NieuwsSpionage
‘Hongaarse regering maakt gretig gebruik van Pegasus om journalisten af te luisteren’
Alles wijst erop dat de regering van de Hongaarse premier Viktor Orbán met de spionagesoftware Pegasus tegenstanders in de gaten houdt. Maar de regering ontkent in alle toonaarden.
In Hongarije dreigt ‘Pegasus’ uit te groeien tot een politiek schandaal. Direkt36, een platform voor onderzoeksjournalistiek, wist de gedupeerde telefoonnummers te herleiden tot honderden critici van premier Viktor Orbán. Het gaat om onder anderen vier Hongaarse journalisten (onder wie twee van datzelfde Direkt36), een fotograaf die meewerkte aan een gevoelig onderzoek naar Russisch-Hongaarse betrekkingen en om Zoltán Varga, uitgever van ’s lands grootste onafhankelijke nieuwssite, 24.hu. Ook de oppositieburgemeester van het stadje Gödöllö zou zijn gehackt.
Een andere opvallende naam is die van Adrien Beauduin, een Belgisch-Canadese promovendus die ten tijde van de hack aan de prestigieuze Centraal Europese Universiteit in Boedapest studeerde en die in 2018 bij een demonstratie werd opgepakt. Met een handig geformuleerde wetswijziging wist de regering de Centraal Europese Universiteit het leven in Hongarije onmogelijk te maken. De universiteit verhuisde noodgedwongen naar Wenen.
Lees ook
‘De hacker moet enkel je gsm-nummer kennen om je leven binnen te dringen’: 4 vragen over Pegasus
Ontkenning
De Hongaarse regering ontkent alle betrokkenheid, en strooit in plaats daarvan met verdachtmakingen. “Hebt u dezelfde vragen gesteld aan de VS, Groot-Brittannië, Duitsland of Frankrijk?”, tekent The Guardian op uit de mond van een woordvoerder. “Was er een inlichtingendienst die u hielp deze vragen op te stellen?”
Toch heeft het er alle schijn van dat Orbáns kabinet wel de opdrachtgever was. Direkt36 en de Duitse krant Die Zeit kregen dat bevestigd van twee inlichtingenbronnen. Szabolcs Panyi, een van de gedupeerde Direkt36-journalisten, liet de hacks op zijn telefoon uitlezen door forensisch experts, en ontdekte een patroon: iedere keer dat hij vragen stelde aan ministeries, bleek zijn gsm kort daarop te zijn ‘geïnfecteerd’. Panyi schrijft over politiek gevoelige onderwerpen zoals de Hongaarse relaties met Rusland en China. “Ik denk dat er wijdverbreide paranoia bestaat”, zei hij tegen The Guardian. “Ze zien veel meer in onze motieven en netwerken dan er daadwerkelijk is.”
Het zou bepaald niet de eerste keer zijn dat Orbáns regering de pers aanviel: het voorbije decennium werden voorheen kritische titels als Origo, Index.hu en Népszabadság monddood gemaakt of gesloten na een ‘zakelijke’ overname door een oligarch uit de nabijheid van de premier. Van plek 23 (2010) op de mondiale persvrijheidsindex is het land gekelderd naar plaats 92. De oppositie eist nu een speciale vergadering van de parlementaire commissie voor nationale veiligheid, waarin de hoofden van de veiligheidsdiensten gehoord zouden moeten worden.