NieuwsHuisprijzen
Huizen werden eind 2021 weer iets goedkoper, maar over een heel jaar nog steeds een stuk duurder dan in 2020
Huizen in Vlaanderen waren in het vierde kwartaal van vorig jaar iets goedkoper dan tijdens het derde kwartaal, zo blijkt uit de jongste gegevens van Statbel, het Belgische bureau voor de statistiek.
De mediaanprijs voor een gesloten of halfopen bebouwing in Vlaanderen zakte van 273.000 euro tot 265.000 euro. Over heel 2021 werd dit woningtype wel nog altijd 16.000 euro of 6,5 procent duurder. Ook een open bebouwing was eind 2020 in Vlaanderen iets goedkoper (375.000 euro) dan in de zomermaanden (380.000 euro). Maar de mediaanprijs over een heel jaar lag nog altijd 21.000 euro hoger of 6 procent meer dan in 2020.
Appartementen werden niet goedkoper in het vierde kwartaal. De mediaanprijs van een appartement in Vlaanderen lag vorig jaar op 220.000 euro, 10.000 euro of 4,7 procent meer.
De huizenprijzen stegen het voorbije jaar sneller dan in 2020, de prijsstijging bij appartementen vertraagde dan weer.
Lees ook
In kaart: dit kost een huis of appartement in uw gemeente
Opvallend signaal in de vastgoedmarkt: ‘Heel uitzonderlijke prijsdaling bij appartementen’
Duurste steden en gemeenten
Het Brussels gewest is nog een pak duurder dan Vlaanderen, met een mediaanprijs van 455.000 euro voor een rijwoning (+4,6 procent) en 1.150.000 euro voor een huis in een open bebouwing (+19,8 procent). Wallonië is dan weer flink goedkoper: een gesloten of halfopen bebouwing kost er slechts 165.000 euro (mediaan), en een open bebouwing 273.000 euro.
De duurste gemeente in Vlaanderen blijft de kustgemeente Knokke-Heist, voor het tweede jaar op rij. De mediaanprijs lag er op 777.500 euro, of ruim 100.000 euro meer dan in 2020. In Sint-Martens-Latem in Oost-Vlaanderen, lag de mediaanprijs vorig jaar op 648.500 euro, goed voor het heroveren van de tweede plaats. De top drie wordt vervolledigd door Kraainem in de Brusselse rand (581.601 euro).
De goedkoopste gemeenten in Vlaanderen liggen in West-Vlaanderen: Mesen (152.500 euro), Vleteren (163.000 euro) en Menen (166.000 euro). Het aantal transacties in de eerste twee gemeenten bleef wel beperkt.