AchtergrondPsychologie
Hoe spoel je de EK-ontgoocheling door? ‘Zeg niet: het is maar voetbal’
De tricolore strepen zijn van onze wangen gewassen en de eerste teleurstelling na de uitschakeling op het EK is doorgespoeld. Maar wat valt er te leren uit een nederlaag? ‘De samenleving is aan het revalideren van een moeilijke periode.’
Slecht nieuws voor de La Squadra Azzurra, die de Rode Duivels op de kwartfinale van het EK volledig hebben overklast: falen is hip. Vraag het maar aan Elizabeth Day, de Britse schrijfster die met How to Fail een razend populaire podcast startte, waarin bekende – naar alle gangbare normen ‘succesvolle’ – mensen praten over de grootste misstappen in hun leven.
Nobelprijswinnaar literatuur Kazuo Ishiguro of presentator Graham Norton horen vertellen hoe ze ooit vreselijk op hun bek zijn gegaan, het blijkt stukken interessanter dan de zoveelste promobabbel. Ondertussen zijn ook een boek (Failosophy) en een tv-versie in de maak. “Mensen willen héél graag over mislukkingen horen”, stelde Day vast. “Leren om te falen is leren om succes te hebben.”
Pijn
De toon werd enkele jaren geleden al gezet door Brené Brown, de Amerikaanse hoogleraar die furore maakte met een van de meest bekeken TED-talks ooit: De kracht van kwetsbaarheid. Dichter bij huis is er de Nederlandse filosofe Stine Jensen, die net het boek Faalmoed en andere filosofische overdenkingen uitbracht. “Falen doet pijn. Anders is het geen falen,” vertelde ze afgelopen weekend in de Nederlandse krant Trouw. “Door ons falen krijgen we diep contact met onszelf. Je komt in contact met gevoelens die niet prettig zijn, met een donkere kant van jezelf. Daar ligt een hoop schaamte verborgen.”
Jensen publiceerde ook een eigen ‘faal-cv’, naar het voorbeeld van de Amerikaanse psycholoog Johannes Haushofer. Hij stelde een cv op dat viraal ging, met alle afwijzingen en nederlagen uit zijn carrière. Het bedrijfsleven heeft het idee van ‘succes door falen’ helemaal omarmd: onder de vlag Failing Forward was er in België een campagne voor en door ondernemers die zonder schroom getuigden over de obstakels op hun weg naar succes.
Al deze odes aan menselijk falen gaan uit van de basisgedachte dat tegenslag ons sterker of slimmer zou maken. Dat elke mislukking een kans is om te leren. Het is wat Kelly Clarkson ons toeschreeuwt in haar monsterhit ‘What Doesn’t Kill You Makes You Stronger’. Daarbij citeert ze losjes Nietzsche, die in 1888 in Afgodenschemering schreef: “Uit de krijgsschool van het leven: wat me niet doodt, maakt me sterker”.
Maar wacht, we zitten hier met een EK-kater om door te spoelen. Wat hebben we aan ‘de kracht van kwetsbaarheid’ als ons beloftevolle team uit een kampioenschap werd gekegeld? Welke les valt er te leren uit een sportieve nederlaag?
“In topsport bestaat er geen perfectie, het kan altijd nog beter,” zegt sportpsychologe Lenja Swinnen van Mental Performance. Zij deed zelf als gymnast tien jaar lang aan topsport en haalde na haar studies lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen ook een diploma psychologie. “Je moet als sporter constant focussen op wat beter kan en je eigen tekortkomingen onder ogen zien. Anders verbeter je niet. Maar dat kan mentaal heel zwaar gaan wegen of zelfs verlammend werken. Ik merk dat er stilaan een andere aanpak is, de tijdsgeest speelt daar ook zeker mee. Een goede coach moet ook genoeg aandacht schenken aan wat goed is gegaan en focussen op de progressie in plaats van enkel op de eindscore.”
De balans tussen kritiek en lof is voor iedereen uniek, zegt Swinnen. “Kijk naar wat er gaande is in de gymnastiekwereld. In het verleden werden er sportieve successen geboekt met een beenharde aanpak, waar geen plaats was voor foutjes. Maar wat bereik je daarmee op langere termijn? En hoe getraumatiseerd komen deze turnsters uit zo’n periode?”
Veerkracht
De voornaamste spier die een sporter moet trainen, is veerkracht. “Daar bestaat geen wondermiddel voor. Wat meespeelt is je zelfbeeld, je ambities, hoe je omringd wordt… Die hele mindset moet juist zitten, om goed te recupereren na een zware tegenslag.” Zowel voor sporters als supporters geldt: verdriet voelen na een verlies is heel normaal, maar als dit te lang blijft wegen, scheelt er misschien iets in andere aspecten van je leven. Het doet denken aan Thibaut Courtois, die in het programma Het EK van de Duivels vertelde hoe hij na de uitschakeling op het EK van 2016 wekenlang prikkelbaar en teleurgesteld rondliep. “Ik denk dat dat toen een beetje mijn relatie heeft gekost”, zei hij.
We leven nog altijd in een maatschappij waar donkere gevoelens snel worden weggedrukt, zegt Swinnen. “We mogen pijn en ontgoocheling ernstig nemen en ruimte geven aan deze emoties. Vergeet niet dat de hele samenleving in zekere zin nog aan het revalideren is van een lange moeilijke periode.”
Ofwel: waag het niet om aan een tricolore fan iets te zeggen als ‘het is maar voetbal’. Idem als u thuis kleine ontroostbare duiveltjes hebt rondlopen. “Ouders willen hun kinderen niet droevig zien, dus we hebben de neiging om iets te zeggen als: ‘Het is niet erg’ of ‘het is maar een spelletje’. Daarmee duwen we die emoties weg, maar het is net goed om ook moeilijke gevoelens een plaats te geven. Erken dat verdriet en laat je kind bijvoorbeeld een tekening maken met alle indrukken over de wedstrijd. En onthoud vooral: het is een fase, verdriet gaat voorbij.”