AchtergrondHet weer
Hoe uitzonderlijk zijn de temperaturen deze herfst? ‘Dit is gestoord’
Het is en blijft uitzonderlijk warm voor deze tijd van het jaar, met later deze week maxima tot 22 graden. Hoe komt dat en wat doet deze hete herfst met de natuur?
Wat staat ons te wachten?
Vanaf het midden van deze week verwacht het KMI temperaturen boven de twintig graden Celsius. Donderdag en vrijdag zou het in het centrum van het land 22 °C worden. In het weekend zakt het kwik een beetje en liggen de maxima in het centrum rond de 20 °C.
In Frankrijk verwachten ze deze week op verschillende plaatsen zelfs temperaturen boven de 30 °C. De voorbije week steeg het kwik in Biarritz al tot 31,4 graden. In delen van Zuidoost-Frankrijk daalde de temperatuur vorige week ’s nachts niet onder de 20 graden.
Ook bij ons beloven het zachte nachten te worden, met op sommige plaatsen minima van 17 °C. “Het is ’s nachts warmer dan het normaal overdag is”, zegt weervrouw Jill Peeters. “Dat is toch erg bijzonder.”
Hoe uitzonderlijk zijn deze temperaturen?
“In deze tijd van het jaar zijn 13 à 14 graden Celsius normale maxima”, zegt weerman David Dehenauw (KMI). “De huidige temperaturen liggen dus bijna tien graden hoger dan normaal.”
Op basis van de voorspellingen tot het eind van deze maand is oktober op weg om zich in de top drie van warmste oktobermaanden sinds het begin van de metingen te plaatsen. “Het lijkt er voorlopig op dat het record uit 2001, toen het gemiddeld 14,4 graden Celsius was, net niet zal sneuvelen”, zegt Dehenauw. “Ik kom op basis van de prognoses uit op gemiddeld 14,2 à 14,3 °C.”
Peeters wijst erop dat vooral het aanhoudende karakter van de warmte bijzonder is. “Af en toe eens een warme oktoberdag is niet zo abnormaal”, zegt Peeters. “Maar we zien dat weerpatronen verstoord raken, waardoor het weer langer hetzelfde blijft. Het is eigenlijk al sinds 15 oktober abnormaal warm, en dit lijkt zo te zullen blijven tot begin november. Op 1 november verwachten we nog maxima tot 18 graden. Dat is gestoord.”
Wat verklaart het zachte weer?
Een hogedrukgebied boven het Europese continent en een lagedrukgebied boven de Atlantische oceaan zorgen voor een vrij constante aanvoer van warme lucht uit het zuiden en zuidwesten. “Deze lucht komt onder meer van de Azoren, van boven Afrika en van over de Middellandse zee, die deze zomer ook uitzonderlijk opwarmde, op sommige plaatsen tot 31 °C”, zegt Dehenauw.
Dat de warmte zo lang aanhoudt, heeft volgens Peeters met de impact van de klimaatverandering op de straalstroom te maken. Deze snelle winden, die op zo’n 10 kilometer hoogte van west naar oost waaien, scheiden koude lucht uit noorden van warme lucht uit zuiden. Waait de straalstroom ten noorden van ons, dan krijgen we warme lucht uit het zuiden. Waait hij ten zuiden van ons, dan krijgen we koude lucht uit noorden. “Temperatuurverschillen tussen de polen en de evenaar zijn de motor van de straalstroom”, zegt Peeters. “Maar doordat de polen sneller opwarmen dan de rest van de planeet, sputtert deze motor, met als gevolg dat we langer hetzelfde weer krijgen. Voor hetzelfde geld hadden we lang aanhoudende uitzonderlijk koude periode kunnen krijgen.”
Dit fenomeen zien we ook in de zomer, merkt Peeters op, wanneer periodes van hitte en droogte langer aanhouden dan we gewoon zijn. “Wat we nu meemaken, is geen hittegolf, omdat het niet aan de weerkundige definitie daarvan voldoet (minstens 5 opeenvolgende dagen van 25 graden, waarvan het op minstens drie dagen ten minste 30 graden is, DD)”, zegt Peeters. “Maar het is er wel het herfstequivalent van.”
Welke gevolgen heeft dit voor de natuur?
Omdat de uitzonderlijk hoge temperaturen zo vroeg vallen, is de impact op de natuur beperkt. Dieren zoals egels, kikkers en padden zijn nu nog niet aan hun winterslaap begonnen. “Een paar koude nachten met grondvorst zijn voor dieren het signaal om daaraan te beginnen”, zegt Wim Veraghtert (Natuurpunt). “Dit is doorgaans ergens eind oktober tot half november. Is het nadien uitzonderlijk zacht, dan kunnen de dieren ontwaken, waardoor ze hun energiereserves sneller verbranden. In het slechtste geval komen ze uit hun slaapplaatsen om vast te stellen dat er niets te eten is.”
Mogelijk doen dieren nu hun voordeel met het zachte najaar. “Er is nog volop te eten, waardoor de dieren goede vetreserves kunnen aanleggen om de winter in te gaan”, weet Veraghtert. Daarbij is het voor amfibieën mooi meegenomen dat het ook geregeld regent. “Is het uitzonderlijk droog, zoals bijvoorbeeld in 2016, dan moeten kikkers, padden en salamanders zich verschuilen in een soort ruststadium, waardoor ze net weinig reserves kunnen aanleggen.”
Insecten varen wel bij zacht najaarsweer, en dat is niet altijd goed nieuws. Zo weten muggen het langer uit te zingen. “Heel wat insectensoorten kunnen dankzij langere periodes met zacht weer meer nakomelingen voortbrengen”, zegt bio-ingenieur Pieter De Frenne (UGent). “De letterzetter, een kever die fijnsparren beschadigt, zet normaal twee keer jaar nageslacht op de wereld. Dit lukt inmiddels al vier keer.”
Volgens De Frenne heeft de huidige warme periode op planten tot dusver weinig impact. “Ook bomen en planten hebben een koudesignaal nodig om in een soort slaapstand te gaan”, zegt De Frenne. “Problematisch is vooral wanneer het daarna nog warm wordt, en bomen te vroeg uitlopen. Of wanneer het de hele winter te zacht blijft, waardoor planten dat ruststadium niet goed doorlopen. Dit kan ertoe leiden dat minder zaden kiemen. Maar zover is het nog niet.”