jonge ondernemers
“Iemand noemde me ooit een kind terwijl ik voor een volle zaal sprak”: als de CEO nog geen twintig is
Student én ondernemer? Er zijn er steeds meer, zo leren cijfers van Unizo jaar na jaar. In 2018 startten 6.931 Belgische studenten een bedrijfje op, terwijl dat er in 2017 nog 5.008 waren. Wel opvallend: het zijn vooral mannelijke studenten die een eigen zaak beginnen. De Morgen sprak met vier piepjonge ondernemers.
“Iemand heeft me ooit een kind genoemd terwijl ik voor een volle zaal sprak”
Hassan Al Hilou (19) is strategisch diversiteitsadviseur en heeft een eigen mediaplatform
Hassan Al Hilou hield in 2015 zijn mediaplatform youthtalks.be boven de doopvont. Vandaag adviseert hij ondernemers over hoe ze diversiteit moeten omarmen binnen hun bedrijf, in combinatie met een studie Idea & Innovation Management.
Hassan besliste dat hij ondernemer zou worden op de slaapkamervloer in zijn ouderlijk huis. “Toen mijn bed het begaf, heb ik jaren op de grond geslapen omdat mijn ouders geen geld hadden om een nieuw bed te kopen”, vertelt hij. “Ik heb me toen voorgenomen dat dit niet zou zijn hoe ik de rest van mijn leven zou invullen.
In 2015 besloot hij om zijn eerste stappen als ondernemer te zetten met de opstart van youthtalks.be. Tegenwoordig gooit hij als strategisch diversiteitsadviseur het belang van diversiteit binnen bedrijven op de maatschappelijke agenda van ondernemers. “Ik help mensen op weg die wel beseffen hoe belangrijk diversiteit kan zijn voor hun bedrijf, maar die niet weten hoe ze ermee aan de slag gaan.”
Wanneer Hassan voor zalen tjokvol CEO’s moet praten, komt één ding voortdurend terug: “Het gebrek aan kleur. De diversiteit die ik wel zie wanneer ik als student naar de les trek, ontbreekt daar volledig”, vertelt hij.
“Ik zag geen kleur in de raden van bestuur of in de reclamecampagnes die bedrijven op poten zetten. Daar wilde ik verandering in brengen.”
Zijn leeftijd heeft hem nooit tegengehouden om zijn boodschap over te brengen, en Hassan ziet er natuurlijk ook al wat ouder uit dan zijn 19 jaar. “Ik hoor regelmatig dat al die bedrijfsleiders me eigenlijk niet zien als jonge gast, omdat ik meestal wel goed weet hoe ik moet reageren op hun opmerkingen. Soms zeg ik zelfs: jullie zouden net wél naar mijn leeftijd moeten kijken. Jongeren zijn diverser dan ooit, en dat zijn mijn leeftijdsgenoten. Het is belangrijk dat je weet hoe zij denken en naar de wereld kijken als je hen in je onderneming wil betrekken. Dat is de enige manier om te overleven als bedrijf, daar ben ik van overtuigd.
“Ooit heeft iemand me eens een kind genoemd terwijl ik voor een volle zaal stond. Ik heb daar toen vriendelijk op gereageerd, maar dat heeft me wel geraakt. Dat neerbuigende gebruik van het woord ‘kind’ zie je ook terugkomen op sociale media, nu zoveel jongeren op straat komen om voor het klimaat te protesteren. Hoe volwassenen al die inspanningen van jonge mensen onderuit proberen te halen door hen als kinderen weg te zetten, dat vind ik onbegrijpelijk.”
Hassan zit nu in het tweede jaar Idea & Innovation Management aan de Erasmushogeschool in Brussel. “Ik mis al sinds het vijfde middelbaar wekelijks twee keer een halve lesdag om aan mijn onderneming te sleutelen. De overgang naar de hogeschool ging dus vrij vlot. Het belangrijkste is om alles goed in te plannen, en dat heb ik ondertussen wel onder de knie”, grinnikt hij. “Ik zou me gewoon voltijds op mijn studie kunnen gooien en nadien op café kunnen gaan, zoals veel andere studenten, maar ik weet dat ik me steendood zou vervelen.”
Na vier intense jaren als ondernemer is het nu tijd om terug te blikken. Ondanks zijn leeftijd mocht Hassan immers al veel aan zijn cv toevoegen: “Ik mocht spreken bij Gwendolyn Rutten over de nog steeds veel te blanke ondernemingssector, ik kon jonge mensen inspireren en later dit jaar breng ik een boek uit. Misschien is het tijd om een jaar naar het buitenland te trekken.”
“Wanneer de examens beginnen, zorg ik ervoor dat alle bestellingen zijn afgerond”
Anouck Soors (15) maakt gepersonaliseerde totebags
Anouck Soors is de drijvende kracht achter Fabagulous, waarmee ze gepersonaliseerde totebags aflevert. Ze komt net terug van school wanneer we haar bellen.
Anouck runt Fabagulous al sinds vorig jaar. Haar totebags beschildert ze met de hand. “Aan een tas ben ik toch gemakkelijk anderhalf of twee uur bezig”, vertelt ze. “De meeste klanten zijn studenten uit het middelbaar of aan de universiteit die mij of mijn zus persoonlijk kennen, al lokt onze Instagram-pagina ook wel wat volk. Klanten dienen gewoon hun ontwerp of illustratie in, en ik ga ermee aan de slag.”
Voordien nam Anoucks zus Sophie de leiding op zich. Zij startte het bedrijfje op met een vriendin. “Ik hield mijn zus de voorbije jaren regelmatig gezelschap en hielp toen ook al wel mee om reclame te maken of om bestellingen te verwerken. Toen mijn zus me vroeg of ik het bedrijfje wilde overnemen, was ik meteen enthousiast. Ik zie het nu vooral als een studentenjob. Het geld dat ik ermee verdien, gaat voor het grootste deel naar mijn spaarboekje. Mijn zus helpt nu vooral nog bij het beheren van de Instagram-account en het financiële luik, want dat is toch niet zo simpel.
“Mijn ouders vonden het ook meteen een goed idee om de zaak over te nemen. Voor hen is het wel belangrijk dat mijn schoolwerk er niet te veel onder lijdt, want ik kan bijvoorbeeld niet wat vroeger terugkomen van school wanneer ik het heel druk heb met de onderneming.”
Hoeveel tijd Fabagulous opslokt, verschilt elke week opnieuw en hangt af van de bestellingen die binnenlopen. “Die onvoorspelbaarheid maakt het niet altijd gemakkelijk om het bedrijfje te combineren met mijn schoolwerk. Wanneer de examens beginnen, zorg ik er dus altijd voor dat de bestellingen ruim op voorhand zijn afgerond. Klanten weten intussen ook dat het er hier in die periodes wat rustiger aan toe gaat.”
Het mag dan als een zware job klinken voor een meisje van vijftien jaar, volgens Anouck speelt haar leeftijd haar niet echt parten. “Al is er misschien één ding”, geeft ze toe.
“Als er al eens een minder positieve reactie binnenkomt, kan ik daar wel van aangedaan zijn. Als je zo lang aan een gepersonaliseerde tas hebt gewerkt, is het niet makkelijk als iemand dan niet tevreden is. De meeste problemen los ik zelf op. Als het toch niet lukt, roep ik wat hulp in van mijn zus. Zo komt het meestal wel goed.”
De toekomst van Fabagulous heeft Anouck nog niet uitgezet, al hoopt ze wel dat haar bedrijfje in de toekomst nog meer klanten lokt. “Verder heb ik nog niet gepland. Of ik later iets in de mode wil doen, weet ik ook nog niet. We zien wel hoe het allemaal loopt. Ik heb nog tijd.” (lacht)
“Veel jongeren hebben ideeën, maar weten niet hoe ze ermee aan de slag kunnen”
Jordy Plovie (18) is grafisch ontwerper
Jordy Plovie studeert grafische en digitale media aan de Arteveldehogeschool in Gent. In 2016 begon hij websites en visitekaartjes uit te tekenen voor vrienden, vandaag doet hij dat onder zijn bedrijf Elite Graphx.
Mijn moeder had lang een eigen kledingzaak en mijn zus is zelfstandig schoonheidsspecialiste. Thuis waren ze dus meteen enthousiast toen ik vertelde dat ik zelf iets wilde opstarten. Voordien ontwierp ik regelmatig al websites, visitekaartjes en logo’s voor vrienden. Dan kreeg ik regelmatig te horen of ik een factuur kon opmaken. Een eigen bedrijfje opstarten zorgde er dus gewoon voor dat ik geld kon verdienen met iets wat ik sowieso al deed.”
Op je zestiende een eigen zaak opstarten en ondertussen serieus genomen worden: gemakkelijk is het allerminst. “Daarom wilde ik wachten tot ik zeventien was voor ik met klanten in zee ging die ik niet persoonlijk kende. Dat ene jaar leek toen heel erg belangrijk”, zegt hij. “Ik kreeg het gevoel dat de bal echt aan het rollen ging toen ik in één maand tijd drie aanvragen binnenkreeg van bedrijven die ik niet kende. Toen wist ik dat mijn naam wel terecht zou komen bij de juiste mensen.”
Om alles draaiende te houden, vloeit er momenteel meer tijd naar Jordy’s ontwerpbureau dan naar zijn studies. “Nu is dat geen probleem, maar ik ga moeten opletten”, klinkt het. “Meestal begin ik rond zeven of acht uur ’s avonds met mijn werk voor Elite Graphx. Dan kan het zijn dat ik doorwerk tot elf uur ’s avonds. Meestal zoek ik dan naar nieuwe klanten, moet ik een website updaten, of maak ik een nieuw logo of visitekaartje.”
Het aantal studenten die een eigen onderneming uit de grond stampen, stijgt jaar na jaar, volgens recente cijfers van Unizo. “Vreemd genoeg is er in mijn jaar niemand anders die aan het ondernemen is. Veel studenten zitten wel met ideeën, maar weten niet goed hoe ze ermee aan de slag moeten.
“Gelukkig kon ik met de school een speciaal contract opstellen, waardoor ik afwezig kan zijn tijdens verschillende schoolactiviteiten als er een afspraak op de agenda staat. Ik mag ook twee examens verplaatsen als ik een belangrijke meeting heb, en meestal valt er ook wel te schuiven met deadlines van taken als het niet zou lukken om die tijdig in te dienen. Dat is een enorme hulp.”
“Toegegeven: er kruipt meer tijd dan verwacht in een eigen zaak”
Mariam Harutyunyan (24) heeft een eigen kledingmerk
Mariam startte in oktober 2018 haar kledinglabel KinArmat. Het werd een mix van feministische slogans en bewust ondernemerschap. Ze studeert biomedische wetenschappen aan de KU Leuven.
k wist altijd dat het een kwestie van tijd was voordat ik zelf een bedrijf zou opstarten. Ik heb altijd al verandering in de wereld willen brengen, en een eigen zaak leek me een goede hefboom om dat gedaan te krijgen.” Daarom startte ze in oktober 2018 haar eigen kledinglabel KinArmat.
De stuks die in haar webshop staan, zijn bedrukt met feministische roepzinnen als ‘The future is female’ en ‘GRL PWR’. “Vrouwelijk ondernemerschap blijft een immens pijnpunt, en de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen binnen de bedrijfswereld is nog steeds veel te groot. Als onderneemster wil ik die onderwerpen op de agenda blijven smijten.”
De cijfers onderstrepen dat alleen maar. Het overgrote deel van de student-ondernemers die in 2018 een eigen zaak opstartten, is nog steeds mannelijk, met 4.213 mannelijke student-ondernemers tegenover 2.718 vrouwen. En eerder werd in deze krant nog geschreven dat België naar de 32ste plek zakte op de jaarlijkse Global Gender Gap Index, een lijst van 149 landen. “Daar zitten we dus nog met een probleem. In de selectie van Trends’ Manager van het Jaar stond vorig jaar trouwens maar één vrouw. Als vrouwen zich niet vertegenwoordigd zien in het ondernemerslandschap, is het toch logisch dat ze minder snel voor zo’n carrière kiezen?”
Bij de prille opstart van een eigen onderneming komt ook heel wat onzekerheid kijken. “Natuurlijk zijn er twijfels wanneer je net iets opstart”, vertelt ze. “De ene dag gaat het wat minder goed en stel je je vragen bij waarom je hier überhaupt mee begon, en de volgende dag is je dag goed door positieve feedback van klanten. Je kunt alleen maar blijven rechtkrabbelen wanneer het even moeilijk is.”
Mariam zit ondertussen in haar laatste jaar biomedische wetenschappen aan de KU Leuven. “Toegegeven: in een eigen onderneming kruipt meer tijd dan ik had verwacht. Ik ben aan het ondernemen én tegelijk aan mijn thesis aan het schrijven, dus het gebeurt regelmatig dat ik tot ’s avonds laat in het labo zit, om dan thuis te komen en nog enkele uren aan KinArmat te schaven. Als je het heel graag doet, neem je de vermoeidheid en de onregelmatige dagen er natuurlijk gewoon bij. En de voorbije maanden hebben me veel geleerd over planning.”