacht dat ze Russisch zijn. In de Nederlandse hoofdstad werden de vensters van een Russische supermarkt ingeslagen met een baksteen. In de Telegraaf vertelde een Russische moeder dat haar zesjarige zoontje is gepest en geslagen. “Dit is voor Oekraïne”, zouden de daders hebben gezegd.
Ook Duitsland kreeg te maken met anti-Russische gevoelens. In het Duitse Oberhausen, in het Ruhrgebied, werd de gevel van een winkel met Russische specialiteiten beklad. Een restaurant in Baden-Württemberg haalde dan weer de media omdat het klanten met een Russisch paspoort zou gaan weren.
Zo’n vaart loopt het in ons land niet, maar de spanning is ook hier toegenomen. Kalinka, een eethuisje in Mechelen dat online tot voor kort steevast enthousiaste beoordelingen kreeg, werd op Tripadvisor plots uitgejouwd. “Ik zal nooit in een Russisch restaurant eten omwille van de situatie in Oekraïne. Leave Belgium, leave Ukraine!”, schreef een man uit Hamme.
De reactie is intussen weggehaald. Zaakvoerder Ruslan Balkarov wil niet veel woorden vuilmaken aan het incident, maar de woorden doen pijn. “Wij werken dag en nacht om hier een mooie zaak uit te bouwen. Ik heb niets te maken met die oorlog”, zegt Balkarov, die drie jaar geleden met zijn gezin vanuit Rostov aan de Don naar Mechelen verhuisde toen hun 21-jarige zoon aan de UGent ging studeren. Dat bleek goedkoper dan universiteiten in Moskou en Sint-Petersburg. Het echtpaar Balkarov begon een eethuisje, sinds de lockdown een uithaalrestaurant, waar ze Oost-Europese specialiteiten als pelmeni, Russische dumplings, verkopen maar ook borsjtsj, een maaltijdsoep uit de Oekraïense keuken op basis van rode biet.
“Vandaag wordt er erg gefocust op de verschillen tussen die landen, maar er zijn ook veel gelijkenissen tussen ons”, zegt de uitbater van Kalinka. “We spreken allemaal Russisch. Waarom kunnen we dan niet allemaal bevriend zijn?”
Het is niet zo eenvoudig om zicht te krijgen op de Russische gemeenschap in België. Zelfs de vraag hoe groot de gemeenschap is, is moeilijk te beantwoorden. In 2017 verbleven er volgens Statbel in ons land 12.259 Russische buitenlanders, mensen met de Russische nationaliteit en zonder de Belgische. Maar niet alle mensen met een Russische identiteitskaart identificeren zich met de Russische taal en cultuur. Ze kunnen ook lid zijn van een van de talrijke minderheden in het land. Omgekeerd wonen er dan weer veel etnische Russen buiten Rusland, vooral in landen van de ex-Sovjet-Unie. Maar daar leven ook veel Russischtaligen die zich niet als etnische Russen beschouwen, zoals veel Oekraïners.
Volgens Vladimir Ronin, docent Russisch en Ruslandkunde aan de KU Leuven, campus Antwerpen, leven er in ons land zo’n zestigduizend Russischtaligen. “Het is een erg heterogene groep”, zegt Ronin, zelf sinds 1990 in België. “Er zijn concentraties in Brussel, Antwerpen en Luik, maar zo goed als in elke gemeente zal je Russischtaligen vinden. Het is bovendien een heel diverse groep die zich mengt in alle lagen van de bevolking. Er zijn arbeiders, zakenlui en wetenschappers maar ook veel Russischtaligen te vinden in de artistieke sector.”
Ook al spreken ze dezelfde taal, volgens Vladimir Ronin hebben Russischtaligen niet de gewoonte om elkaar vaak op te zoeken. “Belgen in het buitenland vormen bijna onmiddellijk een vereniging. Het volstaat om verbondenheid te voelen als je uit dezelfde provincie komt. Zo werkt dat in Rusland niet”, zegt Ronin. “Historisch: zijn we niet zo makkelijk horizontaal met elkaar verbonden. Bovendien groeide mijn generatie op in een maatschappij waar samenzijn verplicht was. Vandaag zie je een tegenbeweging waar mensen het recht opeisen om dat niet te zijn.”
Russische verenigingen in ons land zijn zeldzaam en behalve Kalinka zijn er nauwelijks Russische restaurants of cafés in België. “De Russische cultuur is sterk gefocust op thuis koken en ontvangen”, legt Ronin uit. “Ook in Rusland zal een restaurant geen verzamelplaats zijn. Het is een land waar veel thuis gebeurt. Als je als buitenlander niet bij Russen thuis geraakt, krijg je geen correct beeld van het land.”
De belangrijkste verzamelplaats voor Russischtaligen in België is de kerk. Na zeventig jaar communisme is lang niet iedereen kerkelijk, maar cultureel voelen veel mensen zich er wel mee verbonden.
De Russisch-orthodoxe kerk huurt al sinds 2000 de Sint-Jozefkerk aan het Antwerpse stadspark van de lokale kerkfabriek en is sinds 2015 ook de officiële eigenaar van het opvallende kerkgebouw. In het weekend komt er al jaren een groep gelovigen waar menig dorpspastoor jaloers op zou zijn. De kerk hangt af van het patriarchaat van Moskou, dat zowel voor Rusland als Oekraïne bevoegd is, en erediensten gaan er door in het Kerkslavisch, een oude, puur kerkelijke vorm van de taal die Oekraïners en Russen verstaan. Maar sinds twee weken is er een soort schisma ontstaan. Oekraïense gelovigen blijven weg. “Het zit heel diep”, zegt Aleh Aheyenka (41) uit Temse die tien jaar geleden de rol van diaken opnam. “Onze deur blijft open, maar ik ben bang dat we deze mensen niet snel zullen terugzien.”
Aleh Aheyenka is in het dagelijkse leven technieker. Hij kwam zeventien jaar geleden vanuit Siberië naar België en is sindsdien nooit meer in zijn geboorteland geweest. Op Facebook postte de diaken zijn afkeer van de oorlog. Maar daarmee begaf hij zich op glad ijs. De bisschop werd al ingelicht. “Als diaken moet ik neutraal zijn”, zegt Aheyenka. “Maar als burger wil ik mij wel uitspreken. De Oekraïners zijn onze buren en het is verkeerd om een onafhankelijk land binnen te vallen.”
De diaken heeft de afgelopen weken de polarisering ook buiten de kerk voelen toenemen. “Mijn dertienjarige zoon werd op school door oudere leerlingen ‘kleine Poetin’ genoemd. Wij moeten hier geen Russen, zeiden ze. Dat steekt. Mijn zoon voelt zich net erg verbonden met Oekraïne, hij heeft zelfs het initiatief genomen voor een inzamelactie. Hoe langer het conflict zal duren, hoe moeilijker het ook in België zal worden.”
Volgens de Russische ambassade in Brussel kozen de in België verblijvende Russen in 2012 Vladimir Poetin als president, voor de miljardair Michail Prochorov, die op de tweede plaats eindigde. Zouden ze dat ook vandaag doen? Weinig Russen die we spreken, durven zich openlijk uit te spreken. Volgens Vladimir Ronin zijn de Russen in België verdeeld. “De Russischtalige diaspora in België is in ieder geval minder gepolitiseerd en pluralistischer dan in Duitsland. Er zijn Poetinisten die de propaganda uit Moskou geloven maar er zijn ook veel mensen pro-Europa. Je mag niet vergeten dat het, ondanks die recente incidenten, heel goed leven is in België.”