AchtergrondBioscopen
Hoe levensvatbaar is de arthouse stadsbioscoop nog? ‘Netflix of Amazon zijn geen vijanden’
Terwijl heel wat bioscoopuitbaters nog bekomen van de coronacrisis, heeft mediagroep Lumière alweer ambitieuze toekomstplannen. Met een nieuwe stadsbioscoop in Mechelen wil het bedrijf vanaf vrijdag een breed publiek warm maken voor wereldcinema. Maar hoe rendabel is arthouse in tijden van streaming?
“Nu we ons werk eindelijk aan het brede publiek kunnen tonen, zweef ik van puur geluk een halve meter boven de grond.” Met fonkelende ogen wandelt Lumière-oprichter Jan De Clercq door de gerenoveerde Mechelse stadsfeestzaal. Meer dan 130 jaar vormde de fraaie ruimte het hart van het gemeentelijk cultureel leven, tot er in 2011 asbest in het dak werd vastgesteld en de zaal haar deuren sloot.
Tien jaar lang bleef het stil in de stadsfeestzaal, maar vanaf vrijdag komt daar verandering in. Al zullen Mechelaars schrikken wanneer ze het gebouw betreden: tussen de galerijen, op de plek waar ooit een dansvloer was, staat nu een box met daarin drie opeengestapelde bioscoopzalen. In die gloednieuwe ruimte, goed voor 247 zitjes, wil uitbater Lumière de komende jaren inzetten op auteurscinema. Al blijft er voor de betere Hollywood-prent ook ruimte in de stadsbioscoop.
De investering van Lumière komt niet volledig als een verrassing. De afgelopen jaren opende de Belgische mediagroep verschillende kleinschalige stadsbioscopen. Het is een strategie waarmee het bedrijf zich verzet tegen de bewering dat streamingplatformen de cinemacultuur zullen vernietigen. “We merkten de afgelopen jaren net dat we vaak te weinig schermen hadden om films een publiek te laten vinden”, zegt Jon Michelena, die verantwoordelijk is voor de uitbating van de Lumière-bioscopen.
Daarmee doelt hij op het principe dat verschillende ketens films snel uit de programmatie halen wanneer ze niet onmiddellijk scoren. De groeiende populariteit van blockbusters en technologieën als IMAX of Laser Ultra zorgt er daarom voor dat auteurscinema binnen commerciële complexen niet altijd aanslaat. Fans van het genre worden doorverwezen naar de zeven Vlaamse stadsbioscopen, waar de kassa steeds harder rinkelt. Tussen 2013 en 2018 stegen de bezoekerscijfers in die zalen met 60 procent en De Clercq bevestigt dat de vestigingen van Lumière in 2019 nog eens 15 tot 20 procent extra bezoekers ontvingen.
Verdienen
De stadsbioscopen mogen misschien populairder worden bij het publiek, maar het blijft moeilijk om er als ondernemer iets aan te verdienen. Financiële steun van overheden en Europese culturele projecten zorgen ervoor dat uitbaters het hoofd boven water houden, maar dan nog zorgen externe factoren voor bijkomende uitdagingen. Zo dreigt stadsbioscoop Sphinx na honderd jaar zijn uitvalsbasis in de Gentse binnenstad te verliezen omdat de eigenaar van het gebouw een mogelijke verkoop onderzoekt. De vraagprijs voor het gebouw is 6 miljoen euro, meer dan de Sphinx-uitbater of het stadsbestuur kunnen en willen betalen. “In Brugge en Mechelen krijgen we de gebouwen gelukkig in erfpacht, maar de hoge huurkosten van de Antwerpse vestiging Cartoons maken het moeilijk om te overleven”, zegt De Clercq.
Opvallend is dat het niet de ambitie is van Lumière om de komende jaren winst te maken met de ticketverkoop van de Mechelse bioscoop. De exploitatie van cinemazalen zorgt sowieso slechts voor 10 procent van de omzet van het bedrijf, dat vooral succesvol is dankzij de productie en distributie van films en series. “Maar door een bioscoop uit te bouwen, houden we contact met ons publiek. Het is een vitrine waarin we onze andere activiteiten kunnen tonen”, aldus De Clercq. Daarmee lost hij het probleem van de beperkte markt voor auteurscinema binnen multiplexbioscopen deels op. In zijn eigen zalen kan hij moeilijkere films meer kansen geven om te groeien zonder rekening te houden met de wetten die binnen de popcorncultuur van commerciële cinema gelden.
In de programmatie van verschillende stadsbioscopen valt op dat er plaats is voor films die gelijktijdig op streamingdiensten en in cinemazalen uitgebracht worden. Daarmee onderscheiden ze zich van ketens als Kinepolis en UGC, die de afgelopen jaren weigerden om zulke projecten een plaats te bieden. “Netflix of Amazon worden vaak als vijanden van bioscopen gezien, maar ze kunnen elkaar soms aanvullen”, zegt De Clercq, die met Lumière ook een eigen streamingplatform voor auteurscinema in handen heeft. “Stel je voor dat een kwetsbare Vlaamse film enkel gedraaid wordt in een van de zeven Vlaamse stadsbioscopen. Een stedeling zal misschien nog de moeite doen om die op het zilveren doek te zien, maar de mensen uit pakweg Erpe-Mere of Aalst zullen die moeite niet doen. Voor hen kan streaming een oplossing zijn.”
De Clercq denkt dat het Belgische publiek voor arthousecinema kan verdubbelen, maar dat er momenteel simpelweg te weinig ruimtes zijn om nieuwe geïnteresseerden aan te trekken of te ontvangen. “In Nederland zijn er bijvoorbeeld meer dan honderd stadsbioscopen, de discrepantie met ons land is enorm.” Daarom hoopt hij dat zijn project in Mechelen een voorbeeld kan zijn voor andere ondernemers die plannen koesteren om een eigen cinemazaal uit te baten. Zelf onderhandelt hij alvast met een grote Vlaamse stad over een volgende Lumière-bioscoop. “Dat zal nodig zijn: na de coronacrisis willen mensen meer dan ooit iets beleven.”