Wat zegt onderzoek?
Hoe marginaal is de Marginale Driehoek?
De Marginale Driehoek. De weinig flatterende spotnaam voor de streek tussen Tienen, Diest en Aarschot gaat weer vlot over de lippen nadat streekgenoten te kijk werden gezet in televisieprogramma's als De Ideale Wereld. Maar met de recente cijfers van de nationale Volkstelling kunnen we objectief vaststellen hoe 'marginaal' het Hageland echt is. En wat blijkt? De cijfers tonen aan dat het Hageland absoluut niet moet onderdoen voor de rest van Vlaanderen. De term 'Marginale Driehoek' blijkt dus een holle doos.
"We lijken wel het uitschot van de Marginale Driehoek", foeterde burgemeester Willy Michiels van Begijnendijk toen bekend werd dat het Hageland deze winter volop wordt getroffen door het afschakelplan elektriciteit. In het VIER-programma De Slimste Gemeente werd Tienen aangekondigd als de hoofdstad van de marginale driehoek. De Tienenaren waren nog maar net de pispaal van het ludieke televisieprogramma De Ideale Wereld, of de inwoners van Aarschot werden ook te kijk gezet voor heel Vlaanderen. "Marginale Driehoek? Dat begint toch wel enorm afgezaagd te worden", reageerde Aarschots burgemeester André Peeters behoorlijk op zijn teen getrapt.
Napoleon
Het lijkt wel of iedereen weer weet waar de 'Marginale Driehoek van Vlaanderen' ligt. De denkbeeldige driehoek tussen Diest, Tienen en Aarschot zeult deze bijnaam al sinds mensenheugenis mee. De legende wil dat de streek de naam te danken heeft aan Napoleon. Die stuurde zijn soldaten uit de lage rangen naar de regio om uit te rusten in aanloop naar de Slag van Waterloo. Volgens een ander volksverhaal liet hij al zijn manschappen die hij niet geschikt vond om mee te vechten, verzamelen in de regio van Tienen, Diest en Aarschot.
Hoe dan ook, vandaag wordt de regio nog steeds geassocieerd met de term marginaal. En dat betekent bij de publieke opinie zo veel als achtergestelde jongeren in gepimpte auto's, smaakloze en domme inwoners, armtierig, vaak werkloos en zonder opleiding of cultuur. Maar klopt dit wel? Met de resultaten van de recente volkstelling van de federale overheid - Census 2011 - kunnen we een objectieve vergelijking maken. De momentopname houdt de bevolking tegen het licht op het vlak van onderwijs, werk en woning.
De cijfers
Op het vlak van onderwijs valt het goed mee, met die achterstand. In België heeft 28% van de inwoners (20+) een diploma hoger onderwijs, in Vlaams-Brabant is dat bijna 35%. Boutersem (37%) en Hoegaarden (35,5%) doen het heel goed. Geetbets (20,1%) en Zoutleeuw (23,8%) tellen het minst aantal hooggeschoolden.
"Geetbets is van oudsher een agrarische gemeente", zegt burgemeester Jo Roggen (Open VLD) van Geetbets. "Het beroep werd vaak van vader op zoon doorgegeven, misschien daarom dat we relatief weinig hooggeschoolden tellen. Wie ging studeren, bleef in Leuven of elders hangen. Maar we zijn aan een inhaalbeweging bezig. Ons bevolkingsaantal groeit, er wordt weer gebouwd, mensen komen graag in Geetbets wonen. De werkloosheidscijfers zijn goed, criminaliteit is laag en de grondprijzen zijn veel lager dan in de regio rond Leuven."
Lage werkloosheidsgraad
Ligt het dan aan de werkloosheid? Is die in het Hageland hoger dan elders? Helemaal niet, zo blijkt. De werkloosheidsgraad voor 15- tot 64-jarigen bedraagt in ons land 8,38%, in Vlaams-Brabant 3,85%. De Hagelandse gemeenten met de laagste werkloosheidscijfers zijn Boutersem (2%), Glabbeek (2,6%) en Hoegaarden (2,8%). Tienen (5%), Diest (4,6%) en Zoutleeuw (4,5%) scoren het hoogst, maar nog een pak lager dan het Belgische gemiddelde. Burgemeester Sarah Boon (sp.a) kijkt niet op van de lage werkloosheid in Boutersem. "Veel jonge gezinnen, tweeverdieners en de nabijheid van Leuven", ziet ze als reden.
Maar rijk of arm maakt volgens haar niet het verschil tussen marginaal of niet. "De werkmanshuisjes bij het binnenrijden van Tienen waren vroeger bewoond door de arbeiders van de fabrieken van de stad. Ze hadden het niet zo breed als andere inwoners, en ik vrees dat Tienen daarom nog altijd zo negatief wordt afgeschilderd."
Marginaliteit heeft volgens haar niet veel met het inkomen te maken. "Je hebt gezinnen met een laag inkomen die veel belang hechten aan de opvoeding van de kinderen, gezonde voeding, onderwijs en andere waarden. Terwijl je ook rijke gezinnen hebt die maar al te graag hun rijkdom tonen aan de buitenwereld, hun kinderen uiterlijk verwennen maar hen niet de juiste waarden meegeven. Het zijn net die kinderen die het later meestal moeilijker krijgen dan de anderen. Het uitstallen van rijkdom is het bewijs van innerlijke armoede."
Veel oude huizen
Misschien maken de huizen in het Hageland dan het verschil? Zijn die oud en in slechte staat? België telt 23% woningen die gebouwd werden voor 1919, Vlaams-Brabant amper 12,6%. Hoegaarden (32,6%) en Tienen (24,1%) tellen het meest oude woningen. Maar dat zegt niets over de toestand waarin de woningen zich bevinden. Begijnendijk (5,9%) en Aarschot (6,5%) tellen het minste oude woningen.
Op het aandeel nieuwe woningen, gebouwd na 2001, schommelt het Hageland netjes op het Belgische gemiddelde van 8,3%. Bekkevoort heeft met 10,3% het grootste aandeel nieuwe huizen, Tienen met 5,9% het kleinste.